Het verhaal van Larry Page en Sergey Brin is rond de beursgang van Google al veelvuldig belicht. Twee briljante studenten van Stanford die zichzelf ten doel stelden om alle beschikbare informatie ter wereld te organiseren en op een eenduidige manier beschikbaar te stellen.
De eerste stap die werd gezet, was het ontwikkelen van de beste zoekmachine ter wereld. Technisch is het PageRank-systeem onovertroffen (tot op dit moment). Deze paginabeoordeling werkt door links naar een website te tellen. Hoe meer links er naar een pagina bestaan, hoe hoger de paginabeoordeling. Verder wordt meegewogen welke pagina's die links aanbieden. Als pagina's met een hoge PageRank naar een site linken, geeft dat een hogere score dan wanneer pagina's met een lage PageRank doorverwijzen.
Om een idee te krijgen welke Nederlandse pagina's een hoge PageRank hebben kunt u de volgende zoekopdracht geven bij Google: 'http://site:.nl'. Naast de paginabeoordeling gebruikt Google ook tekstherkenningstechnieken om pagina's te vinden die én belangrijk (hoge PageRank) én relevant (tekstherkenning) voor de gebruiker zijn. Ook op het gebied van infrastructuur is er een belangrijk verschil tussen Google en zijn concurrenten. De pc's die gebruikt worden voor het uitvoeren van zoekopdrachten worden door Google gebouwd en aangepast. In totaal zijn er meer dan 100.000 pc's gebouwd en in gebruik. Deze worden in rekken opgestapeld, waarna ze aan elkaar worden gekoppeld met gepatenteerde software en bedrading. Deze opstelling vormt de basis van de rekenkracht van Google: een perfect netwerk dat bestaat uit gewone huis-, tuin- en keukencomputers.
Naast slimme techniek en infrastructuur is Google ook commercieel een succes geworden. Brin en Page hebben geen afkeer van reclames in het algemeen, maar hanteren wel degelijk principes. Er wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen zoekresultaten en reclame (ook wel 'Gesponsorde koppelingen' genoemd). Daarnaast staat Google geen pop-up-reclames toe.
En ten slotte moet de reclame relevant zijn voor de zoekopdracht. Achter de schermen veilt Google dus zoektermen. Een bedrijf kan een bedrag bieden op een zoekterm, bijvoorbeeld 'ticket New York'. De organisatie die de veiling gewonnen heeft, betaalt per keer dat op de link geklikt wordt een bedrag aan Google. Dit kan gaan om tientallen dollars per klik! 'Google, het verhaal achter het mediasucces' geeft op onderdelen dus een goede blik in de keuken. Medewerkers mogen 20 procent van hun tijd besteden aan projecten die ze zelf interessant vinden. Daaruit ontstaan nieuwe producten (als Google Desktop en Google Earth). Voor het boek zijn 150 mensen geïnterviewd. Maar veel kritiek valt er niet te beluisteren...
Er wordt bijvoorbeeld wel geschreven over het voornemen van Google om alle boeken ter wereld te scannen, maar de rel die ontstond over de manier waarop men dit van plan was te doen, komt nauwelijks aan de orde. Dus blijkbaar lukt het Google goed om negatieve publiciteit te voorkomen en zijn niet alle archieven opengegaan voor de auteurs!