Hieronder verstaan de auteurs 'een methode om fundamenteel en integraal de strategie en de daaruit voortkomende keuzen op het gebied van producten en diensten, bedrijfsprocessen en informatievoorziening voor een organisatie te bepalen en uit te werken'. Een erg ruime definitie, aangezien er vooral wordt geconcentreerd op ICT componenten.
Het boek (168 bladzijden) is zeer overzichtelijk opgebouwd en helder geschreven. In het inleidende hoofdstuk wordt in grote lijnen uitgelegd wat de samenhang is tussen de verschillende onderdelen van business-informatieplanning. In het daarop volgende hoofdstuk wordt elk onderdeel uitvoerig beschreven, verklaard en met voorbeelden verduidelijkt. Het derde en laatste hoofdstuk beschrijft een aantal methoden en technieken die men kan gebruiken om de beschreven stappen te kunnen uitvoeren.
Een belangrijk uitgangspunt van het boek is 'dat ICT een business-vraagstuk is en geen ICT-vraagstuk'. Weliswaar is dat wat krom geformuleerd, maar het uitgangspunt is wel de kracht van het boek. ICT beleid moet een integraal onderdeel zijn van de bedrijfsstrategie en -voering. Daarom ontkomt men ten eerste niet aan het volledig in kaart brengen van producten en diensten.
Vanuit de markt geredeneerd resulteert dit in een antwoord hoe de organisatie de markt bedient. Ten tweede worden de bedrijfsprocessen in kaart gebracht en geanalyseerd. Pas dan komt als derde de informatiearchitectuur aan bod: Hoe moeten de informatiesystemen worden opgezet om de bedrijfsprocessen volledig te ondersteun?
Na deze drie stappen is alle informatie beschikbaar om een blauwdruk van de ICT-infrastructuur te kunnen opstellen. Vreemd genoeg krijgt deze stap de minste aandacht van de auteurs, terwijl een informatiearchitectuur bepaald niet gemakkelijk is te vertalen naar bijvoorbeeld specificaties van standaardsoftware of een netwerktopologie.
Na het vaststellen van de vier bovenstaande onderdelen, is de volgende fase het bepalen van de speerpunten die worden geconcretiseerd in projecten.
Ook wordt in het boek beschreven hoe de geselecteerde projecten door middel van programmamanagement worden opgezet en bewaakt. Dat leidt tot een tweede sterk uitgangspunt van het boek: Elke situatie vraagt om een op maat gesneden aanpak, die onderhevig is aan de actualiteit en daarom voortdurend bijgestuurd moet worden. De kracht van het boek is dat er ondanks de wens om een 'oplossing op maat' er toch een raamwerk wordt neergezet hoe te komen tot business-informatiemanagement. Dit raamwerk geeft een prima houvast om meer zicht te krijgen op een integrale benadering van ICT beleid, dat daadwerkelijk wordt gestuurd door de organisatie.
De auteurs zijn allen adviseurs bij adviesbureau Novius. Het boek is dan ook merkbaar geschreven vanuit een adviseursperspectief. Behalve dat er kort aandacht wordt gegeven aan de rol van de adviseur (iets wat in het geheel niet aansluit bij het onderwerp van het boek), is dit ook de zwakte van het boek. Want de stap van de theorie naar de praktijk komt nauwelijks aan de orde. Zo schenken de auteurs weinig aandacht aan de kloof tussen de wenselijke en werkelijke situatie.
Het boek beschrijft precies hoe er eigenlijk gewerkt zou moeten worden, maar heeft geen boodschap aan het feit dat een bedrijf altijd al delen van het raamwerk zal hebben ingevuld, te maken heeft met een bestaande ICT-infrastructuur en bepaalde beperkende beslissingen al genomen heeft. Als men ook nog bedenkt dat een bedrijf altijd in een specifieke situatie t, wordt de kloof nog groter. Zo is er altijd wel sprake van een fusie, een net afgeronde reorganisatie, een nieuw geïmplementeerd primair proces systeem of een sterk veranderende marktsituatie.
Hiermee loopt de beschreven methodiek dan ook het gevaar een papieren tijger te worden. Het is dan precies duidelijk wat een organisatie zou moeten doen om te komen tot een geïntegreerd ICT beleid, maar zij zal dit nooit realiseren, omdat de realiteit er eenvoudigweg te ver vandaan staat.
De schrijvers hadden het boek aanzienlijk verbeterd als zij waren ingegaan op de hindernissen die zij in hun werkzaamheden als adviseur tegenkomen. Wat zijn de grote gevaren? Is het mogelijk verschillende ambitieniveaus te onderscheiden, en wat zijn daarbij de grote valkuilen? Wat behoort tot de kern van business-informatiemanagement, en wat behoort tot de vervolmaking ervan? Ook een duidelijkere uitwerking welke onderdelen, personen en functies er in een bedrijf moeten worden betrokken zou een verbetering zijn geweest.
Dat neemt niet weg dat het boek een duidelijk en vastomlijnd raamwerk geeft van business-informatiemanagement. Het kan voor iedereen, adviseurs en managers, een waardevolle bron van informatie zijn.