Het Basisboek projectmanagement neemt de lezer mee in de verschillende soorten projecten die er zijn. Het laat zien hoe projecten, ook wanneer je dat niet op het eerste gezicht zou zeggen, overal om ons heen aanwezig zijn. Iedereen heeft op enig moment in zijn leven te maken met projecten. Dit kan een persoonlijke droom zijn dit je wilt vervullen, een afstudeerscriptie, een probleem dat je met collega’s moet oplossen, het veranderen van een organisatie of het leveren van een dienst of product aan een klant. Dit alles kan projectmatig tot een succes worden gemanaged. Daar is waar dit boek over gaat.
Het basisboek is geschreven vanuit het perspectief van iemands persoonlijke en professionele geschiedenis. Dat maakt het zeer herkenbaar. Na de inleiding en een korte geschiedenis van projectmanagement zijn er vijf hoofdstukken waar verschillende soorten projecten aan de orde komen.
De volgorde van de hoofdstukken is gelijk aan de volgorde waarin mensen voor het eerst in aanraking komen met projecten. Er zijn achtereenvolgens:
· Persoonlijke projecten
· Gemeenschappelijke leerprojecten
· Teamprojecten
· Organisatieprojecten
· Commerciële projecten
Bij persoonlijke projecten gaat het om de dromen die je in je eigen leven wilt realiseren. Dat kan een kleine of een grote droom zijn. Het boek neemt je mee in het spannende verhaal van Felix Baumgartner die in 2012 het wereldrecord vrije val verbrak. Aan de hand van voorbeelden maak je kennis met de Deming Cirkel; de Einde-voor-ogen en de rode-draad techniek; De Work Breakdown Structure; het Stappenplan; Onderhandelen-in-vertrouwen-en-overeenstemming-techniek; en Time-Management. Al deze technieken helpen je om succesvol je eigen dromen te realiseren.
Daarna komen de gemeenschappelijke leerprojecten aan de orde, gericht op studenten of professionals die een nieuw gebied willen verkennen. Had je bij het persoonlijke project toch vooral met je eigen belangen te maken, is hierbij het gedeelde belang bepalend voor succes. De voorgaande technieken zijn nog steeds nuttig, maar nu krijgen we ook te maken met opdrachtformulering; meerslagleren; werkzaamhedenmarkt; mijlpalen; frequentie van overleg; actie- en besluitenregister; niet-aanvallend communiceren; vergadertechnieken en de kritieke-gebeurtenissen-lijst. Deze nieuwe set technieken maken het leerproject tot een waardevolle ervaring voor de betrokkenen.
Het teamproject introduceert een nieuw belang, namelijk dat van de organisatie. Het gaat nu om projecten die een afdeling uitvoert om zichzelf te verbeteren. Het is in dit soort projecten dat we voor het eerst de formele rol van de projectmanager zien ontstaan. Dit en het organisatiebelang maakt dat het noodzakelijk is om aan al het voorgaande een nieuwe set technieken toe te voegen. Zo zijn er: projectvoorstel met businesscase; argumenteren; interviewen; schattingstechnieken; RACI tabel; voortgangsrapportage; teamrollen en groepsontwikkeling; aspecten van communicatie; eisen-steun balans; wijzigingsverzoeken en afwijkingsrapportage. We zien langzamerhand een formelere benadering van projectmanagement ontstaan.
In het volgende hoofdstuk komen de organisatieprojecten aan de orde. Waar bij de voorgaande het project meestal op een natuurlijke wijze ontstond, hebben we hier te maken met projecten waar het management bewust voor kiest. Bij dit soort projecten gaat het vaak om grotere bedragen en is er sprake van veel belangen en onzekerheden. De nieuwe technieken die het boek toevoegt zijn: integrale aanpak; Gantt chart; stakeholdermanagement; projectorganisatie; risicomanagement; fasering en situationeel leidinggeven.
Het laatste hoofdstuk gaat over commerciële projecten, dat wil zeggen projecten met veel betrokken partijen die een commercieel belang hebben. Dat voegt een aparte dynamiek toe aan de wijze waarop het management moet plaatsvinden. Aan de hand van het project Noord-Zuidlijn krijg je een inkijk in die spannende wereld. Nieuwe technieken zijn dan: contractmanagement, principes van invloed en onderhandelen over belangen.
Dit is een interessant boek is voor iedereen die benieuwd is naar projecten en daar een inleiding op wil hebben. Het is vooral geschreven voor 1ste en 2de jaars studenten in het Hoger Onderwijs. Het is van ‘onderaf’ geschreven in plaats van ‘bovenover’. Daarin onderscheidt het zich van vergelijkende publicaties voor deze doelgroep. Geen loodzware procedures en methoden waar de student zich niet in kan herkennen, maar één vanuit de praktijk van het leven.
Het leidende didactische principe is steeds dat je een begrip niet kunt leren vanuit een definitie. Op een verhalende manier krijgt de lezer inzicht in de verschillende technieken en aanpakstrategieën. De aanpak voor persoonlijke en gemeenschappelijke leerprojecten is direct tijdens de opleiding toe te passen. Daarnaast is de uitleg van het teamproject direct toe te passen voor de stageopdracht of voor medewerkers van een afdeling.
Het basisboek brengt projecten en projectmanagement terug naar de basis.
John Hermarij is visionair, ideoloog en trendwatcher. Hij is de auteur van Basisboek projectmanagement. Deze preview verscheen eerder op www.vanharen.net.