De patronaatsverklaring
Gebonden Nederlands 2017 1e druk 9789013143041Samenvatting
Een patronaatsverklaring is een verklaring waarmee vertrouwen wordt gewekt in de (financiële) toestand van een vennootschap. Wat zijn de rechten en verplichtingen die uit een patronaatsverklaring voortvloeien? En welke internationaal privaatrechtelijke aspecten zijn daarbij belangrijk? In deze uitgave vindt u de antwoorden.
Patronaatsverklaringen doen zich vaak voor in concernverhoudingen en kunnen variëren van een geruststellende mededeling tot een toezegging die in de buurt komt van een persoonlijke zekerheid. Een moedermaatschappij kan hiermee bijvoorbeeld een bank overhalen om krediet aan een dochtervennootschap te verstrekken. Houdt de moedermaatschappij zich niet aan haar woord, dan rijst de vraag of en welke aansprakelijkheid zij zich op de hals haalt. Deze vraag wordt in De patronaatsverklaring beantwoord aan de hand van Nederlandse, Duitse en Engelse literatuur en rechtspraak.
Hoe wordt patronaatsverklaring gekwalificeerd en uitgelegd? Waarop kan een patroon worden aangesproken? En hoe kan de Nederlandse rechter vaststellen of hij bevoegd is bij een grensoverschrijdend geschil - en welk recht is dan van toepassing? Deze vragen staan centraal en worden op een overzichtelijke en praktische wijze beantwoord. Niet alleen het verbintenissenrecht en internationaal privaatrecht komen daarbij aan bod, maar ook andere rechtsgebieden, zoals het zekerhedenrecht, ondernemingsrecht, jaarrekeningenrecht en insolventierecht. De opzet is zo gekozen dat u zich snel een beeld kunt vormen van de rechtsgevolgen van een patronaatsverklaring.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
DEEL I INTRODUCTIE VAN DE PATRONAATSVERKLARING 1
1 LETTER OF COMFORT, ONGERICHTE GERUSTSTELLENDE VERKLARING EN LETTER OF SUPPORT: WHAT’S IN A NAME?1 3
1.1 Inleiding 3
1.2 Het begrip ‘patronaatsverklaring’ 5
1.2.1 Historische achtergrond 5
1.2.2 Letter of awareness, letter of responsibility, letter of intent, gentlemen’s agreement 6
1.2.3 Patronaatsverklaringen in andere verhoudingen 8
1.3 Methodologie en verantwoording 9
1.3.1 Probleemstelling, deelvragen, afbakening en werkwijze 9
1.3.2 Belang en doel van dit onderzoek 12
1.3.3 Verantwoording van een rechtsvergelijking met Duits en Engels recht 13
2 TER ILLUSTRATIE: VOORBEELDEN VAN PATRONAATSVERKLARINGEN 15
2.1 Inleiding 15
2.2 Achtergrond en toepassing in de rechtspraktijk 16
2.2.1 De patronaatsverklaring ten behoeve van kredietverstrekking (LoC) 16
2.2.1.1 Comfort letters en vermogensverklaringen 16
2.2.1.2 Redenen voor de verstrekking van een LoC 18
2.2.1.3 Waarom gaat een kredietverstrekker akkoord? 22
2.2.2 De patronaatsverklaring ten behoeve van continuïteit (LoS) 23
2.3 De opbouw van een patronaatsverklaring 27
2.4 Drie categorieën 28
2.4.1 Rubricering 28
2.4.2 Informatieve patronaatsverklaringen 30
2.4.3 Toezegging van de patroon tot het uitvoeren of nalaten van bepaalde handelingen 33
2.4.3.1 Kapitaal/vermogens(instandhoudings)verklaringen 33
2.4.3.2 Toezeggingen van de patroon om iets te doen of te laten 36
2.4.4 Toezegging dat de gepatroneerde vennootschap haar verplichtingen kan nakomen 42
2.4.5 Overige clausules 60
DEEL II DE PATRONAATSVERKLARING IN HET DUITSE, ENGELSE EN NEDERLANDSE RECHT 61
3 DE PATRONAATSVERKLARING IN HET DUITSE RECHT 63
3.1 Inleiding 63
3.2 De juridische kwalificatie van de patronaatsverklaring 65
3.2.1 De externe gerichte LoC (konzernexterne Patronatserklärung) ten behoeve van kredietverstrekking: (Patronats)-vertrag sui generis 65
3.2.1.1 Eenzijdige overeenkomst 65
3.2.1.2 Aanbod en aanvaarding 66
3.2.1.3 Bepaaldheid en bepaalbaarheid 69
3.2.1.3.1 LG München I: LoC nietig wegens onbepaalbaarheid van de Ausstattungspflicht 70
3.2.1.3.2 Bepaalbaarheid van de Ausstattungszusage 71
3.2.1.4 Rechtsbindungswille 73
3.2.2 De externe ongerichte geruststellende verklaring (Patronatserklärung ad incertas personas) 74
3.2.2.1 De ongerichte geruststellende verklaring in de jaarstukken van een Mutterbank: geen verbintenisscheppende eenzijdige toezegging 76
3.2.2.2 De ongerichte geruststellende verklaring in de jaarstukken van een Mutterbank: Patronatsvertrag 79
3.2.2.2.1 Aanbod en aanvaarding 79
3.2.2.2.1.1 Aanvaardingstermijn en herroeping 80
3.2.2.2.1.2 Hoe vindt aanvaarding plaats? 80
3.2.2.2.1.3 Adressatenkreis 81
3.2.2.2.2 Bepaalbaarheid 83
3.2.3 De interne gerichte LoS (konzerninterne Patronatserklärung) 83
3.2.3.1 Aufschiebend bedingtes Darlehensversprechen 85
3.2.3.2 Eenzijdige overeenkomst sui generis 86
3.2.3.3 Bepaalbaarheid 89
3.2.3.3.1 De Liquiditätszusage ter voorkoming van betalingsonmacht (Zahlungsunfähigkeit) 89
3.2.3.3.2 De isolierte Verlustübernahme of Kapitalausstattungszusage ter voorkoming of opheffing van Überschuldung 91
3.2.3.3.3 Vereisten voor een LoS als Insolvenzabwehr 95
3.2.3.3.4 Erfolgsbezogene Leistungspflicht 97
3.2.4 Uitleg van patronaatsverklaringen in het Duitse recht: harde en zachte verklaringen 98
3.2.4.1 De objectief normatieve uitleg 99
3.2.4.2 ‘Harte’ Patronatserklärungen: Ausstattungsverpflichtung 102
3.2.4.2.1 De ‘klassieke’ harde patronaatsverklaring (externe gerichte LoC en interne gerichte LoS): Ausstattungszusage 102
3.2.4.2.2 ‘Dafür Sorge tragen’, ‘sicherstellen’ en ‘verpflichtenʼ 105
3.2.4.2.3 Limitering van de omvang van de Ausstattungspflicht of aansprakelijkheid 106
3.2.4.2.4 Liquiditätsausstattungszusage en Kapitalausstattungszusage 108
3.2.4.3 De uitleg van een (harde) externe gerichte LoC 108
3.2.4.3.1 BGH: omslag Ausstattungpflicht in Direktzahlungspflicht in faillissement gepatroneerde vennootschap 109
3.2.4.3.2 OLG Düsseldorf: Ausstattungsverpflichtung en omstandigheden van het geval 111
3.2.4.3.3 De Ausstattungsverpflichtung in een externe LoC afgezet tegen de Einstandspflicht van de borg/garant 116
3.2.4.3.3.1 Omvang van de doorlopende en preventieve Ausstattungspflicht: beperkte accessoriteit en Weiterleitungsrisiko 118
3.2.4.3.3.2 Ontbreken subsidiariteit 122
3.2.4.4 De uitleg van een (harde) interne gerichte LoS 124
3.2.4.4.1 OLG Celle: faillissement gepatroneerde vennootschap beëindigt Anspruch uit Liquiditätszusage 124
3.2.4.4.2 OLG München: Direktleistungsanspruch voor curator op grond van Liquiditätszusage 126
3.2.4.4.3 Boris Becker/Sportgate: Verlustübernahmeverpflichtung eindigt niet met faillissement van de gepatroneerde vennootschap 129
3.2.4.4.4 De Ausstattungspflicht in een interne LoS 131
3.2.4.5 De uitleg van ‘weiche’ patronaatsverklaringen 134
3.2.4.5.1 Auskunftserklärungen 137
3.2.4.5.1.1 Einverständnisklausel en Kenntnisnahmeklausel 137
3.2.4.5.1.2 Informatie over de verhouding tussen patroon en gepatroneerde vennootschap (Vertrauensklausel/Kapitalanteilsklausel) 137
