In zijn boek Ons betere ik beschrijft Steven Pinker ‘waarom de mens steeds minder geweld gebruikt’. De massamoorden in Rwanda, de genocide in voormalig Joegoslavië en de uitroeiing van zes miljoen Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog lijken te suggereren dat we in de gewelddadigste periode aller tijden leven, maar het omgekeerde is waar als je naar de statistieken kijkt, stelt Pinker. Pinker is bepaald niet de enige die dit idee heeft. Joshua L. Goldstein, John E. Mueller, Francis Fukuyama en Peter Singer redeneerden naar een vergelijkbare conclusie.
Het is een orthodoxie, stelt de auteur John Gray, die eerder al het wereldbeeld van Richard Dawkins fileerde. En er klopt weinig van het idee dat in de ontwikkelde wereld oorlog en geweld op zijn retour zijn. Gray stelt dat de statistieken misleidend zijn en dat het idee van morele vooruitgang wishful thinking is – en simpelweg niet klopt.
In een zeer lezenswaardig stuk in The Guardian, schrijft Gray: ‘De door Pinker en anderen gebruikte cijfers zijn obscuur, waardoor een breed scala aan slachtoffers van geweld mist. Maar de waarde van deze cijfers ligt voor deze denkers juist in hun ondoorzichtigheid. Net als obsidiaanse spiegels die door de Azteken werden gemaakt voor waarzeggerij, bevatten deze rijen van grafieken en getallen vage beelden van de toekomst – visioenen die door hun onduidelijkheid comfort kunnen geven aan de gelovigen in de menselijke verbetering.’