De mogelijkheden liggen voor het oprapen. Honger, ziekten, klimaatverandering, biodiversiteitsverlies. Allemaal urgente vraagstukken die door vele onderzoekers helder voor het voetlicht zijn gebracht. Als we ons voor dergelijke doelen inzetten, dan kunnen we een betere toekomst realiseren. Maar waar zetten we ons voor in?
Vier kwadranten
Daar komt Bregman met een eenvoudig schema dat idealisme en ambitie op vier kwadranten plot. Bregman maakt gehakt van de niet zo ambitieuze en niet zo idealistische bullshitbanen die ook door de mensen in deze beroepen nutteloos worden genoemd. Ambitieuze maar niet zo idealistische beroepen zoals consultants en advocaten halen ook niet genoeg uit hun leven. Idealistische maar niet zo ambitieuze mensen die afval scheiden, plastic tasjes weren en tweedehandskleding kopen doen evenmin genoeg. Zij laten kansen liggen. Nee, de enige categorie die er toe doet zijn de moreel ambitieuze mensen, die grootse daden verrichten.
Groots en meeslepend
Ongewild zullen veel mensen hun eigen werk plotten op deze assen. Kan ik mijn eigen werk vergelijken met mensen die zich inzetten om de slavernij af te schaffen? Of infectieziekten de wereld uit te helpen? Kan ik gehoor geven aan zulke grote ambities? Vermoedelijk is voor velen het antwoord, ‘nee’. Mensen met idealen en ambitie zijn er volgens mij genoeg. Kunstenaars, ambachtsmensen, en vele anderen die hun passie nastreven en daarmee de wereld een stukje mooier maken. Mensen die een bescheiden leven leiden en zich niet storten op het grootse en meeslepende. Zouden die zich aangesproken voelen door Bregman? Ze worden in elk geval niet gezien in dit verhaal.
Geraakt worden
Morele ambitie is opgebouwd vanuit tien hoofdstukken, waarvan negen een aansporing en advies zijn om een moreel ambitieus leven te leiden. Een aantal verhalen van meer en minder bekende historische figuren komt in meerdere hoofdstukken terug. De Britse vrijheidsstrijder tegen slavernij Thomas Clarkson is Bregmans grote held en over hem lezen we in meerdere hoofdstukken. Geraakt door een willekeurige essaywedstrijd over de vraag of het geoorloofd is om anderen tegen hun wil tot slaaf te maken heeft hij zijn leven aan dit thema gewijd. Iets gelijksoortigs gebeurde bij Rob Mather, toen hij een televisieprogramma over een verbrand babytje zag en besloot tot een goede-doelen-actie, dat uitgroeide tot een stichting die zich inzet voor het redden van honderdduizenden levens door het uitdelen van malarianetten.
Schouderklopjes
Bregman roemt de bescheidenheid van dergelijke mensen, zoals Ralf Nader in de tijd dat hij streed voor strengere milieuwetgeving in het Nixon-tijdperk. ‘Hoe minder behoefte je hebt aan schouderklopjes, hoe sterker je staat’, zei Nader. Dat geldt duidelijk niet voor Bregman zelf, die wel twintig aanbevelingen heeft laten plaatsen op de buiten- en binnenzijde van de kaft. Allemaal lovende reacties. Opvallend genoeg staan die in scherp contrast met de vaak kritische recensies en reflecties die zijn gepubliceerd sinds het verschijnen van het boek. Bregman spreekt de lezer aan, vanuit één, een tikje dwingend, perspectief waar velen zich blijkbaar niet volledig in kunnen vinden.
School voor liefdadigheidsondernemers
Bregman is een goede verteller en hij heeft mooie, bewonderenswaardige verhalen naar boven gehaald. Historische verhalen, zoals over verzetsman Arnold Douwes die in de Tweede wereldoorlog zijn halve Drentse dorp overhaalde om onderduikers op te vangen. En recente voorbeelden, veelal uit de school van effectief altruïsme, waarbij het doel is om zoveel mogelijk impact te maken met de middelen die je beschikbaar hebt. Dan is het mooi meegenomen als je veel geld hebt, zelfs al is dat verdiend met een bullshitbaan, of een ambitieus maar niet zo idealistisch beroep zoals effectenmakelaar.
Bregman zelf kan ook niet achterblijven. Een van zijn verhalen gaat over de school voor liefdadigheidsondernemers, waar Bregman grote bewondering voor heeft. Met dat als voorbeeld heeft hij zijn eigen School voor Morele Ambitie opgericht en nodigt hij mensen uit om cirkels te vormen om projectideeën uit te werken. Bregmans boek dient als een gids op dat pad. Ik hoop dat het veel mensen inspireert.
Voor de lezer die niet per se dat pad op wilt, is Morele ambitie nog steeds een inspirerend boek, hoewel Bregmans schrijfstijl ook de nodige irritatie kan opwekken. Hij strooit met clichéwoorden en veel zinnen lezen als plat gesleten paden uit een ander tijdperk. Het boek is een stuk dunner dan De meeste mensen deugen en zeker lezenswaardig.
Over Freija van Duijne
Freija van Duijne was van 2013 tot 2018 voorzitter van de Dutch Future Society. Zij heeft meer dan tien jaar werkervaring als toekomstverkenner en strateeg in diverse overheidsorganisaties. Freija werkt vanuit haar bedrijf Future Motions en geeft trainingen en lezingen op gebied van toekomstverkennen.