3.2.4.5.1.3 Beteiligungsklausel 138
3.2.4.5.1.4 Verbindlichkeitsklausel 139
3.2.4.5.1.5 Loyalitätsklausel 140
3.2.4.5.1.6 Verwijzing naar het (huidige en/of toekomstige) beleid van de patroon ten aanzien van de gepatroneerde vennootschap (Geschäftspolitikerklärung) 143
3.2.4.5.1.7 Mededelings- of informatieverplichtingen? 147
3.2.4.5.2 Handlungs- en Unterlassungspflichten 147
3.2.4.5.2.1 Informatieplicht bij verandering van de financiële situatie van de gepatroneerde vennootschap of een (wezenlijke) verandering van de deelneming (Informationsklausel) 147
3.2.4.5.2.2 Het uitoefenen van invloed (Einflussklausel/Managementklausel) 149
3.2.4.5.2.3 Verklaring tot achterstelling (Rangrücktritt) van een vordering op de gepatroneerde de vennootschap 150
3.2.4.5.2.4 Aushöllungsverzichtsklausel en Kapitalintakthalteerklärung 151
3.2.4.5.2.5 Stillhalteklausel (stand still clause) 152
3.2.4.5.2.6 Onderhandelingsplicht of verplichting tot het zoeken naar een passende oplossing bij verandering van deelneming in de gepatroneerde vennootschap (Neuverhandlungsklausel) 153
3.2.4.5.3 Enkele omstandigheden nader belicht 154
3.2.4.5.3.1 Bilanzierungspraxis als uitlegcriterium? 154
3.2.4.5.3.2 Uitleg contra proferentem? 157
3.2.4.5.3.3 Aan de patronaatsverklaring voorafgaande handelingen 158
3.2.4.6 Uitleg van ongerichte geruststellende verklaringen 158
3.2.4.6.1 De geruststellende verklaring in de media of op een aandeelhoudersvergadering (weiche Patronatserklärung ad incertas personas) 160
3.2.4.6.2 De geruststellende verklaring in de jaarstukken van een Bankmutter: Ausstattungszusage 163
3.3 Aansprakelijkheid op grond van een patronaatsverklaring 166
3.3.1 Inleiding 166
3.3.2 Contractuele aansprakelijkheid 167
3.3.2.1 Centrale bepaling voor niet-nakoming van een verbintenis: §280 BGB 167
3.3.2.2 ʻHardeʼ LoC 168
3.3.2.2.1 Ausstattungspflicht: Erfüllungsanspruch en vertragingsschade 168
3.3.2.2.1.1 Vordering tot nakoming van de Ausstattungspflicht 169
3.3.2.2.1.2 Vertragingsschade 170
3.3.2.2.2 Direktzahlungspflicht/Schadensersatzanspruch wegens onmogelijke of gebrekkige nakoming van de Ausstattungspflicht 171
3.3.2.2.2.1 Grondslag Direktleistungspflicht 172
3.3.2.2.2.2 'Pflichtverletzung', toerekenbaarheid en causaal verband 173
3.3.2.2.2.3 Omvang schadevergoeding 174
3.3.2.2.2.4 Direktleistungspflicht wegens niet-nakoming van een ongerichte geruststellende verklaring in de jaarstukken van een Mutterbank 175
3.3.2.3 ‘Harde’ LoS 175
3.3.2.3.1 Ausstattungspflicht: Erfüllungsanspruch 175
3.3.2.3.2 'Direktleistungspflicht'/Schadensersatzanspruch wegens gebrekkige nakoming 177
3.3.2.3.3 Aansprakelijkheid van de patroon jegens crediteuren van een gepatroneerde vennootschap bij niet-nakoming van eenLoS? 179
3.3.2.4 Aansprakelijkheid van de patroon op grond van verplichtingen om te doen of na te laten (Verhalten of Unterlassen) 181
3.3.2.4.1 Einflussklausel 181
3.3.2.4.2 Aushöllungsverzichtsklausel/Kapitalintakthalteerklärung 182
3.3.2.4.3 Informationsklausel 182
3.3.2.4.4 Stillhalteklausel 183
3.3.2.5 Beëindiging van de contractuele aansprakelijkheid: looptijd en opzegging 183
3.3.2.5.1 Looptijd 183
3.3.2.5.2 Beëindiging 184
3.3.2.5.2.1 Intermezzo: opzegging in het Duitse recht 185
3.3.2.5.2.2 Beëindigingsmogelijkheden bij een LoC 186
3.3.2.5.2.3 Beëindigingsmogelijkheden bij een LoS 188
