Organisatieadviseur Marc Dortu stelt in Hoe word je een geloofwaardig leider dat geloofwaardigheid de meest bepalende factor is voor de volgbereidheid van je medewerkers.
Marc Dortu legt uit wat de essentiële kenmerken en de 7 steunpilaren van geloofwaardigheid zijn. In aparte hoofdstukken gaat hij dieper in op bepaalde inconsistenties in het gedrag van leiders en de gevolgen daarvan. De voorbeelden uit de dagelijkse praktijk die hij daarbij geeft zijn zeer verhelderend. Hij benoemt de effecten van bepaalde handelswijzen op je ‘geloofwaardigheidsbalans’.
Het boek is een feest van herkenning. Je denkt bij de voorbeelden al snel terug aan leidinggevenden en collega’s uit je werkverleden. En tegelijkertijd is het een spiegel, waarin je je eigen valkuilen terugziet. Er komen toepasselijke quotes tussendoor voorbij, zoals:
‘Een goede leider inspireert mensen om vertrouwen te hebben in de leider, een geweldige leider inspireert mensen om vertrouwen te hebben in zichzelf’
In mijn coachpraktijk komen onder meer leidinggevenden met de vraag: “hoe krijg ik mijn team mee?” En eigenlijk is dat precies waar Marc Dortu in dit boek een antwoord op geeft.
Een voor mij interessant hoofdstuk in het boek gaat over ‘te veel ruimte geven’ en de actuele voorbeelden rondom zelfsturende teams. Ik werk met medewerkers die stress ervaren en vaak heeft dit een link met het ontbreken van kaders in het werk. Ze zijn ‘zoekende’ en hebben moeite met het eigenaarschap dat ze geacht worden te tonen. Erg goed dus dat Dortu hier aandacht aan besteedt en duidelijk uitlegt hoe dit komt. Ruimte geven is, zoals hij aangeeft, iets anders dan compleet loslaten en je als leidinggevende op andere zaken gaan richten. In plaats van zelfsturend, bestaat de kans dat je team dan op drift raakt en je niet bereikt wat je beoogt.
Het hoofdstuk ‘Het gevoel mag er niet zijn’ sprak me als coach erg aan. Hierin wordt duidelijk hoe belangrijk inlevingsvermogen in je mensen is bij veranderingen. Richt je je puur op rationele verklaringen van de noodzaak, dan heeft dit negatieve gevolgen voor de betrokkenheid en bevlogenheid van je personeel. En ‘veranderen doe je in drieën’; veranderingsfasen hebben tijd nodig. Zo kunnen mensen afscheid nemen van het oude, het gevoel de ruimte geven en zich vervolgens openstellen voor vernieuwing. Gaat dit proces te snel - ook in coaching zie ik dat - dan komt er weerstand en ondermijning, ontbreekt draagvlak voor de verandering en verlies je als leidinggevende geloofwaardigheid.
Het boek is toegankelijk geschreven en ik zou het aanraden aan iedereen die interesse heeft in het ontwikkelen van (persoonlijk) leiderschap en die zijn/haar team mee wil krijgen in een verandering. Ook voor coaches en trainers die zich met leiderschapstrajecten bezighouden, is dit een inzichtgevend boek.
De quote van Martin Luther King in Hoe word je een geloofwaardig leider sprak me bijzonder aan. King zei: ‘I have a dream’ en niet ‘I have a plan’. Hij sprak niet over wat mensen moesten doen, maar over waarin hij geloofde. Inspireer anderen, geef zelf het goede voorbeeld en dan gaan ze je volgen.