Het voorspellen van de toekomst is bijzonder moeilijk, gegeven de zes valkuilen die de auteur toelicht: tempoverschillen (sommige veranderingen gaan zo langzaam dat ze zich vrijwel aan onze ogen onttrekken), paradigma’s (aanhangers van een bepaalde zienswijze blijven deze net zo lang verdedigen totdat dit echt niet meer houdbaar is), lineaire extrapolatie (we gaan uit van het nu en extrapoleren, veelal lineair, op basis van historische informatie), complexiteit (veranderingen werken op complexe manieren op elkaar in en kunnen elkaar versterken), toeval (totaal onverwachte gebeurtenissen kunnen een enorme impact hebben), en gebrekkige kennis (hoe weinig je als individu over het algemeen eigenlijk echt weet en hoe beperkt de voorspelbaarheid van gebeurtenissen is).
Futureproof is het vermogen om van relevante waarde te blijven door aanpassing op toekomstige veranderingen. Deze definitie zegt eigenlijk twee dingen: het uitgangspunt is om als werknemer of ondernemer van relevante waarde te zijn, en van daaruit dien je effectief om te gaan met veranderingen om dat ook te blijven. In drie - delen de toekomst tegemoet treden, hoe jij zelf toekomstbestendig kunt worden en toekomstbestendigheid binnen organisaties kunt zekeren - geeft het boek op deze twee aspecten antwoord.
De toekomst tegemoet treden (‘Jezelf overwinnen is de beste en grootste van alle overwinningen’ - Plato) is onderwerp ban het eerste deel. Hier laat de auteur zien wat toekomstbestendigheid nu zo lastig maakt en wat je er tegen kunt doen. Ons brein vormt op verschillende manieren gedachten. Het eerste systeem is een automatische piloot die onbewust heel frequent gebruikt wordt en razendsnel werkt. Het tweede systeem is meer de ‘doe-het-zelver’: alleen op momenten dat het echt nodig is, lever je bewust inspanning om logisch te redeneren. Dit heeft echter een aantal tekortkomingen die cognitieve heuristics en biasses genoemd worden. Bij toekomstbestendigheid spelen de volgende heuristics en biasses een grote rol: optimisme, overmoed, vermijden van verlies, bevestiging zoeken, en achteraf voorspellen.
Toekomstbestendigheid rust op twee pijlers is het onderwerp van het tweede deel. De eerste intern gerichte pijler betreft jijzelf en jouw organisatie en de tweede, extern gerichte pijler betreft de omgeving waarin je opereert, het ecosysteem (onze planeet, de samenleving). Vervolgens wordt het vliegermodel voor toekomstbestendigheid geïntroduceerd. Hierbij symboliseert het doek, door de stokken in vier vlakken onderverdeeld, de veerkrachtige vier: verrichten, verbeteren, vernieuwen, en veranderen. De stokken staan voor de faciliterende factoren: purpose, strategie, leiderschap, en middelen. Ten slotte laat de auteur in dit deel zien hoe je hiermee de goede dingen goed kan doen door een 80/20 balans te vinden tussen enerzijds verrichten en verbeteren van de lopende organisatie (efficiëncy), en anderzijds vernieuwen en veranderen van de organisatie (effectiviteit). En dit alles in het juiste ritme, met de juiste prioriteiten volgens een iteratief proces (denk-doe-leer-proces).
Hoe jij zelf toekomstbestendig kunt worden (‘If you don’t know where you’re going, any road will take you there’ - George Harrison) behandelt het derde deel. Dit deel begint met een zoektocht naar je eigen bron waar jij je energie, je levenslust uit put (ikigai). In drie stappen kan je je eigen purpose definiëren. Eerst beantwoord je de volgende vier vragen: waar houd jij van, waar ben jij goed in, wat heeft de wereld nodig, en voor welke activiteiten, of resultaten daarvan, kun jij jezelf laten betalen. Aansluitend moet je vaststellen wat de overlap is tussen deze antwoorden door de volgende zes vragen te beantwoorden binnen de vier al gegeven antwoorden: Wat is jouw passie, roeping, bijdrage, missie, beroep en rol? Ten slotte moet je uit die zes antwoorden het collectieve deel bepalen en dat is jouw ikigai. Op basis van je eigen purpose zal je vervolgens een strategie moeten uitstippelen hoe je optimaal waarde kan creëren. Dit noemt de auteur de waardecreatiestroom (doelen, externe analyse, marktdefinitie, marktsegmentatie, doelgroepselectie, positionering, propositie, klantreis, en toegevoegde waarde).
