Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Werken met Theorie U

Het boek Organisatieontwikkeling met Theory U van Esther de Haan en Eva Beerends wordt gepresenteerd als ‘een mooie tool in de gereedschapskist van organisatiecoaches, consultants en trainers die bezig zijn met organisatieontwikkeling’. En dat is het ook. Maar wel met één niet onbelangrijke voorwaarde: de lezer moet de ideeën achter Theory U onvoorwaardelijk omarmen. En dat is niet altijd even gemakkelijk.

Bert Peene | 10 april 2012 | 4-5 minuten leestijd

Theory U werd voor het eerst gepresenteerd in het gelijknamige boek van Otto Scharmer dat in 2007 verscheen. Meer nog dan een theorie in de gebruikelijke zin van het woord (een geheel van denkbeelden, hypothesen en verklaringen die in onderlinge samenhang worden beschreven en als zodanig een toetsbaar model ter verklaring van waarnemingen van de werkelijkheid vormen) zien haar aanhangers Theory U als een zoektocht naar een aanpak voor de problemen in onze hedendaagse samenleving.

Dat zijn er heel wat en volgens Scharmer komen ze voort uit drie grote tegenstellingen: de ecologische kloof, de sociale kloof, en de spirituele kloof. Scharmer stelt dat we ver van onszelf verwijderd zijn geraakt, met alle gevolgen van dien (hij verwijst onder meer naar het hoge aantal zelfmoorden). Daarom moeten we weer leren luisteren naar de beweging die in ons lichaam zit; die kan een aanwijzing geven voor de richting die we moeten gaan. ‘Presencing’ heet dat, wat zoveel betekent als ‘in aanraking komen met ons authentieke Zelf’. Alleen als we daarin slagen, is diepgaande verandering mogelijk; in mensen en dus ook in organisaties. Die zoektocht naar ons authentieke Zelf is in feite een stappenplan dat gevisualiseerd wordt in de letter U: je moet als het ware de bocht door om met je authentieke Zelf in contact te komen.

Mocht dit allemaal wat zweverig overkomen, dan kan ik dat alleen maar onderschrijven, ook aan mij is al die spiritualiteit niet besteed. Niettemin was ik met hoge verwachtingen aan het boek van Esther de Haan en Eva Beerends begonnen, omdat ik Theorie U via het boek De ondernemende manager van Norbert Greveling had leren kennen als een inspirerende manier kennen om innovatie, verandering en leiderschap tot stand te brengen. Greveling is wars van zweverigheid. ‘Het gaat over de capaciteiten van mensen en teams om hun eigen toekomst te creëren,’ zo schrijft hij als hij kort ingaat op de essentie van Theorie U. ‘Een belangrijk uitgangspunt daarbij is dat aandacht de sleutel is tot wat je creëert. Het gaat om datgene waar je aandacht aan besteedt en de manier waarop je dat doet. [-] Niet het analytische weten op basis van bijvoorbeeld spreadsheetberekeningen en trendanalyses, maar het primaire weten op basis van gewaarwording.’

Aandacht en gewaarwording, daar kon ik me iets bij voorstellen. Dat ik daartoe stilteoefeningen zou moeten doen waarbij ik aandachtig naar mijn adem luister, of door de tuin loop en alles wat ik waarneem, aandachtig in me opneem, had ik toen niet kunnen vermoeden. Ik betwijfel ook of Greveling dat soort exercities wel noodzakelijk acht voor het creëren van ‘toekomstbestendigde organisaties’ (zoals de ondertitel van zijn boek luidt). De Haan en Beerends doen dat wel en daarom hebben zij dit boek geschreven.

Organisatieontwikkeling met Theory U is allereerst een werkboek waarin een groot aantal werkvormen beschreven wordt die je kunt gebruiken om door de U te komen. Ze zijn verdeeld over de vijf fasen van het proces. Achtereenvolgens zijn dat: Seeing, Sensing, Presencing, Crystallizing, en Prototyping. Vooral in de eerste fasen vind je een groot aantal werkvormen van het type Stiltewandeling, Natuurervaring en Natuurcollage. Je kunt mensen ook vragen een ‘pantoum’ te schrijven, een bepaald soort Tibetaans gedicht dat heel nuttig blijkt te zijn in de Presencing-fase. Het moge duidelijk zijn dat mijn scepsis al lezende groeide.

Maar in het tweede deel van het boek blijkt dat de ‘kom-eerst-in-contact-met-jezelf-soep’ toch niet zo heet gegeten wordt als in het eerste deel opgediend. De auteurs beschrijven hierin tien voorbeelden van organisatieontwikkeling waarbij het stappenplan van Theorie U succesvol werd ingezet. Bij KLM Cargo en Seats2Meatc.om bijvoorbeeld, waar de inzet letterlijk het vergroten van de toekomstbestendigheid van de organisatie was. Maar ook bij Achmea en TNO. Van yoga- en mindfulness-achtige toestanden is hier geen sprake. Theorie U lijkt hier veel meer op wat zij uiteindelijk ook is: een werkwijze om organisatieontwikkeling vorm te geven die zich van andere werkwijzen onderscheidt door de nadruk die gelegd wordt op reframing, op open staan voor de ideeën en opvattingen van anderen (dus hun mentale modellen), van je eigen beperkingen, en daarmee dan zo effectief mogelijk omgaan.

Een belangrijke voorwaarde hierbij is dat je afrekent met iedere vorm van vooringenomenheid en dat is, zo leren neurowetenschappers ons, niet zo eenvoudig. Onze natuur geeft ons namelijk al zo lang als de mensheid bestaat een natuurlijke neiging tot kortzichtigheid mee. Of je daarmee afrekent als je stilteoefeningen doet of Tibetaanse gedichten schrijft? Wellicht. Maar ik hoop dat er toch ook nog een keer een boek verschijnt met werkvormen die hetzelfde effect beogen zonder dat je daarbij met gesloten ogen door een open ruimte moet lopen.

Over Bert Peene

Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden