Er is in de recente geschiedenis geen technologie waar zoveel over is gefantaseerd als de robot: als nijvere arbeider, handige hulp in huis en blikken kameraad, maar ook als vijand en oorlogsmachine.
Veel technologie die nodig is om de dromen van een mensachtige machine te verwezenlijken komt inmiddels onder handbereik. In autofabrieken staan al tientallen jaren robots, maar tegenwoordig maaien ze ook het gras, ze stofzuigen de kamer, melken koeien en kruipen langzaam maar zeker steeds vaker achter het stuur van onze voertuigen.
Met het steeds slimmer, goedkoper en breder toepasbaar worden van robottechnologie en de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie ontstaan echter belangrijke vragen, die inmiddels stevige discussies hebben opgeroepen. Discussies over de risico’s, over de verdeling van de opbrengsten van robotwerk en over onze emoties bij het samenleven met machines die (niet toevallig) steeds meer menselijke trekjes krijgen.
In dit boek geef ik antwoord op vragen als:
-Hoe ver staat het eigenlijk met de ontwikkeling van robots?
- Wat kunnen ze robots straks wel en wat kunnen ze niet?
- Kunnen robots bijvoorbeeld het dreigende personeelstekort in de zorg oplossen?
- In welke sectoren gaat de robotisering het snelst?
- Blijft er nog wel voldoende werk over voor de mens?
Er zijn echter ook andere kanten aan de robotiseringskwestie: waar komt die fascinatie voor robots vandaan en waarom neigen we ernaar machines te maken die op ons lijken?
Worden robots intelligenter dan wij en zo ja, zijn we dan wel veilig? Kunnen we belangrijke beslissingen voortaan beter aan computers en robots overlaten?
De toekomstscenario’s die techneuten, economen, filosofen en ondernemers schetsen, variëren van rooskleurig tot inktzwart. Sommigen zien een herhaling van zetten die we bij elke andere technologische revolutie ook al zagen, anderen zijn ervan overtuigd dat ‘het dit keer echt anders is’.
Terwijl de welvaart gemiddeld nog steeds toeneemt en technologie ons in staat stelt een steeds comfortabeler leven te leiden, komt de middenklasse langzaam onder druk te staan. Het belang van permanente scholing neemt toe, net als het beroep op de flexibiliteit van werkenden. Tegen die achtergrond moeten ondernemers, beleidsmakers en huishoudens de komende jaren nadenken over de rolverdeling tussen robots en mensen en die tussen mensen onderling.
Dat de robots eraan komen, staat buiten kijf. Rennen heeft geen zin, verstoppen is onmogelijk en tegenstribbelen zinloos. De vraag is niet of de robots komen, maar hoe we daar mee om zullen gaan. Dat is het gesprek dat we de komende jaren zullen moeten voeren. Met De robots komen eraan! wil ik de lezer goede informatie geven om aan dit gesprek bij te dragen. Zodat we samen de vruchten kunnen blijven plukken van technologische vernieuwing.
Wouter van Bergen is financieel-economisch journalist bij De Telegraaf. Eerder werkte hij bij Nieuws van de Dag en fem Business. Hij schreef de boeken Banken, bubbels en bonussen en met Martin Visser De kleine Piketty (ruim 22.000 exemplaren verkocht). De robots komen eraan is zijn nieuwste boek.