Mathieu’s (Weggeman, red.) nieuwe boek voldoet aan beide criteria: Goeie mensen, mooi werk heeft honderdvijftig pagina’s in een klein formaat en bevat dertig korte praktijkverhalen.
Dat ik de auteur met zijn voornaam aanduid is niet de gewoonte bij mijn recensies voor Managementboek. In dit geval leek het mij passend, omdat we elkaar kennen en samen verschillende boeken hebben geschreven.
Een positief managementboek
Mathieu wil met zijn boek ‘managers en professionals indrukken geven van hoe mooi het leven in organisaties kan zijn’. Hij typeert het zelf als een ‘positief managementboek’. De verhalen die erin staan speelden zich af binnen diverse organisaties, zoals de studio van The Beatles (toen ze nog platen opnamen), de KLM (uit de tijd dat het nog geen Air France-KLM was) of Philips (toen ze nog lampen maakten). Bij het lezen van een verhaal roept Mathieu de lezer op om zich af te vragen: Zou dat bij ons ook kunnen?
Dertig verhalen over vakmensen
Een illustratie van vakmanschap en samenwerking staat in het verhaal dat zich afspeelt in de operatiekamer van een ziekenhuis. De acht teamleden zijn bijna zwijgend aan het werk bij een complexe operatie. Ze ‘spreken’ met hun handen en ogen. Na ruim tien uur opereren lopen ze naar de koffiekamer naast de OK. Het is er stil, totdat iemand zegt: ‘Mooi hé’.
Een ander verhaal gaat over managers van de lichtdivisie van Philips. In een studiebijeenkomst, waar gesproken wordt over de missie van de organisatie, gaan de aanwezigen met elkaar in gesprek over het mooie van hun vak. Zo ontstaat al pratend de missie van hun organisatie, met zinnetjes daarin zoals: ‘Light is a visible form of energy, protects those you love, banishes monsters from under beds.’
Dat de liefde voor het vak soms net iets doorschiet, illustreert Mathieu met een verhaal over de ingenieurs die als eersten in de wereld een rijstkoker ontwierpen, waarin de rijstkorrels niet langer samenklonterden maar als losse korrels uit de koker kwamen. Deze innovatie werd geen succes omdat mensen in oosterse landen liever ‘plakrijst’ eten. Hier was volgens de auteur sprake van ‘engineers delight: Meer doen dan wat gevraagd is, gewoon omdat het kan’.
Esthetische criteria
Omdat Mathieu het niet kan laten, sluit hij zijn boek af met een theoretisch getint essay. In ‘Een esthetisch perspectief op de organisatie’ presenteert hij onder meer een model voor de relatie tussen proces- en resultaatesthetiek en heeft hij het over de vier categorieën van esthetische criteria. En zoals het een adviserende hoogleraar betaamt, geeft hij de lezer een zestal aanbevelingen mee ‘in adviseurs- en managementboekentaal’. Zo roept hij in advies nummer vijf op om bij het ontwerpen van de organisatie gebruik te maken van de volgende ontwerpparameters: minder ‘verticale’ instrumenten voor planning & control en in plaats daarvan meer sturen op collectieve ambitie, ruimte geven voor zelfsturing en het aanstellen van uit het vak afkomstige managers.
Mintzberg en Weggeman
Al lezend moest ik denken aan het fraaie boekje van Mintzberg met de speelse titel: Bedtime stories for managers met daarin tweeënveertig korte verhalen. In beide boeken reflecteren de auteurs op hun werk, en beide boeken zijn op een luchtige manier geschreven. Zowel Mitzberg als Mathieu moeten niets hebben van als MBA opgeleide managers. En Mathieu kan zich volgens mij goed vinden in de opvatting van Mintzberg dat management moet worden beoefend als een ambacht, geworteld in ervaring, waarbij intuïtief inzicht veel zwaarder weegt dan verstandelijke kennis.
Schoonheid en vakmanschap
In Goeie mensen, mooi werk staan verhalen over situaties die meestal zo’n tien tot vijftien jaar geleden speelden. Ze zijn volgens Mathieu niet gedateerd, want de verhalen hebben volgens hem nauwelijks aan relevantie of actualiteit ingeboet. Maar ik blijf wel zitten met de vraag of er na de eeuwwisseling geen positieve verhalen over vakmanschap en leiderschap te vinden waren.
Mathieu zegt dat hij een ‘positief managementboek’ wilde schrijven. Dat is hem niet helemaal gelukt. In zo’n tien verhalen moppert Mathieu op door managers bedachte formulieren, regels en bureaucratische procedures. Regels die volgens hem vakmensen afhouden van het werk dat ze graag doen. Een voorbeeld daarvan is de buschauffeur die muziek in de bus draait en op speelse wijze mededelingen omroept. Er zijn geen klachten van reizigers en de chauffeur heeft geen ongelukken gemaakt en toch werd hij ontslagen, omdat hij zich niet gedraagt volgens de richtlijnen.
De Groningse blik
Goeie mensen, mooi werk! is geschreven door een auteur afkomstig uit het zuiden van ons land. Een streek waar blijheid en opgewektheid in het water lijkt te zitten. Voor mij als Groninger, afkomstig uit de regio waar je als fietser altijd tegen de wind in fietst, vraagt het enige geestelijke flexibiliteit om in elke organisatie het positieve en het schone te zien. En dat is het nuttige van dit boek: het moedigt de lezer aan om nu eens een keer niet naar organisaties en leiderschap te kijken vanuit tegenwind, problemen, efficiëncy of effectiviteit.
Ook al staat in het boek een aantal verhalen waarin duidelijk wordt dat het leven in een organisatie niet altijd mooi is, is Mathieu erin geslaagd om de lezer indrukken te geven van hoe mooi het leven in (veel) organisaties kan zijn. De verhalen over betrokkenheid van mensen bij hun werk en over managers die oprechte aandacht hebben voor hun mensen, zijn in de meerderheid. De compacte manier van schrijven vraagt wel om aandachtig lezen. Je leest anders makkelijk over een inspirerende gedachte heen over mooi werk, vakmanschap en leiderschap.
Over Rudy Kor
Rudy Kor is zelfstandig organisatieadviseur en auteur van diverse managementboeken. Tot voor kort werkte hij (als senior partner) bij Twynstra Gudde. Hij startte zijn werkzame leven bij Philips in Eindhoven. Als adviseur helpt hij (project)managers bij het effectiever inrichten van hun projecten. Als veellezer wordt hij gedreven door nieuwsgierigheid en schrijft regelmatig boekrecensies.