Wie met de trein reist, kan het opmerken: ‘Beste reizigers….’. De omroeper heeft het al jaren niet meer over ‘dames en heren’. Het is een klein voorbeeld van anders omgaan met gender. Mounir Samuel maakt duidelijk dat daarmee iedereen wordt erkend, begroet en aangesproken.
Onbewust onbekwaam
Zo simpel als dit voorbeeld is het vraagstuk van gender bepaald niet. Ik moet bekennen dat ik als witte, oudere en hoogopgeleide man nauwelijks iets wist van dit onderwerp. De misverstanden tussen de drie G’s: geslacht, gender en geaardheid zouden ook voor mij kunnen gelden. De auteur legt haarfijn uit hoe dat zit, bijvoorbeeld dat gender los staat van iemands geboortegeslacht. Ik ben vermoedelijk niet de enige onbewust onbekwaam op dit gebied. Het zou eenieder sieren dat toe te geven en iets minder stellig te zijn op dit terrein. Feit is dat het in de Nederlandse taal ontbreekt aan genderopties. Onze taal loopt dus achter en dat bemoeilijkt het gesprek erover.
Politierapporten
Al in het eerste hoofdstuk wordt duidelijk waarom gender zo belangrijk is, hoeveel onbegrip erover is en hoe we als land achter de feiten aanlopen. Bovendien heeft iedereen ermee te maken: niet alleen in de trein, ook op scholen is transgender een belangrijk aandachtspunt. Hoe er mee om te gaan? In ieder geval niet zoals in politierapporten waarin transgender personen uitsluitend worden aangeduid met hun geboortegeslacht. Daarnaast komt het veel voor dat mensen ongepaste vragen stellen. Ongepast in de zin dat de ontvanger gekwetst wordt. De vragensteller is zich vaak van geen kwaad bewust. Denk aan vragen zoals: He, ben jij een jongen of een meisje? of: Dus je hebt je laten ombouwen?
Taal
Taal kan dus uitsluiten. Als we geen woorden hebben als alternatief voor ‘meneer’ of ‘mevrouw’ - zoals het geval is bij non-binaire en/of genderqueer, genderfluïde of derde gender personen, dan wordt het duidelijk dat mensen elke dag pijn wordt gedaan, al dan niet bewust.
De auteur geeft veel taalsuggesties om de oude taal te kunnen verlaten: naast tante en oom komt ‘omte’; naast nichtje en neefje ‘nifje’. Dat is even wennen inderdaad. Maar dat was de Zwarte-Pieten-discussie ook. En wie erbij stilstaat beseft dat het de juiste manier is om iedereen aan te laten sluiten en in te sluiten.
Het verleden
Interessant is de kijk van de auteur op de worsteling van de overheid m.b.t. het verleden, zoals bijvoorbeeld in Suriname. Samuel stelt dat dat er vooral naar uitvluchten wordt gezocht, veel ‘sorry’ wordt gezegd maar geen ‘excuses’ worden aangeboden. De reden kennen veel mensen wel: aan excuses zouden financiële verplichtingen verbonden zijn. Er wordt gesproken, maar er wordt geen verantwoordelijkheid genomen, zoals in zinnen als: ‘We betreuren de ophef ’, of: ‘Het was niet onze bedoeling mensen te kwetsen’. De auteur merkt hierover op dat echte excuses zich richten op de oorzaak en niet op het gevolg. In de nieuwe taal worden excuses gemaakt. Taal vernieuwt zich en daardoor wordt ook het denken vernieuwd.
Je mag ook niets meer zeggen is een diepgaand boek over onderwerpen die ons allemaal raken, en waar we bewuster mee mogen omgaan. Mounir Samuel heeft daartoe een uitstekende aanzet gegeven.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.