‘Ja Deborah, exact wat jij zegt! On the spot. Heb ik laatst ook opgepikt in een essaytje van Harvard Business Review dat ik op Twitter zag. Goed dat je dit gaat inregelen. Top!’ … ‘Nou Peter, wat ont-zet-tend toevallig dat je nu net precies dat issue gaat uitnutten! Ik had het er laatst nog met Tim over… en ik zei hetzelfde als jij en toen zei Tim…. Ja Tim… Tim onze CEO ja… we hadden een meeting samen… zo nuttig! Toffe vent ook. Heel hands-on ook.’
Komt bovenstaande scene u bekend voor? Vast wel. In iedere vergadering zit een babbelaar. Die extraverte, joviale collega die iedereen lijkt te kennen, interessante literatuur leest en overal over mee weet te praten. Misschien denkt u wel eens dat het niet lang zal duren voordat deze collega manager wordt — als ze dat al niet is, want ze komt over als een natuurlijk leider. Maar heeft u zich wel eens afgevraagd of de babbelaar verstand van zaken heeft? Is hij of zij wel een goede leider? Of gaat het hier om ‘veel geblaat, maar weinig wol’?
Mensen die tijdens een vergadering bovengemiddeld vaak het woord nemen kunnen eerder worden gezien als (potentiële) leider dan collega’s die minder vaak hun mond opendoen. Niet zozeer om hetgeen wat ze zeggen, maar puur omdat ze veel en vaak praten. Dit verschijnsel, dat psychologen het ‘babbel-effect’ noemen, werd voor het eerst in 1949 beschreven door de bekende leiderschapsexpert Bernard Bass. Een mogelijke verklaring voor het effect is dat babbelaars actieve betrokkenheid bij het team en interesse voor de teamleden tonen. Dit straalt vervolgens weer uit dat deze persoon zijn of haar best zal doen voor het team. Mooie eigenschappen voor een leider. Naast toewijding laat de babbelaar zien goed te kunnen communiceren en makkelijk en snel te kunnen denken. Ook goede leiderschapskenmerken. Kortom, het babbeleffect lijkt een nuttige vuistregel die ons in staat stelt leiders te herkennen aan de kwantiteit van hun inbreng tijdens vergaderingen.
Echter, schijn kan bedriegen. Ook al zijn extraversie en toewijding goede leiderschapskenmerken, het is vaak niet genoeg. De meeste teams willen een leider die ook (tot op zekere hoogte) inhoudelijke kennis heeft. Dit geldt met name voor teams die vooral praktische taken hebben zoals het oplossen van een stroomstoring of het blussen van een brand. Gelukkig lijkt het babbeleffect niet zo vaak op te treden bij deze teams, maar toch. Ik wil u even waarschuwen. Het babbeleffect komt vaker voor bij teams die met complexe vraagstukken te maken hebben en veelvuldig overleggen. Dit is geen probleem als de babbelaar in kwestie met goede ideeën komt. Echter, de kans is aanwezig dat de babbelaar veel blaat, maar over weinig wol beschikt. Het gevaar is dan dat goede ideeën van minder welbespraakte teamleden niet ter tafel komen, doordat de babbelaar alle spreektijd opeist. Het gevolg is dat er onvoldoende geprofiteerd wordt van de goede ideeën van de zwijgers.
Kortom, pas op voor de babbelaar!
Do’s
· Stel concrete, inhoudelijke vragen om de kennis van een babbelaar te peilen.
· Stel tijdens vergaderingen een voorzitter aan die ervoor zorgt dat zowel babbelaars als zwijgers aan het woord komen.
· Stel een ‘advocaat van de duivel’ aan die een tegengeluid biedt aan een vermeende babbelaar
· Weeg kwantiteit altijd af tegen kwaliteit
Don’ts
· Ervan uitgaan dat collega’s die veel zeggen tijdens vergaderingen ook goede leiders zijn
· Een babbelaar tijdens een vergadering meer spreektijd bieden dan een zwijger.