Het was aanvankelijk meer als een reflecterende vraag bedoeld, die we elkaar stelden tijdens het koffiedrinken, maar de vraag liet ons niet los en werd allengs prangender.
Beleidsontwikkeling is lastiger dan ooit als je kijkt naar de ontwikkelingen in de samenleving die nog sneller lijken te gaan dan vroeger al het geval was. Beleidsambtenaren krijgen veel voor de kiezen en tegelijkertijd lijken ze maar een beperkte speelruimte te hebben. Waar kunnen ze eigenlijk houvast vinden om een ingewikkeld beleidsproces in goede banen te leiden? Zouden wij daar wat in kunnen betekenen?
De wereld die in de jaren 50 en 60 voor de gemiddelde burger redelijk overzichtelijk leek, is veranderd in een complex doolhof waar mensen moeilijk hun weg vinden, waar bedrijven verstrikt raken in een onoverzichtelijk regelwoud en waar beleidsambtenaren het liefst met een kapmes een nieuwe weg zouden willen banen maar daar begrijpelijkerwijze voor terugdeinzen. Internet, sociale media, individualisering en globalisering hebben een samenleving gecreëerd die allerlei eisen stelt aan burgers, bedrijfsleven en overheid waar niet makkelijk aan te voldoen is. De vakliteratuur spreekt over nieuwe onoverzichtelijkheid, pluralisme, variëteit, fragmentatie en versplintering.
Beleidsprocessen zijn ondertussen niet echt veranderd. De meeste politici zijn terughoudend met hervormingen in de maatschappij. Dat conservatisme weerspiegelt zich in de overheersende geneigdheid om top-down beleid te ontwikkelen. Daarin krijgen doorgaans alleen lobbyorganisaties een plek die zich in de buurt van het Binnenhof bevinden, ofwel de 'usual suspects'. Met een beetje overdrijving zou je dat 'regenteske beleidsontwikkeling' kunnen noemen. Het is een vorm van conservatisme die bepaald geen innovatie stimuleert of het vertrouwen in een overheid bevordert. Met als resultaat beleid dat op allerlei manier aan het vastlopen is en een beeldvorming bij burgers van een 'elite die het voor het zeggen heeft en de overheid achter de schermen aanstuurt'.
De vraag is hoe een gedegen beleidsontwikkeling er dan wel uit kan zien in een pluriforme samenleving, waar met een grote variëteit aan denkbeelden te vinden is over (bijvoorbeeld) religies versus secularisatie, economie versus milieu, zzp-ers versus multinationals, nationalisme versus globalisering, publiek versus privaat. Daarmee komen we bij de kern uit van dit boek. Waar binnen de overheid zit ruimte voor aanpassingsvermogen om effectiever met dat veranderende maatschappelijke landschap om te gaan? Wij stellen dat een belangrijke kans ligt in het moderniseren van de processen waar overheid en maatschappij elkaar daadwerkelijk raken ofwel de beleidsontwikkeling. Wij menen dat de beleidsambtenaar de sleutel kan worden naar wat je kunt noemen een 'participatieve kennisdemocratie'. Het begrip 'kennisdemocratie' is in 2010 geïntroduceerd door Roel in 't Veld met als doel een nieuw licht te laten schijnen op de relaties tussen kennisproductie en -verspreiding enerzijds en onze democratische instituties anderzijds.
Wij willen dit verbinden aan de bevindingen van Max Herold, die in zijn proefschrift laat zien hoe beleidsambtenaren zelfs in de huidige top-down cultuur kunnen komen tot allerlei vormen van open beleidsontwikkeling, waaraan ook 'unusual suspects' kunnen deelnemen en waarbij allerlei relevante kennis makkelijker toegang krijgt. We willen het bovendien verbinden aan het pleidooi van Peter van Hoesel, die in zijn boek Partij voor Eenvoud laat zien dat beleid beter werkt als het zo eenvoudig mogelijk wordt gehouden, omdat complex beleid de beleidsdoelen nogal in de weg kan zitten en ook allerlei ongewenste neveneffecten met zich meebrengt. Beleidsontwikkeling kan via deze route uitgroeien tot een collectief leerproces rondom maatschappelijk relevante thema's, met als resultaat beleid dat vele malen doelmatiger en doeltreffender is en dat bovendien het vertrouwen heeft van burgers.
Terwijl we langs deze lijnen onze gedachten aan het ordenen waren, bleken die behoorlijk complementair te zijn. Dus we besloten ze eens op te schrijven. Waarbij we dachten: wat 'next generation' hopelijk gaat plaatsvinden, had eigenlijk al lang moeten gebeuren. Dat heeft geresulteerd in dit boek voor beleidsambtenaren en studenten bestuurskunde, oude en jonge garde. Het biedt inzichten in de praktijk en theorie van beleidsontwikkeling vanuit een moderne blik.
Peter van Hoesel is emeritus-hoogleraar toegepast beleidsonderzoek bij de EUR. Max Herold werkt als Senior Organisatie-adviseur bij de Rijksoverheid en is daarnaast de stuwende kracht achter www.managementissues.com. Ze zijn de auteurs van Beleidsontwikkeling in de 21e eeuw.
Over Peter van Hoesel
Over Max Herold
Max Herold (1959) is als organisatieadviseur en leer- en ontwikkeladviseur werkzaam bij de rijksoverheid. Hij is gepromoveerd op de relatie tussen ongeschreven regels en Open, Multi Stakeholder Beleidsontwikkeling.