3.3.2.5.2.4 STAR 21: impliciet overeengekomen mogelijkheid tot opzegging van een LoS 190
3.3.2.6 Aansprakelijkheid op grond van een LoC als Auskunftsvertrag (Auskunftshaftung) 194
3.3.2.7 Quasi-contractuele aansprakelijkheid: bescherming van vertrouwen bij de kredietverstrekker (culpa in contrahendo) 196
3.3.3 Buitencontractuele aansprakelijkheid 199
3.3.3.1 Aansprakelijkheid wegens een onjuiste LoC op grond van §826 BGB (unerlaubte Handlung) 199
3.3.3.2 Existenzvernichtungshaftung wegens niet-nakoming of opzegging van een LoS? 200
3.4 Conclusie 202
3.4.1 ‘Harde’ patronaatsverklaringen 202
3.4.2 ‘Zachte’ patronaatsverklaringen 203
3.4.3 Ongerichte geruststellende verklaringen (Patronatserklärungen ad incertas personas) 204
3.4.4 Aansprakelijkheid op grond van een ‘harde’ patronaatsverklaring naar Duits recht 205
4 DE PATRONAATSVERKLARING IN HET ENGELSE RECHT 207
4.1 Inleiding 207
4.2 De juridische kwalificatie van de patronaatsverklaring 210
4.2.1 Uitgangspunten van het Engelse recht die relevant zijn voor de juridische kwalificatie van een patronaatsverklaring 210
4.2.1.1 De contractual promise 210
4.2.1.2 Commercial expectations staan voorop bij totstandkoming en uitleg van commerciële contracten 211
4.2.1.3 De objective approach bij totstandkoming en uitleg van een promise 212
4.2.1.4 De patronaatsverklaring: balanceren op de grens tussen moral promise en contractual promise 213
4.2.1.4.1 Contractual promise of contractual undertaking 214
4.2.1.4.2 Statement of present intention 215
4.2.1.4.3 Representation of/as to existing fact 216
4.2.1.4.4 Warranty: contractual undertaking of statement of fact 216
4.2.1.4.5 Het grijze gebied tussen contractual promises en statements of present intention 218
4.2.2 De vereisten voor een patronaatsverklaring als contractual promise 219
4.2.2.1 Agreement (wilsovereenstemming) 220
4.2.2.1.1 A promise for a promise (bilateral contract): LoC en LoS 221
4.2.2.1.2 A promise for an act (unilateral contract): ongerichte geruststellende verklaring? 223
4.2.2.1.2.1 Uitloving: Carlill v Carbolic Smoke Ball Co. 223
4.2.2.1.2.2 De ongerichte geruststellende verklaring als unilateral contract? 224
4.2.2.1.2.3 Gebondenheid aan de patronaatsverklaring op grond van een unilateral promise? 226
4.2.2.2 Consideration 226
4.2.2.2.1 Consideration en de LoC 228
4.2.2.2.2 Consideration en de LoS 229
4.2.2.3 Certain and complete terms 232
4.2.2.3.1 Het certainty-vereiste en ambiguous statements 233
4.2.2.3.2 Certainty meestal geen sta-in-de-weg voor een contractuele kwalificatie 234
4.2.2.4 Intention to create legal relations/intention to be legally bound 238
4.2.2.4.1 Objectieve toets bij de vaststelling van intention 239
4.2.2.4.2 Weerlegbaar vermoeden van intention bij commerciële afspraken 241
4.2.2.4.2.1 Kleinwort Benson I: contractuele kwalificatie LoC op grond van weerlegbaar vermoeden 241
4.2.2.4.2.2 Kritiek op toepassing weerlegbaar vermoeden en op uitleg ‘it is our policy’ als contractual undertaking 245
4.2.2.4.3 Expliciete ontkenning van een intention to be legally bound: de no law clause (binding in honour only) in patronaatsverklaringen 247
4.2.2.5 Terugblik op de totstandkomingsvereisten 251
4.2.3 Uitleg van patronaatsverklaringen in de Engelse en andere common-law-jurisprudentie 252
4.2.3.1 Uitleg van (commerciële) contracten 253
4.2.3.1.1 Implication 254