Met alleen een strategie en purpose word en blijf je echter nog niet toekomstbestendig. Motivatie van jezelf en van de met je samenwerkende medewerkers onder, boven en naast je is hierbij key. De auteur laat zien dat motivatie zowel gecontroleerd als autonoom voorkomt. Waarbij als voorwaarde geldt dat voldaan moet worden aan de drie basisbehoeften (ABC: Autonomie, Betrokkenheid, en Competentie; vergelijk Daniel Pink’s Mastery, Purpose, en Autonomy). Je zal jezelf steeds opnieuw moet uitvinden en aanpassen waarbij de volgende persoonlijkheidskenmerken steeds belangrijker worden: DAadkrachtig, Relativerend, Wederkerig, Intelligent, en Nieuwsgierig (DARWIN). Daarnaast is balanceren vereist bij het leiden en motiveren van anderen (taakgericht, relationeel, transformationeel, en/of ethisch leiderschap).
Het laatste hoofdstuk in dit deel geeft een toelichting op de middelen die je bij het bouwen aan toekomstbestendigheid ter beschikking staan zoals de tijd nemen om sprintjes te trekken (de 10.000 uur regel), input verzamelen en leren (meetbaar gedrag online en offline, crowdsourcing, A/B-tests, kwalitatieve observatie en mystery shopping), en een toekomstkunstenaar worden.
Met het deel toekomstbestendigheid binnen organisaties (‘Success is not final, failure is not fatal: it is the courage to continue that counts’ - Winston Churchill) sluit het boek af. Om als organisatie toekomstbestendig te worden, is het noodzakelijk om een lerende organisatie te zijn. Hierbij leert de organisatie op drie niveaus: adaptief leren (op basis van resultaten de activiteiten aanpassen), generatief leren (op basis van resultaten de overtuigingen aanpassen), en het deutero leren (op basis van resultaten het leerraamwerk aanpassen). Naar analogie met je eigen weg naar toekomstbestendigheid zal ook een organisatie een goed geformuleerde purpose nodig hebben. Om de organisatie purpose vast te stellen, moeten de volgende vier vragen (bijvoorbeeld in workshopvorm) beantwoord worden: Wat heeft de wereld nodig? Wat drijft de mensen binnen je organisatie? Waarin excelleert je organisatie? En waar verdient je organisatie geld mee?
Vervolgens wordt weer het gemeenschappelijke uit deze vragen gedestilleerd. Het resultaat is dan de organisatie purpose die op een energie gevende manier moet worden geformuleerd en uitgedragen. De strategie die hiervoor ontwikkeld kan worden, is dezelfde waardecreatiestroom die al eerder is beschreven waarmee uiteindelijk medewerkerstevredenheid, klanttevredenheid en het leervermogen van je organisatie gerealiseerd kunnen worden. Hierbij dien je als leider een faciliterende context te creëren waarin je energie, ondernemerschap en creativiteit losmaakt bij je medewerkers.
Het laatste hoofdstuk beschrijft de toekomstbestendigheid in de dagelijkse praktijk waarbij de toekomst zich nog steeds niet laat voorspellen, maar hij is wel deels te beïnvloeden. Blijvende veranderingen realiseer je door communicatie, conditionering (opwaarts stimuleren middels aanleren of afleren) en voorbeeldgedrag. Daarnaast komen een aantal praktische do’s and don’ts voor het toekomstbestendig maken van jouw organisatie aan bod: de veerkrachtige vier, purpose, strategie, leiderschap, middelen (externe analyse, methodieken, structuur, multidisciplinaire teams, doelen, beoordeling en beloning, medewerkers, en IT). En wordt afgesloten met tips voor het faciliteren van de toekomstbestendigheid van je medewerkers: brein, wetenschap voor niet-wetenschappers, skills (IT en veranderkunde), klooien, inspiratie, en gezondheid.
Conclusie. Het boek is een spiegel op het nu om vandaaruit als individu maar ook als organisatie toekomstbestendiger te worden aan de hand van de vele uitgewerkte hulpmiddelen, modellen en stappenplannen. Het boek is voorzien van verschillende aansprekende voorbeelden en anekdotes en biedt ruimte voor zelfreflectie middels praktische opdrachten. Kortom: een mooi boek om eens vanuit een ander gezichtspunt naar business agility te kijken.
Over Henny Portman
Henny Portman is eigenaar van Portman PM[O] Consultancy en biedt begeleiding bij het invoeren en verbeteren van project-, programma- en portfoliomanagement inclusief het opzetten en verder ontwikkelen van PMO's. Hij is auteur en blogger en publiceert regelmatig artikelen.