'Psychologie voor managers' begint met het stellen van doelen. In een managementboek gaat het dan vaak over outputdoelen: hoeveel winst, omzet of wat dan ook gehaald moet worden. Bongers heeft het over in-putdoelen. Die hebben te maken met de manier waarop je de output(doelen) bereikt. We leren opmerkin-gen (in het boek 'klachten' genoemd) te vertalen in de 'ik'-vorm: Wat kun je er zelf aan doen? Daaruit wor-den leerdoelen geformuleerd. Uiteindelijk ontstaat er een contract tussen medewerker en leidinggevende.
De schrijfster geeft ons geen voorzichtige inleiding tot de materie maar duikt direct de diepte in. Voor mij kwam dat wat te snel. In een volgende druk zou ik zeker een uitgebreide inleiding opnemen. Dat stelt de lezer in staat om zich te verbinden met de materie (de externe verbinding: lezer met boek). Het was ook fijn geweest als er wat meer interne verbinding in het boek had gezeten (tussen de onderdelen van het boek).
Een overkoepelend model dat als kapstok dient zou die verbinding kunnen geven en zo bijdragen aan de toegankelijkheid van het boek. Of zoals Bongers zelf aanbeveelt: Maak eerst contact en dan het contract. De volgorde van onderwerpen in het boek is niet altijd even gelukkig gekozen. Meermalen wordt verwezen naar theorieën die later in het boek aan de orde komen. Dat maakt het lezen erg lastig. Zo lees ik in hoofd-stuk 2 dat iemands 'intern Kritische Ouder voortdurend in gevecht is met diens Aangepaste Kind'.
Pas in hoofdstuk 6 leer ik daar de achtergronden van. Ook zie ik in hoofdstuk 3 dat iemand een bepaalde 'voor-keursbril onder stress' heeft, maar de kennis over de verschillende brillen komt pas in hoofdstuk 5 aan bod. Het gevolg is dat ik veel heen en weer moet lezen om het te snappen.
Manon Bongers probeert een brug te bouwen tussen Management en Psychologie. Voor mij is het nog iets te veel 'Management voor Psychologen' dan 'Psychologie voor managers'. Er is hard gebouwd aan de brug tussen beide disciplines, maar de brug is opgebouwd vanaf de psychologische kant van de kloof. Veel managers zullen reikhalzend naar die brug kijken, maar er mist nog een stukje brug aan hun eigen kant.
Als je het boek zomaar op een zondagmiddag gaat lezen, dan duizelt het je al snel vanwege alle persoonlijkheidscategorieën, persoonlijkheidstrekken, gedragscycli, werkstijlen, gewoontepatronen, brillen, dramadriehoeken en vele andere begrippen die aan de orde komen. Dit is echt een boek waar je goed voor moet gaan zitten. Je moet het boek studerend lezen om er wat aan te hebben. Veel theorie met helemaal aan het einde van elk hoofdstuk een koppeling naar de praktijk.
Mijn advies is dan ook om maximaal één hoofdstuk per keer te lezen. Laat de aangereikte kennis goed op je inwerken en lees hetzelfde hoofdstuk enkele dagen later nog een keer. Pas dan kun je met het laatste deel van dat hoofdstuk aan de slag om de koppeling met (je eigen) praktijk te leggen. Dan kun je echt genieten van het aangereikte materiaal.
Over Joost van Driessen
Joost van Driessen is manager bij het Ministerie van Defensie. Hij is afgestudeerd in de informatica aan de Universiteit Leiden en deed zijn MBA-opleiding bij de Business School Nederland. Zijn werkterrein bevindt zich op het grensvlak waar organisatie en informatie elkaar raken.