Waarschijnlijk komt geen van deze drie antwoorden helemaal in de buurt van de waarheid. Optimisme speelt inderdaad een rol van betekenis in het leven van succesvolle mensen. Maar te veel optimisme leidt tot roekeloos gedrag. Het probleem met optimisme is dat wij er allemaal last van hebben. Op depressieve mensen na dan.
Dan maar zelfvertrouwen? Uzelf inprenten 'ik kan het' werkt in de praktijk niet altijd even goed. Ik deed vroeger aan hardlopen en trainde me regelmatig het snot voor de ogen. Na een paar jaar intensief trainen was ik klaar voor het langere werk en rende ik met gemak een halve marathon. Als je dan, zoals ik destijds, in Amsterdam woont, doe je ook mee aan de lokale wedstrijden. Ik rende redelijk mee voorin, alhoewel nooit helemaal vooraan. Maar ik was toch een stuk sneller klaar dan de meeste anderen in dezelfde wedstrijd. Ik wandelde na me te hebben omgekleed op mijn gemakje terug naar huis. Er renden nog steeds deelnemers langs me op weg naar de finish. Nou ja, rennen? Het was meer strompelen. Ik pikte er een paar tussenuit die me direct na de start hinderlijk in de weg hadden gelopen. Die waren niet meer geheel okselfris. Aan de start was het beeld toch een tikje anders. Zij zouden het wel eventjes doen. Van hun bravoure was niks meer over.
Zelfvertrouwen heeft zeker een positieve uitwerking op de prestaties. Maar dan wel binnen de grenzen van uw eigen capaciteiten of net er ietsje boven. Dat laatste helpt u uitstijgen boven uw niveau. Maar vertrouwen hebben in onhaalbare doelen op korte termijn is vragen om ellende. Of in dit geval: een EHBO-medewerker.
Geluk speelt ook een rol. Malcolm Gladwell doet hier uitgebreid verslag van in zijn boek Outliers - The Story of Succes (in het Nederlands wat ongelukkig vertaald in Uitblinkers). Ongelukkig? Ja, want een 'outlier' is zoiets als een afwijking van het normale patroon. Tot op zekere hoogte wordt de ene mens voor een dubbeltje geboren en de andere voor een kwartje, of voor nog veel meer. Toen ik eenmaal mijn eerste marathon had gelopen in een tijd ruim onder de drie uur was ik zielsgelukkig. Ik kon mijzelf wijs maken dat ik sneller was dan sommige vroegere wereldrecordhouders. Mijn pech was natuurlijk dat mijn concurrenten net zo goed trainden als ik en ook wisten wat ze onderweg wel en niet mochten drinken. De vroegste marathonlopers dronken onderweg alcohol, zoals bekend ga je daar van zweven, maar niet helemaal zoals bedoeld tijdens een hardloopwedstrijd.
Wat is dan wel een van de grote geheimen van toppers? Heel eenvoudig: veerkracht. Er is veerkracht voor nodig om al die trainingsinspanningen te doen. Veerkracht is nodig om teleurstellingen te verwerken. Kortom: veerkracht is wat mensen overeind houdt in het leven. Volgens de psychologen Karen Reivich en Andrew Shatte in hun boek 'The Resilience Factor: 7 Keys to Finding Your Inner Strength and Overcoming Life's Hurdles' scoren veerkrachtige mensen hoger op de volgende vaardigheden: reguleren van emoties, impulsen in de hand houden, empathie, optimisme, in staat zijn oorzaken en gevolgen te analyseren, het vertrouwen dat iets uiteindelijk gaat lukken, en het vermogen contacten met anderen te leggen.
Het goede nieuws is dat elk mens deze vaardigheden kan ontwikkelen. In meer of mindere mate zijn de meesten onder ons er al mee gezegend. U weet nu wat u te doen staat. Het rijtje aflopen en eerlijk beoordelen hoe u op deze punten scoort. Vervolgens gaat u schaven aan de zwakst ontwikkelde vaardigheden. Dat is toch wat andere koek dan alleen maar een positieve instelling. Zo bekeken is succes verdikkeme een werkwoord.