Het boek waarover het bericht gaat is ‘Give and Take: A Revolutionary Approach to Succes’ (‘Geven en Nemen’ dat deze zomer bij Balans verschijnt) van hoogleraar psychologie aan Wharton Adam Grant. Grant gaat in zijn boek vol in tegen het idee dat om succes te hebben je nietsontziend en gierig zou moeten zijn.
Aan de hand van onderzoeken schetst hij hoe het juist niet de bekende ‘nemers’ zijn die succes hebben (degenen die zoveel mogelijk van anderen proberen te profiteren). Zelfs de ‘matchers’ (die een eerlijke balans vinden tussen geven en nemen) hebben niet zoveel succes als de ‘gevers’ (die meer geven dan nemen), pleit Grant.
Gulle gevers zijn zeldzaam. Ze helpen anderen, delen hun kennis, delen hun contacten en maken contact zonder daarvoor iets terug te verwachten. Juist deze mensen zijn volgens Grant vaak ‘verrassend succesvol’.
Maar, zo schrijft een columnist in het Australische The Age, het ‘is niet alleen maar goed nieuws voor gevers – ze zijn oververtegenwoordigd aan beide kanten van het prestatiespectrum. Terwijl sommigen inspirerende leiders worden, zinken anderen naar de bodem. In een onderzoek naar verkopers vond Grant dat degenen die de minste inkomsten genereerden graag anderen hielpen. Maar verkopers met de hoogste inkomsten hadden ook een ongewoon grote wens om anderen te helpen.’
Grant pleit ervoor dat managers gevers ertegen beschermen dat ze als deurmat worden gebruikt. Managers zouden gevers juist moeten helpen om hun genereuze impulsen ‘productief’ in te zetten. Bijvoorbeeld met strategische ‘vijf minuten gunsten’, die de gever niet veel kosten maar veel waarde hebben voor de ontvanger.
Niet alleen in Australische media is het boek goed ontvangen, auteurs als Daniel H. Pink, Dan Ariely, Susan Cain, Dan Gilbert, David Allen en Seth Godin komen superlatieven te kort om Grants boek aan te prijzen. Schrijver Robert Sutton schreef zelfs: ‘Geven en Nemen zou wel eens het meest belangrijke boek van deze jonge eeuw kunnen zijn.’