Hiemstra neemt ons in 15 overzichtelijke hoofdstukken, onderverdeeld in vijf delen mee in zijn pleidooi voor het centraalstellen van digitalisering bij provincies. Deze staan nu voor grote uitdagingen zoals investeringen in de infrastructuur, de energietransitie, duurzaamheid, circulariteit en de woningbouwopgave. De uitdagingen waarvoor provincies staan, vragen om een samenhangende benadering waar digitalisering en organisatieontwikkeling hand in hand gaan. De centrale vraag is hoe provincies hiervoor de digitale mogelijkheden ten volle kunnen inzetten. Temeer omdat de grote ruimtelijk-economische opgaves een nauwe interprovinciale benadering vereisen die binnen verschillende bestuurslagen en tussen verschillende organisaties gerealiseerd moeten worden.
Hiemstra benoemt hiermee direct de Roze Olifant van overheidsland: het oeverloos tekortschieten van digitale vaardigheden, gebrek aan uitvoeringskracht en samenwerking tussen verschillende bestuurlijke lagen, ingegeven door een uiterst verkokerd systeemdenken. Juist digitalisering maakt het mogelijk dat er meer integraal aan complexe maatschappelijke opgaven gewerkt kan worden. De auteur stipuleert dat zich reeds een 4e Industriële Revolutie voltrekt als gevolg van transformatie-effecten van technologieën. De samenstelling van verschillende technologieën zorgen er op hun beurt voor dat de lijnen tussen fysieke-, digitale- en biologische domeinen vervagen.
Keerzijde van technologische ontwikkelingen is dat banen op grote schaal zullen verdwijnen en veranderen. Gelet op deze enorme ontwikkelingen en veranderingen, rijst de vraag of provincies wel adaptief genoeg zijn? Zoeken zij bijvoorbeeld de samenwerking met kennisinstellingen op en leiden zij personeel op voor de digitale revolutie? 'Als organisaties binnen hun digibeet-comfortzone wachten tot de storm voorbijraast, worden zij irrelevant en zullen zij steeds meer achter feiten en ontwikkelingen aanhollen. Het is dus zaak om te investeren in een samenhangende IT- en datahuishouding. Voor HR-afdelingen en directieteams ligt er een urgente opgave om hun personeelsbestand op te lijnen, het is vijf over 12 geweest.'
Maar hoe moet het dan?! De auteur introduceert het begrip Public Value Management. Hij bedoelt daarmee dat de overheid zal moeten investeren in ‘harde' zaken als werkgelegenheid en bereikbaarheid, maar zeker ook in ‘zachte' publieke waarden zoals ervaren schoonheidsgraden van het landschap. Voorts is er een actieve overheid nodig voor het realiseren van de grote maatschappelijk opgaven. Daarom is het noodzakelijk om als een geïntegreerde overheid, opgavegericht te werken in plaats van verkokerd en langs elkaar heen. Als laatste betekent Public Value Management dat de relatie tussen burger en overheid steeds meer zal veranderen, ingegeven door het idee van een open governance: een verregaande samenwerking tussen overheid en burger. Het is dus zaak om een adaptieve organisatie te hebben, met een adaptieve bestuursstijl om met technologische veranderingen maximale maatschappelijke waarde te creëren.
Digitalisering is volgens Hiemstra enerzijds een kans, anderzijds een mogelijke bedreiging. Natuurlijk zijn de mogelijkheden van technologische ontwikkelingen grenzeloos en dat is positief. Maar als we geen maatregelen treffen, betalen we met onze privacy. Datalekken, gijzelsoftware, achtergebleven wetgeving en algoritmes die hun doel volledig voorbijschieten zijn bekende schaduweffecten.
Het vermogen en de snelheid om digitale technologieën in te zetten om toegevoegde waarde te creëren, wordt in toenemende mate bepalend voor organisaties. De harde realiteit is ook de afnemende levensduur van bedrijven van 67 jaar in de laatste decennia tot aan 15 jaar nu. Denk zelf maar eens terug aan Nokia, BlackBerry, Kodak en V&D. Ook provincies hebben allang door dat niet tijdig anticiperen op digitalisering een bedreiging kan zijn. De auteur stelt dat de publieke sector ook veel innovatiever is dan wij denken en aan de wieg van vele successen staat, zoals Brainport Eindhoven, Apple en Google. Gelukkig maar!
Hiemstra geeft een realistische kijk op een digitaal besturende provincie en stelt dat er minder beleid gemaakt moet worden en data centraal moeten komen te staan. Een meer adaptieve beleidsvorming, informatiegestuurde toezicht en handhaving en real time monitoren van bijvoorbeeld assets m.b.v. sensoren, maken predictive maintainance en daarmee kostenbesparend werken mogelijk. Eigenlijk zijn er al steeds meer sensoren in de openbare ruimte om bijvoorbeeld de verkeersdoorstroming, luchtkwaliteit, geluid of waterstanden te meten. Gebeurtenissen kunnen daarmee steeds beter worden voorspeld.
De bouwblokken voor de moderne provincie bestrijken een adaptieve strategie, samenwerken in platformen, de professional als vakman en verbinder, flexibele digitale assets, sturing door data en dialoog en een zelforganiserende provincie met dienend leiderschap. Randvoorwaardelijk is dat provincies het IT-landschap niet moeten benaderen als losstaande applicaties en databases, maar als samenhangende IT- en datahuishouding die in verbinding staan met andere organisaties en partijen. Er zal dus nog flink geïnvesteerd moeten worden in informatie architectuur en datamanagement. Het is dus niet meer een kwestie van wel of niet willen investeren in technologische innovatie, eerder een keiharde voorwaarde om te overleven als organisatie, bestuur of professional.
Over Elmas Duduk
Elmas Duduk is psycholoog en bedrijfskundige. Als expert Lerende Organisaties en Veranderkundige begeleidt zij gerenommeerde organisaties bij complexe verandertrajecten, inrichtingsvraagstukken en kennismanagement. Als coach begeleidt zij executives en high performers. Zij is auteur van de boeken Crossmenstorschap en Comforttransitie.