De dingen steeds beter doen. Zo boek je vooruitgang! Dat spreekt vanzelf en wie wil dat niet? Maar er is ook een andere manier van vooruitgang. Verbetering juist door het maken van fouten. Zo is evolutie gebaseerd op fouten, op fouten bij de reproductie.
Bij het kopiëren van genetisch materiaal tijdens de reproductie worden fouten gemaakt. De grote meerderheid van deze fouten overleeft het niet, maar een enkele ‘foute kopie’ blijkt, toevallig, beter bestand tegen de uitdagingen die zijn omgeving hem stelt dan het origineel. Zo veel beter dat de kopie het origineel op den duur verdringt. Evolutie!
Dit principe is bekend uit de biologie, maar blijkt ook elders relevant. Mislukte imitaties in de economie, in technologie, noem maar op, die bijna altijd een stille dood sterven maar die eens in de zoveel tijd, bij toeval, het beter blijken te doen dan het origineel. Dan heb je vooruitgang.
Als je de dingen steeds beter doet, dan boek je vooruitgang. Dat spreekt vanzelf. Maar als je fouten maakt, dan kan dat dus ook evolutie geven. Als dat correct is, dan is er altijd vooruitgang en komt die vanzelf! Altijd goed dus? Maar altijd prijs is te mooi om waar te zijn. Waar zit de nuance?
Dingen steeds beter willen doen kan gevaarlijk zijn. Het leidt natuurlijk tot vooruitgang, maar soms is dat onvoldoende. Soms, zeker niet altijd, zijn er grote systeemveranderingen nodig, die je niet met geleidelijk verbeteren bereikt. Dan is er wel vooruitgang, maar een te beperkte vooruitgang. En ook: dingen steeds ‘beter’ doen terwijl de omgeving verandert, kan averechts uitpakken. Neem het voorbeeld van Kodak. Kodak verbeterde keurig steeds maar weer zijn producten. Maar de wereld om Kodak heen veranderde razendsnel. Alles werd digitaal en Kodak bleek zich daaraan onvoldoende te hebben aangepast. Wat heb je eraan om de oorlog van gisteren alsnog te winnen?
Vooruitgang via fouten, gaat gepaard met hoge kosten en groot ongemak. Immers, de enkele succesvolle mutatie neemt niet weg dat al die andere mutaties tot niets leiden. Mutaties leiden tot een grotere variëteit aan soorten en vervolgens is dan de vraag welke soort het beste past in zijn omgeving. Het valt niet goed van te voren aan te geven welke mutatie het zal overleven en al helemaal niet welke mutatie het het beste zal doen in zijn omgeving.
Slechts een enkele mutatie ontpopt zich als verbetering. En ook deze verbetering is maar relatief. De mutant blijkt beter te functioneren in zijn omgeving dan het origineel, survival of the fittest, maar dat hoeft niet direct als vooruitgang te worden gevoeld. Veranderingen in de omgeving kunnen de levensomstandigheden verslechterd hebben en het feit dat de mutant het dan beter doet dan het origineel is dan mogelijk de schrale troost en niet meer dan dat.
Do’s:
- Stimuleer veranderingen. Zonder veranderingen zijn er namelijk geen verbeteringen.
- Tolereer tot op zekere hoogte fouten. Grote vooruitgang is vaak te danken aan fouten.
Don’ts
- Definieer verbetering en vooruitgang niet te eng. Veel verbeteringen laten zich niet van te voren definiëren.
- Zet niet in op slechts één verbetermodel. Zowel van geleidelijke verbeteringen als van fouten kan een organisatie beter worden.
Over Ernst ten Heuvelhof
Ernst ten Heuvelhof is hoogleraar bestuurskunde aan de faculteit Techniek, Bestuur en Management van de Technische Universiteit Delft en aan de faculteit der Sociale Wetenschappen van de Erasmus Universiteit Rotterdam.