Codes & Commissarissen steunt op gedegen onderzoek: het boek brengt de vigerende meningen over goed bestuur in kaart aan de hand van een enquête onder 250 president-commissarissen en bestuursvoorzitters. Bovendien werden de jaarverslagen van 129 beursgenoteerde ondernemingen geanalyseerd op toepassing van de code-Tabaksblat. Om het beeld te complementeren, peilden de auteurs ook de mening van superbelegger ABP, toezichthouder AFM en twee governance-experts. Het geheel wordt voorafgegaan door een ‘corporate governance for dummies’-achtig hoofdstuk. Handig voor degenen die even kwijt zijn wat er ook alweer met het ‘Wonder van Den Haag’ bedoeld wordt (het SER-advies uit 1969 om bevoegdheden van de aandeelhouder over te hevelen naar een verplichte raad van commissarissen waarmee de structuurvennootschap geboren was), of voor wie graag nog eens het verschil krijgt uitgelegd tussen de Angelsaksische one-tier board (bestuur en toezicht in één bestuurslichaam) en de Rijnlandse two-tier board (bestuur en toezicht gescheiden in een aparte raad van bestuur en raad van commissarissen).
De code-Tabaksblat heeft geleid tot beter toezicht, volgens de ondervraagde commissarissen en bestuursvoorzitters. Het rolbewustzijn onder commissarissen is vergroot en er wordt vaker en intensiever vergaderd. De schaduwkant wordt gevormd door risicomijdend gedrag en de toegenomen regeldruk. Volgens de auteurs wordt het commissariaat minder leuk gevonden. Sommige commissarissen hebben het gevoel dat ze alleen nog maar bezig zijn met regeltjes. Maar, zo zegt Jan Schoenmakers in een interview: ‘Oud-topmannen als Jan Hommen, René Dahan en Karel Vuursteen hebben indertijd zelf snoeihard invulling gegeven aan hun bestuurdersrol. Zij zijn blij dat de code hun een alibi verschaft om de relationele gevoeligheden aan de top te doorbreken en hun rol als president-commissaris net zo hard te spelen. Die regeltjes nemen ze op de koop toe.’
Over Pierre Pieterse
Pierre Pieterse was tot februari 2022 hoofdredacteur van Managementboek Magazine.