Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Interview

Richard van Hooijdonk

‘Geen kantoorbaan is meer veilig’

In zijn nieuwe boek De wereld van morgen schetst trendwatcher Richard van Hooijdonk de impact die technologie heeft op ons leven, wonen en werken. Binnen twintig jaar brengt een robot onze kinderen naar bed, komt ons eten uit een voedselprinter en voorkomt een chip in ons lichaam dat we ziek worden. En werk? Dat hoeft straks niet meer, want we krijgen allemaal een basisinkomen.

Paul Groothengel | 2 februari 2018 | 4-6 minuten leestijd

In uw inleiding schrijft u dat robots niet alleen deel uitmaken van ons leven, maar dat we er zelfs een relatie mee krijgen. Hoe ziet u dat voor u?
In de film Her krijgt een eenzame schrijver een romantische relatie met een besturingssysteem. In een andere film, Ex-machina, zien we ook dat empathische robots gevoelens kunnen oproepen bij mensen. Dat zou onze toekomst kunnen zijn. Je hebt nu al robots die voor ouderen onthouden wanneer ze welke medicijnen moeten nemen, en die ze ook knuffelen. Ouderen vinden dat prachtig.

We worden in een rap tempo ouder. Wat is daarbij de rol van technologie?
Die gaat heel ver. We krijgen sensoren in ons lichaam die ons tijdig op ernstige ziekten wijzen; we kunnen dankzij deze sensoren straks bijvoorbeeld een hartaanval voorspellen. Daarnaast worden we ouder door betere voeding, betere gezondheidszorg en elektronische pillen die ons kunnen waarschuwen in vroege fasen van kanker en burn-out. En met het herprogrammeren van ons DNA krijgen we er de nodige perspectieven bij. Ik voorzie dat er straks geen blinde of gehandicapte kinderen meer zullen zijn. Wat betreft ouderdom: in 1750 werden we gemiddeld 35 jaar; nu ligt dat gemiddelde op tachtig jaar. Als je die lijn doortrekt, zie ik mijn kinderen wel 200 jaar oud worden.

Apps zorgen voor steeds betere doe-het-zelf-zorg, schrijft u.
Ja, dat is fascinerend. Nog een paar jaar en met een app kunnen we huidkanker zelf net zo goed diagnosticeren als een dermatoloog. Computerwetenschappers van de Stanford Universiteit hebben een databank opgezet met bijna 130.000 beelden van huidziekten. Algoritmen hebben geleerd op basis daarvan een accurate diagnose te stellen. Net zo accuraat als die van een gespecialiseerde dermatoloog. Zelf gebruik ik de stress-app Aura. Ik mediteer twee keer per dag. Dat heeft direct invloed op de neurogolven in mijn hersenen. Dat zorgt voor rust, ik kan mijn brein resetten en een dieper onderbewustzijn aanspreken. Iedere keer dat ik mediteer, voer ik mijn stemming in. De Aura-app heeft een slim algoritme en leert zichzelf mij te waarschuwen om tijdig een ademhalingsoefening te doen. Zo kan ik stress voorkomen. En zo zijn er meer apps die als een soort digitale therapeut ervoor zorgen dat iemand met een zware depressie verlichting ervaart en minder medicijnen hoeft te gebruiken.

Veel mensen vrezen dat door robotisering en Artificial Intelligence per saldo veel banen gaan verdwijnen. Hoe ziet u dit?
Ik denk dat zo’n tachtig procent van de banen verdwijnt. Dankzij sensoren hebben we nu al geen brug- en parkeerwachters meer nodig. In fabrieken nemen robots veel werk over en door verdergaande automatisering staan ook banen als beveiliger, tuinman, boekhouder en secretaresse op de tocht. Straks bezorgen drones pakketjes en pizza’s. Door zelfrijdende vrachtwagens hebben we geen chauffeurs meer nodig. Alle banen met voorspelbare en repeterende taken gaan op de schop. Geen kantoorbaan is meer veilig. Maar daar komen wel nieuwe banen voor terug. Alleen, veel van deze banen kennen we nog niet. Denk aan een robotpsycholoog die de brug is tussen mensen en AI. Per saldo zullen er veel minder banen zijn: met een basisinkomen kunnen we dit opvangen. Binnen Europa is het aandeel van laagopgeleiden zo’n dertig procent, en die zullen de stap naar de banen-van-morgen niet kunnen maken. Daar schuilt een groot gevaar in: wat heeft hun leven straks nog voor zin, wat is het doel in hun leven als ze sowieso geen werk vinden?

Studenten volgen nu allerlei opleidingen die worden overgenomen door machines.
Ja, dat is een groot probleem. Marketeers, boekhouders, inpakkers, lopende band medewerkers, chauffeurs, het is het bekende rijtje. Maar ook het werk van chirurgen wordt deels overgenomen door robots. Robotoperaties zijn de next big thing. Advocaten en notarissen hebben veel te vrezen van innovaties als supercomputer Watson van IBM en van blockchaintechnologie. We moeten echt opnieuw nadenken over de vaardigheden van morgen en daar onze opleidingen beter op afstemmen.

U schetst een soort paradijs waarin we straks langer leven en gelukkiger worden. Zijn er ook nadelen aan die nieuwe wereld?
We zullen moeten werken aan nieuwe regels en een duiding moeten geven aan een toename van vrije tijd en verveling. Grote bedreiging zijn nieuwe vormen van digitale criminaliteit: een greep in de digitale infrastructuur kan zorgen voor extreme rampen. Nu worden banken gehackt, maar straks zijn wellicht ook ziekenhuizen en zelfrijdende auto’s aan de beurt.

Waar eindigt het met AI? Nemen machines het uiteindelijk van ons over?
Dat zullen wij met elkaar moeten bepalen. Hoever willen we gaan, wat zijn onze ethische normen? Wat mij betreft ligt er een grens bij het punt waar we niet meer begrijpen hoe systemen tot AI zijn gekomen. Isaac Asimov heeft lang geleden al drie robotwetten geformuleerd: een robot mag zich nooit keren tegen mensen; moet de bevelen uitvoeren die hem door mensen gegeven worden, behalve als die opdrachten in strijd zijn met de eerste wet; en moet zijn eigen bestaan beschermen, voor zover die bescherming niet in strijd is met de eerste of tweede wet. 

Komt er een moment waarop KI de menselijke intelligentie overstijgt?
Op veel gebieden is dat al zo. Watson kan binnen zes minuten leukemie ontdekken, waar een team met artsen bijna zes maanden voor nodig heeft. Gezichtsherkenningssystemen kunnen een boef plukken uit miljoenen foto’s. Een Tesla kan binnen enkele nanoseconden ingrijpen als er gevaar dreigt op de snelweg. Maar menselijke intelligentie is nog meer, denk aan liefde, empathie en humor. Om ook daar te komen met KI, hebben we volgens wetenschappers nog wel een jaar of twintig tot dertig nodig.

Over Paul Groothengel

Paul Groothengel is freelance journalist.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden