BEDREIGING
Ook al is hij niet meer onder ons, de bedreiging voor het PBC komt van de naamgever: prins Bernhard (1911-2004). Hij oogde decennialang als een rolmodel en zodoende iemand om zich mee te associëren. Sinds biografen zich over hem en zijn gemalin - koningin c.q. prinses Juliana – buigen, is het gedaan met zijn aanzien. We weten nu wat voor een schuinsmarcheerder hij was. Niet iemand om een voorbeeld aan te nemen en om je gerenommeerde organisatie nog langer naar te vernoemen. Voor je het weet verschuift kritiek op de prins naar de organisatie, het PBC.
Bij (dreigende) beschaming hebben wij ons altijd al bijzonder vindingrijk getoond in het opzijschuiven van het onheil. Organisaties staat ook een aantal mogelijkheden ter beschikking om vernederingen of de intensivering ervan te kanaliseren. Naamsverandering is een van de opties, al gaat er meestal wat meer schuil achter de noodzaak ervan dan bij het PBC. Zo maakt, bijvoorbeeld, het verdwijnen van de naam SNS Reaal wel duidelijk. Bij die naam wil je je geld of je verzekering niet meer onderbrengen. Het voormalige bedrijf is dan ook in diverse brokken opgedeeld, elders ondergebracht en de naam is verdwenen. Zo was er ook een SNS Reaal Fonds dat ideële doelen gericht op kunst, cultuur en jongeren financieel steunde. Dat heet nu Fonds 21.
MEDIA
Het beschamen – in alledaags Nederlands ‘afserveren’ of ‘dissen’ - vereist publiek. Inspanningen om schaamtevol handelen uit de publiciteit te houden, blijken nog steeds te lonen. Bernhard wist – met stevige medewerking van opeenvolgende kabinetten en regeringsvoorlichtingsdiensten – een blinkend imago op te bouwen. Zijn misstappen bleven decennialang uit zicht. Dat is heden ten dage geen eenvoudige aangelegenheid gegeven de digitale (sociale) media, maar onmogelijk is het zeker niet.
Het nam de nodige jaren alvorens de sjoemelsoftware van VW-dieselauto’s in de openbaarheid kwam. Misstanden bij de verzelfstandiging van overheidsdiensten en -taken zijn in belangrijke mate tot nu toe buiten de media gebleven. Tegenspraak was er wel, zorgde voor agressie in bestuurskamers en wist het tij zelden of nooit te keren. Er bleken moedige klokkenluiders nodig om gemankeerd handelen boven tafel te krijgen. Minstens één klokkenluider ging daaraan ten onder: Arthur Gotlieb, 50’er en senior beleidsmedewerker bij de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Dit is een prijs die de meeste mensen niet willen betalen voor het in de openbaarheid brengen van schaamtevol handelen binnen een organisatie. Het lukt dan ook nog steeds om tal van zaken onder de pet te houden. (Het verhaal van Arthur Gotlieb is te lezen in Operatie werk Arthur de deur uit, red.)
ONTSLAG
Wanneer (verondersteld) falen - al dan niet door klokkenluiders - toch naar buiten komt en afwijzing aanhoudt, dan verlaten organisaties zich steevast op het aanwijzen van een zondebok. ‘Er zullen koppen rollen’ zijn de gebruikelijke woorden, waarbij het meestal niet meer dan één kop betreft. Al dan niet met een gouden handdruk verdwijnt een bestuurder. In de wereld van het voetballen is het meestal de kop van de trainer (alsof geen voetballer er verder toe doet).
Inderdaad, met dergelijk handelen wordt dikwijls al flink wat kritische wind uit de zeilen genomen. In Nederland fungeerden onder anderen Rijkman Groenink (ABN AMRO), Hubert Möllenkamp (Rochdale) en Loek Hermans (Maevita) als publieke prooi. Voor persoonlijke ervaringen als zondebok verwijs ik naar het hoofdstuk ‘Onder het Katwijkse blauw’ in mijn pleidooi Dwarsliggers.
Tekortkomingen in de organisatie worden met zondebokken gereduceerd tot het handelen van één man (of vrouw). Door dit bagatelliseren ogen de problemen als incidenten en zodoende weer als beheersbaar. De gedachte dat met het vertrek van een bestuurder (trainer, priester, directeur, enzovoorts) de problematiek wel opgelost zou zijn, is natuurlijk niet op voorhand gerechtvaardigd. Dat blijkt dan ook veelvuldig juist níet het geval, zo maakte de teloorgang van Royal Imtech duidelijk. Na het aantreden van een nieuw aangestelde bestuursvoorzitter ging het miljardenbedrijf onvermijdelijk alsnog failliet.
GELOOFWAARDIGHEID
Een kans om zich van de schandpaal te bevrijden, is zélf de aanval inzetten, meer in het bijzonder op de geloofwaardigheid van de aanvallers. De rollen omkeren dus. Het is een praktijk die politici veelvuldig aanwenden, maar die hebben stellig niet het alleenrecht. Als wapen kunnen (ingekochte) onderzoeken, rapporten en cijfers dienen. Die zetten we in om de betrouwbaarheid van de eigen organisatie te onderstrepen en die van de aanvaller aan te tasten. Niets zo kwetsend als het op de man spelen.
Daar feiten veelal minder overtuigen dan emoties, is het aanbevelenswaardig deze strategie te ondersteunen met handelen dat het eigen imago opvijzelt. Toen Amazon publiekelijk afkeuren over zich afriep door het ontwijken van belastingen, startte het bedrijf met een groots liefdadigheidsfonds. Het is niet de enige multinational c.q. magnaat die deze tactiek heeft toegepast. Het werkt en geeft imago nog wat extra glans. Zo hebben de mannen achter Facebook en Microsoft mogen ervaren.
SPIJTBETUIGING
In haar lezenswaardige uiteenzetting Is Shame Necessary? verwerkt Jennifer Jacquet de boven genoemde strategische reacties op (de dreiging van) publieke beschaming. Zij voegt er nog één aan toe. Het is natuurlijk ook nog mogelijk om zich te verontschuldigen voor gemankeerd handelen. Dit brengt ongetwijfeld vragen met zich mee over de oprechtheid ervan, maar een spijtbetuiging kan wonderlijk goed uitpakken.
Jacket onthoudt ons voorbeelden. Die kunnen we zelf wel bedenken. Van Japanse topmanagers zouden we kunnen leren hoe verfijnd in het stof te bijten en opzij te stappen ten gunste van de organisatie. Duitsland weet haar schaamtevolle oorlogsverleden als geen ander land publiekelijk te dragen. Het heeft het land geen windeieren gelegd! Kortom, er zijn indringende lessen te leren uit de omgang met schaamte.
Aart G. Broek specialiseerde zich in communicatiewetenschappen, sociologie en, meer recentelijk, criminologie (geweldsproblematiek); werkzaam als adviseur/projectmanager organisatie- en bestuurskunde. Hij is auteur van Dwarsliggers; Tegenspraak onder schaamteloos leiderschap.
Over Aart G. Broek
Aart G. Broek specialiseerde zich in communicatiewetenschappen, sociologie en, meer recentelijk, criminologie (geweldsproblematiek); werkzaam als adviseur/projectmanager organisatie- en bestuurskunde. agbroek@planet.nl