Iedereen die regelmatig met groepen werkt of in groepsprocessen deelneemt, weet dat groepswerk krachtig en onmisbaar is, maar ook voor problemen kan zorgen. Wie is het nog niet overkomen dat mensen afhaken, het gesprek niet tot de kern komt of dat één persoon de bijeenkomst domineert? Allemaal problemen waarvoor werkvormen een geschikt medicijn kunnen zijn.
'Het groot werkvormenboek' biedt een mix van heel bekende maar ook onbekendere werkvormen. Het boek bestaat uit 120 werkvormen, die gerangschikt zijn naar twaalf verschillende doelstellingen, variërend van kennismaken, beslissen, discussiëren tot het oefenen van vaardigheden en planvorming. Alle werkvormen zijn duidelijk en via eenzelfde stramien beschreven.
De aangehaalde varianten laten de brede mogelijkheden zien en dagen de lezer uit om zelf maatwerk te maken. Dit maakt het boek ook voor de ervaren gebruiker van werkvormen interessant. Bij het doorbladeren van de werkvormen bekruipt me echter af en toe het gevoel dat de auteurs wel heel graag de 120 wilden halen. Zo komt een aantal werkvormen met kleine variaties op verschillende plekken in het boek terug. Bovendien vind ik het geven van een presentatie en het werken in tweetallen nauwelijks als werkvormen te classificeren.
De werkvormen lopen sterk uiteen wat betreft de vaardigheid die je als facilitator nodig hebt om goed met de vorm te kunnen werken. Het sterrensysteem geeft daarom een indicatie van de moeilijkheidsgraad. Hierbij moet de kanttekening worden gemaakt, dat de werkvormen ook sterk verschillen in de benodigde inhoudelijke kennis en ervaring van de gebruiker. Dit aspect komt in het sterrensysteem niet tot uitdrukking. Hierdoor lijkt een werkvorm soms eenvoudig, terwijl deze in de praktijk veel lastiger tot een succes te maken is. Hierin zit zeker een valkuil voor de minder ervaren gebruiker van werkvormen.
Bij het lezen van dit boek kom je niet uit onder een vergelijking met een ander werkvormenboek dat al in 2006 is verschenen: 'Beweging in je Brein' van Monique Hampsink en Nanette Hagedoorn. Dit boek bevat zestig werkvormen, ook een respectabel aantal.
Zoals te verwachtingen was, heeft 'Het groot werkvormenboek' een aanzienlijke overlap met 'Beweging in je Brein'. Sterk van 'Beweging in je Brein' zijn de prachtige vormgeving en de duidelijke indicatie van het tijdsbeslag per werkvorm. Bovendien zijn de benodigde ruimte en materialen in één oogopslag te zien. De beschrijving van de werkvormen is in beide boeken overzichtelijk en helder, waarbij 'Het groot werkvormenboek' iets dieper op de zaken ingaat. 'Het groot werkvormenboek' gaat duidelijk een stap verder dan 'Beweging in je Brein' in het toelichten van de redenen om met werkvormen te werken.
In het hoofdstuk 'Waarom?' wordt ingegaan op redenen om bepaalde werkvormen in te zetten. Het is een theoretisch hoofdstuk waar een aantal zaken wel heel kort wordt aangestipt, maar dat als opfrisser lekker wegleest. De verdieping ten opzichte van 'Beweging in je Brein' geldt zeker ook voor het bieden van een handreiking bij het kiezen en toepassen van de werkvormen.
Het boek van Sasja Dirkse-Hulscher en Angela Talen begint meteen sterk. Op de tweede pagina staan werkvormen gesuggereerd voor de verschillende problemen, die je in een bijeenkomst kunt meemaken. De suggesties zijn afhankelijk van de rol die je in de bijeenkomst vervult (denk aan voorzitter, coach, gastspreker). Heel praktisch is het stappenplan voor het samenstellen van een goede bijeenkomst. In het hoofdstuk 'Welke?' staan zeven stappen om een effectieve bijeenkomst te ontwerpen en tot een goede keuze van werkvormen te komen.
Dit wordt samengevat in een praktisch bouwplan voor een bijeenkomst, dat helpt bij het vormgeven ervan - zeker in combinatie met de tweede pagina van het boek. Tegelijkertijd wordt u uitgedaagd om nieuwe werkvormen, buiten uw vaste repertoire, te proberen. Het boek sluit af met tips voor het werken met werkvormen. Vijf missers worden op een rij gezet. Die lijken open deuren, maar herken ik vanuit de praktijk zeker. Daarbij is het uitleggen van diverse stappen van de werkvorm in één keer in mijn ervaring de meest gemaakte fout.
Juist de laatste hoofdstukken maken het boek zeer waardevol, omdat je hierdoor nog eens extra bewust wordt van de zin en onzin van werkvormen. Wat levert een werkvorm op en voor welke doelen en problemen zijn de verschillende werkvormen geschikt? Het 'bouwplan voor bijeenkomst' behoedt je voor het gebruik van werkvormen 'omdat het zo leuk is' en helpt focus te houden op het doel dat je wilt bereiken. Daarnaast inspireert de beschrijving van de werkvormen om er zelf mee aan de slag te gaan. Kortom: een boek dat zeker thuis hoort in de boekenkast van iedereen die regelmatig bijeenkomsten organiseert en faciliteert.