Bewijs
Paperback Nederlands 2018 1e druk 9789013151190Samenvatting
Het blijft één van de kernthema’s binnen het strafprocesrecht: het bewijs. Wanneer is er sprake van ‘bewijs’? Hoe wordt bewijs geleverd? En vooral: hoe kan effectief tegenspel worden geboden? Stuk voor stuk fundamentele vragen, die als een rode draad door het strafprocesrecht lopen. Deze uitgave biedt praktische antwoorden.
Terwijl de wettelijke regeling van het bewijs in strafzaken de laatste honderd jaar weinig ontwikkelingen heeft doorstaan, geldt dit absoluut niet voor de rechtspraak zelf. De praktische uitvoering van bewijs verschuift daarmee. Soms op ingrijpende wijze, en snel.
Bewijs buigt zich over dit kernthema binnen het strafprocesrecht. Met een scherpe praktijkgerichte blik maakt deze uitgave u op beknopte wijze wegwijs binnen het actuele bewijsrecht. Het werk besteedt niet alleen aandacht aan de bestaande praktijk, maar - voor zover nodig - ook aan de achterliggende theorie die nodig is om de praktijk te doorgronden. Zo doorgrondt u snel de actuele stand van zaken in de rechtspraktijk anno nu.
De titel beantwoordt vele fundamentele vraagstukken waarop de bewijsvoering rust. Wat moet eigenlijk worden bewezen, en hoe worden de taken tussen officier en raadsman verdeeld? Wat kan precies gelden als bewijs, hoe wordt dit bewijs geleverd en - vooral - hoe kan de officier bij de bewijsvoering effectief tegenspel worden geboden?
Hiermee biedt de titel met name voor de verdediging een praktische ruggensteun. Maar ook andere procesdeelnemers kunnen er ruimschoots hun voordeel mee doen.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
34.0 Ten geleide / 1
34.1 Bewijs: algemeen / 3
34.1.1 Het vaststellen van feiten / 3
34.1.1.a Uitsluiting van redelijke twijfel / 3
34.1.1.b Geloofwaardigheid; overtuiging / 3
34.1.1.c Bewijs / 4
34.1.2 Aard en indeling van deze tekst / 4
34.1.3 Wat is bewijzen? / 5
34.1.3.a De rol die de overtuiging speelt / 6
34.1.3.b Bewijsvoering / 6
34.1.3.c Art. 338 Sv / 6
34.1.4 Wie bewijst? Is er een bewijslast? / 7
34.1.4.a Is het de rechter, die bewijst? / 8
34.1.4.b Rust op de officier alleen een beweringslast? / 9
34.1.4.c Definitie en nadere karakterisering van ‘bewijzen’ / 9
34.1.5 Uit welke bronnen mag worden geput? / 9
34.1.5.a Wettige bewijsmiddelen / 10
34.1.5.b Andere bronnen / 10
34.1.5.c Bewijsvoering ter terechtzitting: onmiddellijkheid / 10
34.1.5.d Vrije bewijswaardering / 11
34.1.6 Wat moet worden bewezen? / 12
34.1.7 Meer over de rol van de officier en die van de rechter / 13
34.1.7.a Wisselwerking / 13
34.1.7.b Is meer onderzoek nodig? / 13
34.1.7.c Onderzoek door een (gedelegeerd) R-C / 14
34.1.7.d In de gelegenheid stellen / 15
34.1.8 Moet ook de verdachte iets bewijzen? / 15
34.1.8.a Adstructieplicht; alternatief scenario / 15
34.1.8.b Bewijsrisico: soms moet echt iets worden uitgelegd / 16
34.1.9 In hoeverre geldt: in dubio pro reo? / 17
34.1.10 Kan van de verdachte medewerking aan de bewijsvoering worden verlangd? / 18
34.1.10.a Onoirbare druk / 18
34.1.10.b Zwijgrecht / 19
34.1.10.c Onvrijwillig verschafte gegevens / 19
34.1.10.d Ongeoorloofde medewerking / 21
34.1.11 Welke rol spelen het slachtoffer en de benadeelde partij bij de bewijsvoering? / 21
34.1.12 Zijn er gradaties van bewijs? / 22
34.1.12.a Strafbaarheid van feit en dader; verweren / 23