4.2.3.1.2 Interpretation van (commerciële) overeenkomsten 257
4.2.3.1.2.1 De strikt letterlijke benadering (literal construction) 258
4.2.3.1.2.2 De contextuele, maar nog steeds objectieve benadering (purposive approach) 259
4.2.3.2 Uitleg van letters of comfort 264
4.2.3.2.1 De ‘Engelse aanpak’: letterlijke uitleg 264
4.2.3.2.1.1 Kleinwort Benson II: nadruk op letterlijke uitleg van de inhoud van de LoC 264
4.2.3.2.1.2 Kritiek op Kleinwort Benson II 268
4.2.3.2.1.3 Welke bewoordingen zijn wél promissory? 270
4.2.3.2.1.4 Associated British Ports v Ferryways NV: uitsluitend afdwingbaar als guarantee of indemnity? 273
4.2.3.2.2 De ‘Australische aanpak’: ruim baan voor commercial morality 279
4.2.3.2.2.1 Banque Brussels Lambert v Australian National Industries Ltd: ‘proper effect to commercial transactions’ 279
4.2.3.2.2.2 Opvatting 1: een principieel verschil tussen de Australische aanpak van Rogers C.J. en de Engelse aanpak van Gibson L.J. 283
4.2.3.2.2.3 Opvatting 2: niet de aanpak van Rogers C.J., maar de bewoordingen van de LoC waren de beslissende factor 284
4.2.3.2.2.4 Opvatting 3: het Australische recht hanteert een van het Engelse recht afwijkende aanpak en zet de patroon daarmee op achterstand 284
4.2.3.2.2.5 Recente Australische rechtspraak 285
4.2.3.3 Uitleg van support letters 288
4.2.3.3.1 Engelse aanpak: commercial purpose is geen aanwijzing voor juridische afdwingbaarheid van een LoS 289
4.2.3.3.2 Australische aanpak 293
4.2.3.3.2.1 ‘Sterke’ bewoordingen en commercial purpose leiden tot een juridisch afdwingbare LoS 293
4.2.3.3.2.2 LoS onder omstandigheden niet juridisch afdwingbaar 297
4.3 Aansprakelijkheid op grond van een patronaatsverklaring 300
4.3.1 Inleiding 300
4.3.2 Contractuele aansprakelijkheid: twee complicaties 301
4.3.2.1 Vaststelling van de hoogte van schadevergoeding 301
4.3.2.2 Causaal verband 303
4.3.2.3 Aansprakelijkheid op grond van toezeggingen over (behoud van) deelneming in de gepatroneerde vennootschap (maintenance of ownership interest) 305
4.3.2.3.1 Toezegging over (behoud van) deelneming in de gepatroneerde vennootschap gedurende de looptijd van de kredietovereenkomst 305
4.3.2.3.2 Toezegging dat de patroon de ontvanger van de patronaatsverklaring op de hoogte zal stellen van verkoop van de deelneming in de gepatroneerdevennootschap 307
4.3.2.4 Aansprakelijkheid op grond van een toezegging dat de gepatroneerde vennootschap haar verplichtingen kan nakomen 308
4.3.2.4.1 Verklaring tot niet belemmeren van nakoming van de verplichtingen van de gepatroneerde vennootschap 309
4.3.2.4.2 Verklaring dat de gepatroneerde vennootschap aan haar verplichtingen jegens ontvanger kan/zal kunnen voldoen 309
4.3.2.4.3 Verklaring dat de gepatroneerde vennootschap zodanig zal worden ondersteund dat zij aan haar verplichtingen zal kunnen voldoen 312
4.3.2.5 Beëindiging van de contractuele aansprakelijkheid: looptijd en opzegging 314
4.3.3 Buitencontractuele aansprakelijkheid 317
4.3.3.1 Misrepresentation (misleiding) 317
4.3.3.1.1 Geruststellende mededelingen in patronaatsverklaringen als actionable misrepresentations 318
4.3.3.1.2 Fraudulent misrepresentation (tort of deceit) 320
4.3.3.1.2.1 LoC: Kleinwort Benson II 321
4.3.3.1.2.2 LoS: Re Augustus Barnett and Son Ltd 322
4.3.3.1.3 Negligent misrepresentation (tort of negligence) 323
4.3.3.1.3.1 Negligent misrepresentation en de LoC 325
4.3.3.1.3.2 Negligent misrepresentation en de LoS 327
4.3.3.2 ‘Estoppel’ 328
4.3.3.2.1 Estoppel by representation: feitelijke verklaringen 329
4.3.3.2.2 Promissory estoppel: promises en undertakings 330
4.4 Conclusie 331
4.4.1 Contractuele kwalificatie van een patronaatsverklaring 331
4.4.2 Aansprakelijkheid op grond van de patronaatsverklaring naar Engels recht 334
5 DE PATRONAATSVERKLARING IN HET NEDERLANDSE RECHT 337
5.1 Inleiding 337
5.2 De juridische kwalificatie van de patronaatsverklaring 337
5.2.1 Het eenzijdige karakter van de patronaatsverklaring 338
5.2.1.1 De eenzijdige toezegging in een LoC en LoS 338
5.2.1.2 De figuur van de eenzijdige toezegging: geen vastomlijnde juridische betekenis 340
5.2.1.3 De noodzaak van een juridische kwalificatie van de patronaatsverklaring 341
5.2.1.4 LoC en LoS voldoende bepaald/bepaalbaar? 341
5.2.2 De LoC 343
5.2.2.1 Een overeenkomst? 343
5.2.2.2 Een gerichte eenzijdige rechtshandeling! 344
5.2.2.2.1 De figuur van de gerichte eenzijdige rechtshandeling 344
5.2.2.2.2 Intermezzo: de (eenzijdige) overheidstoezegging als gerichte eenzijdige rechtshandeling 347
5.2.2.2.3 De LoC als gerichte eenzijdige rechtshandeling 350
5.2.3 De ongerichte geruststellende verklaring 354
5.2.4 De LoS 355
5.2.4.1 Gerichte eenzijdige rechtshandeling 355
5.2.4.2 Vermelding van de LoS in de jaarrekening van de gepatroneerde vennootschap: een ongerichte eenzijdige rechtshandeling? 355
5.2.5 Uitleg van patronaatsverklaringen in het Nederlandse recht 357
5.2.5.1 Inleiding: de wilsvertrouwensleer 357
5.2.5.1.1 Het wilsbegrip van art. 3:33 BW: de wil van de patroon om zich te verbinden 357
5.2.5.1.2 De vertrouwensbescherming van art. 3:35 BW: gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij van de patroon 358
5.2.5.1.3 Het spanningsveld bij toepassing van de wilsvertrouwensleer op een patronaatsverklaring 361
5.2.5.2 Discussie in literatuur over de uitleg van comfort letters 364
5.2.5.2.1 Schoordijk: vertrouwensbeginsel voorop 365
5.2.5.2.2 Reacties uit bankwereld en bedrijfsleven op het standpunt van Schoordijk 367
5.2.5.2.3 Bertrams & Graaf: weinig ruimte voor vertrouwensbeginsel 368
5.2.5.2.4 Smits: onderzoeksplicht 369
5.2.5.3 Uitleg van (commerciële) contracten: van Haviltex naar cao-norm en weer terug 369
5.2.5.3.1 De Haviltex-maatstaf (partijbedoeling) en de cao-norm (primair letterlijke uitleg) 370
5.2.5.3.2 Mexx/Lundiform: back to the eighties. Over de leidende rol van Haviltex bij vaststelling van de partijbedoeling bij een commercieel contract 373
5.2.5.3.3 Uitleg van (gerichte) eenzijdige rechtshandelingen 374
5.2.5.4 Uitleg van patronaatsverklaringen 375
5.2.5.4.1 Uitleg van comfort letters 375
5.2.5.4.2 Uitleg van een toezegging van een patroon 376
5.2.5.4.2.1 Rechtspraak van het eerste uur: louter letterlijke interpretatie versus ruimte voor achterliggende omstandigheden en vertrouwensleer 376
5.2.5.4.2.2 Reha Vital Gesundheitsservice GmbH/WZG Group BV: achterliggende omstandigheden doen niet af aan de taalkundige betekenis van de LoC 379
5.2.5.4.2.3 Deutsche Bank AG/DPW Van Stolk Holding: LoC kan worden onderscheiden van borgtocht en bankgarantie 380
5.2.5.4.3 Uitleg van een vermogensverklaring 384
5.2.5.4.3.1 Coöperatieve Raiffeisen-Boerenleenbank BA/HAK Business Ventures BV: kwalificatie als gerichte eenzijdige rechtshandeling (geen borgtocht of derdenbeding), dwaling en vrij letterlijke uitleg 384
