Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Hoe raak je ze kwijt? - Over ontspoorde leiders en slechte managers

Het probleem van leiderschap, namelijk slecht leiderschap, is volgens Joep Schrijvers, ten onrechte een verwaarloosd thema. Het is hoog tijd de ‘gestoordheid van het alledaagse’ onder ogen te zien en niet mee te gaan in het positieve intentiedenken dat verhindert de vinger op de zere plek te leggen.

Paul Misdorp | 17 mei 2017 | 4-6 minuten leestijd

Daar gaat het heldere en prettig geschreven Hoe raak je ze kwijt? over, dat deels teruggrijpt op oude in onbruik geraakte denkbeelden.

In 2002 verscheen Joep Schrijvers’ Hoe word ik een rat? Dit boek over strategisch gedrag om je als leider of volgeling omhoog te werken, trok veel aandacht en kreeg terecht veel publiciteit. Inmiddels zijn we vijftien jaar verder, hebben te maken (gehad) met veel gestapelde crises in het groot en schandalen ‘in het klein’. In diezelfde periode zijn boekenkasten vol geschreven over goed leiderschap en is er hele opleidingsindustrie in de publieke en private sector ontstaan rond leiderschap. In dit boek gaat het daarentegen om slecht of ontbrekend leiderschap – waar heeft dat mee te maken? – en richt Schrijvers zijn pijlen op de bedrijfstak die lucht verkoopt. Schrijvers zelf omschrijft het als de ‘gesuikerde leiderschapssprookjes van de managementindustrie’. De kritisch-sceptische invalshoek van dit boek, juist omdat het zich afzet tegen het brave mainstreamdenken over leiderschap, verdient wat mij betreft opnieuw aandacht.

Kortom: doel van het boek is te laten zien dat de mens, dus ook de leider, vaak juist niet in het belang van het grotere geheel denkt en handelt. Daarom moeten we, volgens de auteur, van deze ontspoorde leiders af zien te komen. Maar dan moeten we eerst doorzien hoe die ontsporing werkt, zo lijkt de stelling van Schrijvers te zijn. Pas dan kunnen we mogelijkerwijs bijdragen aan beter leiderschap met minder schadelijke effecten voor de samenleving.

Ontspoord leiderschap heeft natuurlijk in de eerste plaats te maken met het slechte gedrag van de leider zelf in termen van onethisch, falend, verkwistend, autoritair en voor eeuwigheid. Maar ook dociele volgelingen (deze zijn tot op zekere hoogte niet alleen slachtoffer maar ook mede dader), falend toezicht en slechte omgevingen verklaren ontspoord leiderschap. Met name de context van dit leiderschap verdient extra aandacht. Vaak is namelijk sprake van een giftig mengsel van wancultuur (bv. zonnekoning gedrag, angst- en afrekenen, politieke correctheid), complexiteit/dynamiek waardoor misbruik van de situatie wordt gemaakt en het creëren van een vijandbeeld.

Het tweede deel van het boek gaat over de herkenning van ontspoord leiderschap. Vandaaruit kunnen volgelingen en toezichthouders, reflecterend op hun eigen strategische rol als adviseur, bezien in hoeverre zij in staat zijn om de ontspoorde leider weer op jet juiste pad te krijgen. Een betrokken, respecterende, onafhankelijke en kritische houding is essentieel en dient geoefend te worden. Kern van dit handelen is steeds de vraag in hoeverre het leiderschap stelselmatig geweld aandoet aan de eigen waarden van de adviseurs en in hoeverre dat ook geldt voor de missie van de organisatie. Is dat het geval dan moeten de adviseurs hun consequenties trekken en met opgeheven hoofd het veld ruimen. Maar de kans op ontspoord leiderschap kan ook gereduceerd worden als sprake is van een functionele leiderschapscultuur, waar trouwens volgelingen en toezichthouders óók invloed op hebben. Deze bestaat bij Schrijvers uit een 10-tal stellingen, waarvan de belangrijkste zijn: organiseren van checks en balances, zelfreflectie en scherp toezicht, institutionaliseren van de tegenspraak, en zelf verantwoordelijkheid nemen vanuit de missie als moreel kompas.

Daarmee zijn twee cruciale vragen nog niet beantwoord en Schrijvers bewaart deze tot het einde. Wat als niets helpt en de ontspoorde leider verderf blijft zaaien? En: wat kan de leider zelf doen om de verloedering te voorkomen? Om met de eerste vraag te beginnen, in ons eigen politieke en rechtssysteem lijken voldoende waarborgen aanwezig om tijdig bij te sturen of – uiteindelijk – leiders weg te sturen. Maar mocht op nationaal niveau dan toch nog sprake zijn van in-en-in moreel slecht leiderschap dan gelden twee regels: de diagnose moet helder en eenduidig zijn over dat falende leiderschap èn alles moet geprobeerd zijn, het moet om de laatste mogelijkheid gaan. Beter is het om, zoals de la Boétie vijf eeuwen geleden al zei, slechte leiders gewoon niet meer te steunen. De tweede vraag is minder dramatisch, maar niet vanzelfsprekend en eenvoudig. Je kan een hoop organiseren, zoals een supportsysteem van mensen die jou in de gaten houden, zo kun je ook checks en balances organiseren en correcte beloningsprikkels implementeren, maar minstens zo belangrijk is zelfkennis. Leren en reflecteren, terughoudend over je eigen aandeel in de score zijn, nuchter en redelijk blijven, je emoties kennen en beheersen èn rust nemen, vormen een uitgekiend recept voor gezond leiderschap.

Joep Schrijvers heeft met Hoe raak je ze kwijt? een interessante bijdrage geleverd aan de canon over leiderschapsontwikkeling. Ook al suggereert de hoofdtitel meer dan wordt geboden – het gaat toch vooral om (zelf) (bij)sturen dan wegsturen – de invalshoek is spannend en uiterst relevant in een tijd dat op twee tegengestelde wijzen tegen leiderschap wordt aangekeken. Enerzijds door hen die zelf-leiderschap, gebaseerd op eigen kennis en kunde, ambiëren. Anderzijds door hen die een beroep doen op autocratisch leiderschap vanuit de verwachting dat deze vorm in staat is orde en zekerheid te garanderen.

Over Paul Misdorp

Paul Misdorp is Directeur van VinNDT (Veranderen in Nieuw Denken Toepassen) en kennispartner van Zeelenberg, adviseurs voor Mens en Organisatie en van House of Coherence.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden