Even een paar beroepen die we nog kennen uit onze eigen jeugd: strandfotograaf, melkboer, schillenboer, scharensliep, orgelman, voddenman, veerman, schooltandarts, putjesschepper (als dreigement), poelier, kolenboer, dienstmeid, douanier, veldwachter, schoen- en kleermaker. Of een paar waarvan u ook denkt, wat was dat ook al weer: dorpsomroeper (in 1981 was er nog een wedstrijd voor), pindachinees, kuiper (inmiddels een bekende achternaam), mosselman, bruggentrekker, parlevinker, marskramer, tollenaar, biljartballendraaier, porder, waterstoker en scheepsjager. Zo staan er nog tientallen in. Het is een boekje vol nostalgie wat het ongetwijfeld goed doet in de wachtkamer, als cadeautje (in plaats van weer een boekje met al eerder verschenen columns van Youp), op de leestafel, etc. etc. Even mijmeren bij hoe die tijd moet zijn geweest. Het lijkt me echter veel valse romantiek. Er moest hard worden gesappeld, waarbij de ongeschoolde mens een verzameling van verschillende beroepen uitvoerde om zo letterlijk de kost bij elkaar te scharrelen. De bruggentrekker bijvoorbeeld. In het centrum van Amsterdam zijn de bruggen erg steil, zo bleef de stad bereikbaar voor hoog opgeladen dekschuiten. De handkarren kwamen er daardoor maar met moeite overheen. Zodoende vormden de steilste bruggen een bron van inkomsten voor sterke mannen (kranige kerels), die met een touw en een haak voor een paar centen 'de kar trokken'. U weet in ieder geval nu wat dat betekent: moet ik de kar alleen trekken? De porder is ook zo'n merkwaardig 'beroep'. Tot in de jaren dertig liet je je wekken door een professionele kracht: de porder. De wekker was nog te duur voor de gewone man: een porder werkte per wijk en had zo'n honderd abonnees. Iedere klant had zo zijn eigenaardigheden en wenste op zijn eigen manier te worden 'opgepord'. Bijvoorbeeld met een lange stok tegen het slaapkamerraam. Een keer per week rekende de porder af en haalde hij zijn centen op. De foto's stralen nagenoeg allemaal iets nederigs uit, alsof het mensen zijn met een beroep zonder aanzien. Donkere serieuze gezichten die je zeker niet terug doen verlangen naar die goede oude tijd. Als je de verhaaltjes bij de foto's leest, is dat eigenlijk ook het beeld wat het oproept: schoenenpoetser, slachter, nachtwachter, mijnwerker, telegrambezorger, botersmokkelaar en olieman. Weinig om jaloers op te zijn. U wordt achterin het boekje uitgenodigd te reageren of met aanvullingen te komen. Ik weet er nog wel één: docent Nederlands. Een eerbaar beroep dat is afgeschaft in 2007 onder de druk van het Nieuwe Leren: een gedachtespinsel van opeenvolgende regeringen. Een jammerlijke ontwerpfout van het competentieleren. Er werd een generatie jonge Nederlanders mee verpest. Pas na 2010 werd het vakinhoudelijk en het cognitieve kennisonderwijs weer erkend en heringevoerd in het beroepsonderwijs. Onder het mom van 'voortschrijdend inzicht' kwamen de verschillende ministers van onderwijs uiteindelijk goed weg voor de rechter. Domheid op zich bleek geen misdaad tegen de menselijkheid.
Recensie
Zeg ken jij de mosselman?
Een mooi luxe uitgegeven boekje (214 bladzijden op ongeveer A5-formaat) over verdwenen beroepen. Links de tekst en rechts een zwart-wit foto uit lang vervlogen tijden. Een tijd dat je nog was wat je deed. En een tijd waarin ondanks vaak zware arbeidsomstandigheden beroepstrots nog leek te bestaan. Misschien zijn de foto's in dit boekje wel een belangrijker stuk van onze historie dan de bijbehorende tekst. Volgens mij bestaat de goede oude tijd niet, zo kijkend naar de gezichten op de foto's.