5.2.5.4.3.2 X en Kloosterbrink/Eurocommerce Holding: objectieve Haviltex en DSM/Fox bij uitleg van een KIV 387
5.2.5.4.3.3 Henry’s Kitchen q.q./X: KIV geen derdenbeding en (ondanks afhankelijk karakter) geen borgtocht 389
5.2.5.4.3.4 ABN Amro Bank NV/Jaspers & Wehrens, Fortis bank/Renfurm c.s. en Rabo/De Lage Landen: VIV en KIV een borgtocht? 393
5.2.5.4.4 Uitleg van support letters 395
5.2.5.4.4.1 Vobitech/Van der Schee: nadruk op letterlijke bewoordingen van de LoS 395
5.2.5.4.4.2 Plaid/Avezaat q.q.: tekst en aard/strekking LoS bij uitleg van groot belang 397
5.3 Aansprakelijkheid op grond van een patronaatsverklaring 400
5.3.1 Inleiding 400
5.3.2 Aansprakelijkheid op grond van een rechtshandeling 401
5.3.2.1 Nakoming van de op de patroon rustende verplichting 401
5.3.2.1.1 Nakoming van een verplichting uit een LoC vóór en in faillissement van de gepatroneerde vennootschap 401
5.3.2.1.1.1 Vermogensverklaring 401
5.3.2.1.1.2 Een vordering tot nakoming van een vermogensverklaring voor de curator? 407
5.3.2.1.1.3 Toezegging dat de gepatroneerde vennootschap haar verplichtingen kan nakomen of tot behoud van deelneming in de gepatroneerde vennootschap 408
5.3.2.1.2 Nakoming van een LoS vóór en in faillissement van de gepatroneerde vennootschap 409
5.3.2.2 Schadevergoeding 410
5.3.2.2.1 De patronaatsverklaring als resultaats- of inspanningsverbintenis 411
5.3.2.2.2 Toerekenbaarheid: overmacht 413
5.3.2.2.3 Derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid 414
5.3.2.2.4 Causaal verband 415
5.3.2.2.5 Omvang van de schadevergoeding 417
5.3.2.3 Beëindiging van een uit een patronaatsverklaring voortvloeiende verplichting 420
5.3.2.3.1 Opzegging en ontbinding of wijziging op grond van art. 6:258 BW 420
5.3.2.3.2 Looptijd 423
5.3.3 Buitencontractuele aansprakelijkheid 426
5.3.3.1 Buitencontractuele aansprakelijkheid bij de LoC 426
5.3.3.1.1 Buitencontractuele aansprakelijkheid vanwege nietnakoming van een toezegging 427
5.3.3.1.1.1 De geruststellende toezegging en opgewekt vertrouwen 427
5.3.3.1.1.2 Vordering op grond van onrechtmatige daad voor kredietverstrekker die een LoC heeft ontvangen 430
5.3.3.1.2 Buitencontractuele aansprakelijkheid vanwege een onjuiste, onware of onvolledige verklaring 434
5.3.3.1.3 Een vordering op grond van onrechtmatige daad voor de curator vanwege niet-nakoming van een tot een kredietverstrekker gerichte LoC? 436
5.3.3.2 De ongerichte geruststellende verklaring en onrechtmatige daad 438
5.3.3.3 Buitencontractuele aansprakelijkheid bij de LoS 441
5.3.3.3.1 De aard en functie van de toelichting van de jaarrekening 442
5.3.3.3.2 Onrechtmatig handelen van de patroon jegens crediteuren van de gepatroneerde vennootschap 444
5.4 Conclusie 449
5.4.1 Kwalificatie en uitleg van patronaatsverklaringen 449
5.4.2 Aansprakelijkheid op grond van een LoC en een ongerichte geruststellende verklaring naar Nederlands recht 450
5.4.3 Aansprakelijkheid op grond van een LoS naar Nederlands recht 452
RECHTSVERGELIJKENDE EN SAMENVATTENDE CONCLUSIE
DEEL II 455
DEEL III DE PATRONAATSVERKLARING IN HET NEDERLANDSE INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT (IPR) 471
6 DE PATRONAATSVERKLARING VANUIT HET PERSPECTIEF VAN HET IPR: EEN INLEIDING 473
6.1 Inleiding 473