34.1.12.b Het ontbreken van betwisting / 23
34.1.12.c In de voorfasen van het strafproces / 24
34.1.12.d Een bijzonder geval: ontnemingen / 24
34.1.13 Bewijs en kwalificatie / 25
34.1.14 Is een alternatieve bewezenverklaring toegelaten? / 26
34.2 De bewijsmiddelen / 29
34.2.1 Introductie / 29
34.2.2 Mag de rechter eigen wetenschap gebruiken? / 29
34.2.2.a Feiten van algemene bekendheid / 29
34.2.2.b Wetmatigheden en ervaringsregels / 31
34.2.2.c Hoogst onwaarschijnlijke mogelijkheden / 32
34.2.2.d Algemeen-maatschappelijke ervaring / 32
34.2.3 Eigen waarneming van de rechter / 32
34.2.4 Ter terechtzitting afgelegde verklaringen / 33
34.2.4.a Verklaringen van de verdachte / 33
34.2.4.b Verklaringen van medeverdachten / 35
34.2.4.c Verklaringen van getuigen / 36
34.2.4.d Verklaringen van deskundigen / 39
34.2.5 Schriftelijke stukken / 40
34.2.5.a Art. 344 eerste lid onder 1e / 41
34.2.5.b Art. 344 eerste lid onder 2e / 41
34.2.5.c Art. 344 eerste lid onder 3e / 41
34.2.5.d Art. 344 eerste lid onder 4e / 42
34.2.5.e Art. 344 eerste lid onder 5e / 43
34.2.5.f Aan processen verbaal van opsporingsambtenaren gestelde eisen / 44
34.2.5.g Processen-verbaal van ambtenaren met beperkte opsporingsbevoegdheid / 46
34.2.5.h Vertalingen / 46
34.2.6 Waardering; splitsing / 47
34.2.7 Bestaan er bewijsverboden? / 48
34.2.8 Gelden er bewijsminima? / 49
34.2.8.a Bewijsminima en processen-verbaal van opsporingsambtenaren / 50
34.2.8.b Bewijsminima en andere schriftelijke verklaringen / 51
34.2.8.c Hoeveel steunbewijs is nodig? / 51
34.2.8.d Keten- of schakelbewijs / 53
34.2.8.e Character evidence / 55
34.2.9 Onregelmatig verkregen bewijs / 56
34.2.9.a Hoe blijkt onrechtmatige verkrijging? / 56
34.2.9.b Welke invloedheeft verkregen toestemming? / 57
34.2.9.c Wanneer kan aan onregelmatigheid een sanctie worden verbonden? / 58
34.2.9.d Onregelmatige verkrijging door derden / 59
34.2.9.e Enkele vaststelling van onregelmatigheid; strafvermindering / 60
34.2.9.f Bewijsuitsluiting / 60
34.2.9.g De ultieme sanctie: niet-ontvankelijkheid / 62
34.2.9.h Aan welke eisen met een beroep op art. 359a voldoen? / 62
34.2.10 Zijn er voorgeschreven bewijsmethoden? / 63
34.2.10.a Technisch onderzoek / 63
34.2.10.b Confrontaties / 64
34.2.11 In hoeverre mag bewijs worden gebruikt dat uit het buitenland komt? / 65
34.3 Bewijsvoering in feitelijke aanleg / 67
34.3.1 Hoe moet de verdediging worden voorbereid? / 67
34.3.1.a Welke tactiek moet worden gekozen? / 67
34.3.1.b Anticiperen op het OM? / 68
34.3.1.c Is het verzamelde bewijs wettig en overtuigend? / 68
34.3.1.d Moet nader onderzoek worden gevraagd? / 69
34.3.1.e Kan het OM steunen op feiten van algemene bekendheid? / 70
34.3.1.f Bestaat de kans dat de rechter tot eigen waarneming komt? / 71
34.3.1.g Moetworden gevraagd om ter zitting stukken van overtuiging te tonen? / 72
34.3.2 Wat zit er in het dossier? / 72
34.3.2.a Mag de officier stukken achterhouden? / 73
34.3.2.b Hoe zet ik druk op de ketel? / 74
34.3.2.c Wat zijn eigenlijk processtukken? / 75
34.3.2.d Heb ik nu alles? / 76
34.3.2.e Verdere strategie / 76
34.3.3 Onmiddellijkheid en best evidence / 77
34.3.4 Omgang met getuigen / 79
34.3.4.a Horen of niet? / 79
34.3.4.b Horen: ter zitting of bij de R-C? / 80
34.3.4.c Ontlastende getuigen / 81
34.3.4.d Oproeping van getuigen: via de officier / 82
34.3.4.e Oproeping van getuigen: via de rechter / 83
34.3.4.f Onderbouwing van het verzoek tot oproeping / 84
34.3.4.g Weigerachtige getuigen / 85
34.3.5 Expertise en contra-expertise / 85
34.3.5.a Eerste reactie op de benoeming van een deskundige / 86
34.3.5.b Beoordeling van het rapport / 87
34.3.5.c Contra-expertise / 88
34.3.5.d Het horen van de deskundige / 90
34.3.6 Ondervraging van getuigen en deskundigen op de zitting / 91
34.3.6.a Doel van de ondervraging / 91
34.3.6.b Bejegening / 92
34.3.6.c Herkenningen / 93
34.3.7 Anonieme, bedreigde en afgeschermde getuigen / 94
34.3.7.a Bedreigde getuigen / 95
34.3.7.b Beperkt anonieme getuigen / 97
34.3.7.c Afgeschermde getuigen / 97
34.3.8 Kroongetuigen / 98
34.3.8.a Deugen de gemaakt afspraken? / 98
34.3.8.b Verhoor van de kroongetuige / 99
34.3.9 Verhoor van de verdachte / 100
34.3.9.a Is druk altijd ongeoorloofd? / 100
34.3.9.b Is misleiding toegelaten? / 101
34.3.9.c Sturend verhoor / 102
34.3.9.d Kan een verdachte als getuige worden gehoord? / 102
34.3.9.e Voorbereiding op het verdachtenverhoor ter zitting / 102
34.3.9.f Heeft het zin om een verklaring in te trekken? / 103
34.3.10 De weigering om een verklaring af te leggen / 104
34.3.11 Leugens / 106
34.3.11.a Kennelijke leugens / 106
34.3.11.b Liegende getuigen / 107
34.3.12 Afleidingen / 107
34.3.13 Het theorema van Bayes / 109
34.3.13.a Hoe werkt het? / 109
34.3.13.b Hebben we er iets aan? / 111
34.3.14 Nader onderzoek / 112
34.3.15 Het pleidooi / 112
34.3.15.a Opbouw / 112
34.3.15.b Pleitnota / 113
34.3.16 Bewijsvoering na schorsing of verwijzing / 114
34.3.17 Bewijs in hoger beroep / 115
34.3.17.a Nieuwe bewijzen / 115
34.3.17.b Grondslag van de beslissing / 116
34.3.17.c Verdere bijzonderheden / 116
34.3.17.d Nieuwe eigen waarneming? / 117
34.4 Bewijs in cassatie / 119
34.4.1 Relatie met de bewijsvoering in feitelijke aanleg / 119
34.4.2 De bewijsconstructie / 119
34.4.2.a Verantwoording door motivering / 120
34.4.2.b Aan de motivering gestelde eisen / 121
34.4.2.c Weergave van het bewijsmateriaal / 122
34.4.2.d Bouwstenen of eliminatie? / 122
34.4.2.e Promis / 123
34.4.2.f Erkende feiten / 124
34.4.2.g Motivering van andere feitelijke beslissingen dan de bewezenverklaring / 125
34.4.2.h Wanneer moet de rechter op de verdediging reageren? / 125
34.4.2.i Aan de reactie gestelde eisen / 128
34.4.2.j Bijzondere motiveringsvoorschriften / 129
34.4.3 De verklaringen van getuigen die niet adversair zijn ondervraagd / 131
34.4.3.a Treft de overheid schuld? / 131
34.4.3.b Wel schuld, toch gebruiken? / 131
34.4.3.c Bijzonder steunbewijs / 133
34.4.4 Weigering of verzuim om te beslissen op een verzoek of verzet / 135
34.4.5 Overblijvende kwesties / 136
34.4.6 Inhoudelijke toetsing van de beslissing over de feiten / 137
34.4.6.a De wetten van de logica / 137
34.4.6.b Irrelevante onderdelen / 139
34.4.7 De auditu-bewijs / 139
34.5 Bewijs en strafoplegging / 143
34.5.1 Zijn de feiten, waarop de sanctie berust, wel behoorlijk vastgesteld? / 143
34.5.2 Met het bewezen verklaarde samenhangende factoren / 144
34.5.3 Met de dader samenhangende factoren / 145
34.5.3.a Recidive / 145
34.5.3.b Andere delicten / 146
34.5.4 Ad informandum gevoegde feiten / 147
34.5.4.a Meewegen; wanneer? / 147
34.5.4.b Processtrategie / 148
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan