Orde, chaos en angst voor ongewenste ontwikkelingen dus. Met deze abstracties in mijn achterhoofd, deed ik zaterdag het stadje Gorinchem aan. Dat was niet gepland. Nee, ik moest gewoon even wat eten en Gorinchem lag op de weg naar huis. Nooit eerder was ik er geweest, en aangezien ik mijn column nog moest schrijven voor dit weekend, begon ik de indrukken in mij op te nemen en te toetsen aan mijn beeld over Gorinchem.
Aanname
In Gorinchem, of Gorkum zoals het dikwijs uitgesproken wordt, is de 'stille tocht' uitgevonden. Althans in mijn – door journaalbeelden en krantenberichten ingegeven - beleving. In 1999 waren er namelijk 30.000 mensen op de been, zo'n beetje alle bewoners, om hun afkeer kenbaar te maken van een fatale schietpartij in een discotheek waarbij twee meisjes het leven lieten. De verdachten waren Turken, en zo kreeg het incident alle ingrediënten die voor nationale beroering nodig zijn. Het begin ook van strenger toezicht, zoals fouilleren en camera's, in het uitgaansleven en de opname van 'zinloos geweld' in het volksvocabulaire. Gorkum viel me daarna steeds vaker op in het nieuws, en dat bedoel ik niet in positieve zin.
Orde
Op deze zaterdagmiddag werd ik echter niet – niet direct althans - in mijn aannames bevestigd. Afslag 28 van de A15 spuwde mij in een klein, maar prachtig stadje uit. Aan de rand grote kantoorgebouwen, binnen de bebouwde kom keurige rijtjeshuizen, een ziekenhuis, het stadhuis, een winkelcentrum dat luistert naar de naam 'Plaza'. En daarna een sluis, een stadsgracht met woonboten en uiteindelijk de historische stadskern, met alle parkeerproblemen en eenrichtingsweggetjes van dien. Een soort Gouda, maar dan dorpser. Gorkum heeft ook alles wat een dorp, en niet alleen omdat het slechts beschikt over vijfendertigduizend inwoners, in deze tijd hoort te hebben. Want ook hier is de homogenisering toegeslagen van de Bakker Bart's, de Blokkers, de ABN Amro's, de Hema's en detailwinkels die de grote namen dragen van Tommy Hilfiger en Etam.
Gorkum moet het van zijn historie hebben, zo viel me op. Hoe indrukwekkend de recente architectonische uitspattingen ook zijn, het staat in schril contrast met de gemoedelijkheid die de Grote Markt, het centrale plein, uitstraalt. Waar het moderne Stadhuisplein slechts dienst doet als parkeerplaats, daar is de Grote Markt een bruisend gebied van cafeetjes en restaurants rondom een fontein die in 1898 is gebouwd ter gelegenheid van de troonbestijging van koningin Wilhelmina.
Aan dat plein ben ik gaan eten. In 'Eet- & Drinkerij 't Oude Stadthuys'. Gevestigd in, jawel, het oude stadhuis, een statig pand uit 1860 dat tevens onderdak biedt aan een museum en Artotheek. Een verademing vergeleken met de AC-wegrestaurants en stationsrestauraties die ik normaal weleens aan doe. Deze mensen zijn noch onderweg noch thuis. Het etablissement is halfleeg, en de leegte wordt ingeruimd om gepaste afstand – minstens een tafeltje – van elkaar te nemen. Geen bulderlachen hier, maar bescheiden gemompel, onverstaanbaar, gesprekken van mens tot mens. Tegen een decor van kroonluchters, ook al zijn ze van kunststof, bescheiden achtergrondmuziek en schilderijen consumeer ik hier 'een tomatensoep van het huis', wat stokbrood met kruidenboter en een rode wijn.
Chaos
Buiten is de avond gevallen, kerkklokken beieren het negende uur in. Het winkelende, kwebbelende publiek heeft de straat overgedragen aan smoezende clubjes verveelde hangjongeren. Een blokje om doet mij beseffen dat veel panden leeg staan; te huur, te koop of afgeplakt met kranten. Hier en daar een dichtgemetseld kozijn. Makelaardij WoonVisie adverteert met de slogan "Het snelst groeiende kantoor". Uit een restaurant komt een Turkse ober. Hij spreekt een jongen aan en vraagt waarom hij met een papierprikker en vuilniszak loopt. “Ik heb een taakstraf”, verklaart hij. “Waarom jij niet gewoon werken, zoals ik?”, luidt de vermanende wedervraag. Terwijl ik stapvoets de binnenstad uitrij wordt ik nagekeken en zelfs een keer provocerend tegengehouden. De straat is overgedragen aan de allochtoon, de Gorkummer zit thuis voor de buis. Of binnen in ‘’t Oude Stadthuys’.
Angst
Thuis download ik de beleidsnota 'Wonen in Gorinchem 2005-2015, horizon 2025'. Na het voorwoord van de wethouder - met lovende kreten als "naar volle tevredenheid", "volop recreatiemogelijkheden", "groene omgeving" en "aantrekkelijke historische binnenstad", komen in de analyse de minpuntjes boven drijven. Ik citeer: "Vanaf 2000 vertrekken er meer personen uit Gorinchem dan er zich vestigen. Vooral de vestiging van personen in gezinsverband laat een negatieve trend zien." Het aandeel productieven (20-64 jarigen) zal afnemen ten opzichte van de jongeren (0-19 jarigen) en de ouderen (65+). "Een verhoging van de demografische druk", luidt de zorgwekkende voorspelling.
Een fors aantal bladzijden zijn ingeruimd voor allochtonencijfers. Dat is blijkbaar een aparte doelgroep voor de gemeente Gorinchem. "De situering van (met name de niet-westerse) allochtonen is ongelijk over de stad verdeeld”, klinkt het zorgwekkend. “In het westelijke stadsdeel, en hiervan met name de Haarwijk, zijn de meeste allochtonen woonachtig." Een van de volgende paragrafen verhaalt over ‘Criminaliteit en veiligheid’. De zorg wordt geuit: “Het zich veilig voelen in het eigen woondomein is van uitermate groot belang. Criminaliteit, bedreigingen en zinloos geweld in en rond de woning vormen daarop een aanslag.” Apaiserend: “Vaak is de ervaren onveiligheid groter dan op grond van de statistieken verondersteld wordt.”
Het is duidelijk, ook Gorkum balanceert op de rand van orde en chaos. De ogenschijnlijk hechte, homogene gemeenschap blijkt in werkelijkheid te versnipperen onder druk van vergrijzing, uitstroom van jongeren en concentratie van allochtonen. De toeristische stadswandeling leidt de aandacht van de toevallige voorbijganger naar gevels en monumenten, maar wie een blokje om loopt ziet de makelaarsborden als teken aan de wand. De vestingstad is in verandering, maar ontbeert de veerkracht om de vrede te bewaren.
Over Steven de Jong
Steven de Jong is zelfstandig redacteur (Stevenschrijft.nl) en schrijver van de roman Bezorgde burgers (Lebowksi). In 2023 reageerde hij, namens Stichting Support Stotteren en Start Foundation, op tachtig vacatures met de vraag of de functie ook openstaat voor gekwalificeerde kandidaten die stotteren. Een ontluisterende verkenning waarvan hij verslag doet in De kracht van het verschil (Durden).