6.1.1 Patronaatsverklaringen in internationale verhoudingen 473
6.1.2 Het belang van de IPR-vragen naar rechtsmacht en toepasselijk recht bij patronaatsverklaringen 474
6.1.3 Opzet van deel III 474
6.2 De kwalificatie in het IPR bij een patronaatsverklaring met internationale aspecten 475
6.2.1 Het belang van IPR-kwalificatie 475
6.2.2 De IPR-kwalificatie 477
6.2.3 IPR-kwalificatie: op grond van welk recht? 478
6.3 Forum- en rechtskeuze in een patronaatsverklaring, impliciete afdwingbaarheid? 479
7 DE BEVOEGDE RECHTER 483
7.1 Inleiding 483
7.2 De bevoegdheidsregeling volgens het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering 484
7.2.1 Inleiding 484
7.2.2 Forumkeuze 485
7.2.3 Rechtsmacht van de Nederlandse rechter bij gebreke van een geldige forumkeuze 486
7.3 Intermezzo: de forumkeuze in het Haags Forumkeuzeverdrag 488
7.4 De bevoegdheidsregeling volgens Brussel I-bis (herschikking) 489
7.4.1 Reikwijdte en structuur Brussel I-bis 489
7.4.2 Partijautonomie: forumkeuze in de patronaatsverklaring 491
7.4.3 Ontbreken forumkeuze 496
7.4.3.1 Hoofdregel bevoegdheidsgrond: forum rei 496
7.4.3.2 Samenloop van vorderingen in het formele IPR 497
7.4.3.3 Alternatieve bevoegdheidsgronden 498
7.4.3.3.1 Toepassing art. 7 lid 1 sub a Brussel I-bis op een vordering uit een patronaatsverklaring: reikwijdte 498
7.4.3.3.2 Complicatie bij toepassing art. 7 lid 1 sub a Brussel I-bis: plaats waar de verplichting uit de patronaatsverklaring moet worden uitgevoerd 500
7.4.3.3.3 Toepassing van art. 7 lid 2 Brussel I-bis op een vordering uit een patronaatsverklaring op grond van onrechtmatige daad 502
7.4.3.3.4 Complicatie ten aanzien van het Handlungsort: de plaats van de schadeveroorzakende gebeurtenis bij een patronaatsverklaring 505
7.4.3.3.5 Complicatie ten aanzien van het Erfolgsort: de plaats van de schadelijke inwerking bij een patronaatsverklaring 510
7.4.3.3.5.1 Erfolgsort: plaats waar zuivere initiële vermogensschade is ingetreden? 510
7.4.3.3.5.2 Lokalisatie van zuivere initiële vermogensschade 517
8 HET TOEPASSELIJKE RECHT 521
8.1 Inleiding 521
8.2 Toepasselijk recht: verwijzingscategorie overeenkomst 522
8.2.1 Rome I of EVO? 522
8.2.2 De uitzondering inzake kwesties behorende tot het recht inzake vennootschappen: niet van toepassing 524
8.2.3 Partijautonomie: rechtskeuze ex art. 3 Rome I (art. 3 EVO) 527
8.2.3.1 Inleiding rechtskeuze 527
8.2.3.2 Uitdrukkelijke rechtskeuzeclausules in patronaatsverklaringen 527
8.2.3.3 Impliciete rechtskeuze in patronaatsverklaringen 528
8.2.4 Ontbreken rechtskeuze in een patronaatsverklaring: objectief toepasselijk recht 531
8.2.4.1 Verwijzingsregime art. 4 Rome I en art. 4 EVO: karakteristieke prestant 531
8.2.4.2 Correctiemogelijkheid op de kenmerkende prestatie: nauwe verbondenheid 532
8.3 Toepasselijk recht: verwijzingscategorie onrechtmatige daad 537
8.3.1 Werkingssfeer Rome II 537
8.3.2 Rechtskeuze ex art. 14 Rome II 539
8.3.3 Art. 4 Rome II 540
8.3.3.1 Algemene regel (lex locus damni) en de lex-communishabilitationis-bepaling 540
8.3.3.2 Ontsnappingsclausule: kennelijk nauwere band 544
SAMENVATTENDE CONCLUSIE DEEL III 547
CHECKLIST: AANDACHTSPUNTEN BIJ HET OPSTELLEN VAN EEN PATRONAATSVERKLARING 551
ENGLISH SUMMARY 557
JURISPRUDENTIEREGISTER 569
AANGEHAALDE LITERATUUR 591
CURRICULUM VITAE 651
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan