In 2006 wordt Marcel Metze, onderzoeksjournalist en historicus, benaderd met de vraag het verhaal van operatie Ondernemingsplan 'openhartig' op papier te zetten. Rijkswaterstaat onderging in de periode 2003-2008 namelijk een uitgebreid verandertraject onder deze naam. Inkrimping van het personeelsbestand (Huis op Orde), professionalisering (Publieksgericht Netwerkmanagement) en de overgang van uitvoerende naar regisserende organisatie (Markt, tenzij) stonden hierin centraal.
Begin 2007 gaat Metze definitief aan de slag. Metze krijgt toegang tot interne documenten, woont bijeenkomsten bij en voert vele interviews met (ex)medewerkers. Het manuscript vordert gestaag en eind 2008 is het boek gereed voor publicatie. Begin 2009 deelt de Rijksdienst, bij monde van directeur-generaal Bert Keijts, echter mee niet in te stemmen met publicatie van 'Veranderend getij'. Het mist een rode draad en de beschrijvingen van hoofdrolspelers worden als karikaturaal ervaren. Eind 2009 spant de auteur een kort geding aan om publicatie af te dwingen, maar wordt niet in het gelijk gesteld. Tussenkomst van de Tweede Kamer en met name van Camiel Eurlings, minister van Verkeer en Waterstaat, zorgt er uiteindelijk voor dat het boek begin 2010 alsnog gepubliceerd wordt.
De informatie in 'Veranderend getij' is tweeledig. Aan de ene kant is daar de gedetailleerde beschrijving van Operatie Ondernemingsplan, wat uiteraard de hoofdmoot van het boek inneemt. Van de aanloop medio 2003 tot de afronding eind 2008 worden alle gebeurtenissen uitvoerig belicht. Aan de andere kant is er de tussenliggende informatie over de organisatie en cultuur van Rijkswaterstaat. Bij iedere organisatorische verandering beschrijft de auteur de situatie van 'toen en nu', wat de lezer een goed gevoel van context geeft en helpt bij het inleven in de toenmalige situatie.
Metze maakt een aantal wetenschappelijke uitstapjes. Hoofdstuk 2 bevat bijvoorbeeld een intermezzo, waarin hij ingaat op de 'functie van managementtaal'. Belangrijke managementstromingen zoals new public management en reinventing government worden hierin behandeld. Ook haalt de auteur werken van o.a. Drucker en Prahalad aan. Deze intermezzo's geven vanuit wetenschappelijk oogpunt een kijk op de veranderingen binnen Rijkswaterstaat. Een vermakelijk en interessant aspect van het boek zijn de reportages, die met name in de laatste hoofdstukken beschreven staan. Zo is er o.a. 'een dag op de verkeerscentrale', 'de verbreding van de A4' en 'de aanbesteding van de Tweede Coentunnel'. Verhalen uit het dagelijkse leven van Rijkswaterstaters.
Ondanks dat het boek grotendeels chronologisch verhaalt, verlies je door de mate van detail gemakkelijk de tijdsvolgorde uit het oog. Meermaals heb ik even terug moeten bladeren om te achterhalen in welke volgorde gebeurtenissen waren opgetreden. Het lijkt alsof de auteur deze lastigheid ook heeft bespeurd en geprobeerd heeft dit door middel van regelmatig recapituleren op te lossen. Voor mij persoonlijk werkt deze recapitulatie eerder verwarrend dan verhelderend. Het toevoegen van een tijdslijn aan het boek was naar mijn mening een betere optie geweest.
Ten slotte de schrijfstijl van Marcel Metze. Het boek leest niet lekker weg. Deels wordt dit veroorzaakt door de eerdergenoemde recapitulaties, deels door een overmatig gebruik van leestekens. De auteur bouwt onnodig lange zinsconstructies, soms zelf resulterend in zinnen van vijf à zes regels lang. Als gevolg hiervan moet de lezer meer dan eens even puzzelen om de betekenis van zinnen te achterhalen. Samenvattend heeft 'Veranderend getij' een unieke geschiedenis, bevat het een zee aan informatie voor ieder die op enige manier geïnteresseerd is in Rijkswaterstaat.