Wat hebben Columbus, Magellaan, Amundsen, Hillary en Tenzing met elkaar gemeen? Voor Gijs van Wulfen is dat wel duidelijk. Ze gingen op zoek naar een nieuwe wereld, wilden de concurrentie voorblijven, gingen niet in hun eentje, het duurde maanden voordat ze hun doel bereikten, en de kans op mislukking was groot. Het was maar zeer de vraag of ze ooit veilig in hun thuishaven zouden terugkeren. En toch gingen ze. Dat zijn volgens hem precies de kritieke succesfactoren van een geslaagd innovatieproject: passie, urgentie, uitdaging, teamwork, een goed plan, een gedegen voorbereiding, focus, vastberadenheid, gebruik maken van nieuwe technologie en empathie.
Geïnspireerd door de grote ontdekkers ontwikkelde Van Wulfen een methode om nieuwe concepten te creëren voor zowel producten als diensten, die hij de ‘VOORT Innovatie Methode’ noemde. VOORT is een acroniem van de eerste letters van een vijf-stappenplan: Vertrekken, Ontdekken, Ontwikkelen, Reflecteren, en Terugkeren. Tijdens de eerste stap wordt de innovatieopdracht bepaald, tijdens de tweede worden inzichten vergaard in wat de (potentiele) doelgroep echt belangrijk vindt en waar zij mee worstelt, de derde stap is die van het bedenken en uitwerken van ideeën, tijdens stap vier worden deze getoetst bij de (potentiele) doelgroep, en tijdens de laatste stap worden de meest kansrijke concepten uitgewerkt (onderbouwd met markt-, omzet- en winstverwachtingen), en wordt de maakbaarheid ervan ingeschat. Ten slotte worden ze in de vorm van mini-businesscases in een herkenbare vorm aan het management gepresenteerd, ‘dat natuurlijk reuze nieuwsgierig is.’ Een VOORT project neemt volgens van Wulfen ongeveer twintig weken in beslag, inclusief de voorbereiding.
De Innovatie Expeditie is een boek dat past bij een cultuur die in het concurrerende waardenmodel van Robert Quinn de ‘Marktcultuur’ wordt genoemd. Een van de belangrijkste kenmerken van een Marktcultuur is planmatigheid: een bedrijf is vooral succesvol doordat het werkt aan de hand van gedegen marketingplannen. Dat geldt dus ook voor innovatie: zonder een goed plan geen succesvolle vernieuwing. En daar is volgens Van Wulfen nog een heel terrein te winnen; zeven van de acht innovatieprojecten strandt immers vroegtijdig!
Het is echter de vraag of innovatie alleen langs de weg van een zorgvuldig opgezet plan kan plaatsvinden. ‘Het leiden van creativiteit lijkt een paradox,’ schrijven Wil Michels en Ineke Huyskens in hun boek Brand-id (‘Inspiratieboek voor creatief denken’), ‘want juist voor creativiteit heb je vrijheid, ruimte en inspirerend leiderschap nodig. Zinnig is het om goed te kijken of creativiteit echt een waarde is in de organisatie die meetelt en of de structuren ruimte bieden voor andere visies en werkwijzen. Tussen de waarden en structuren stroomt de cultuur.’ Dat aspect ontbreekt in Van Wulfens boek. Niks lerende organisatie waarin verbeteren, veranderen en vernieuwen als vanzelf gaan; innoveren doe je pas als het nodig is. Dan ga je er eens goed voor zitten met elkaar en als je dan de juiste dingen doet, komen de vernieuwende concepten vanzelf. Dat is een beperking waarvan de geïnteresseerde lezer zich bewust moet zijn. De Innovatie Expeditie is een boek dat vooral waarde heeft binnen een cultuur waarin iedere dag keihard gewerkt wordt om resultaten te behalen – lees: marktleider te zijn – en planmatig werken belangrijker gevonden wordt dan het genereren van spontane creatieve vondsten.
Voor de lezer die juist naar een stappenplan op zoek is, heeft De Innovatie Expeditie echter bijzonder veel te bieden. Van Wulfen noemt zijn boek ‘een visuele reisgids’, maar het is veel meer dan dat. Het bevat boeiende verhalen over ontdekkingsreizen, inspirerende quotes, handige innovatieroutekaarten en talloze praktische checklists en tools, waardoor het een rijkdom gekregen heeft die de status van handboek waardig is. Zo mag het van mij dan ook best gerubriceerd worden.
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.