Technologie is een van de belangrijkste netwerken van betekenis waarbinnen het menselijk bestaan vorm en inhoud krijgt. Daarom is er volgens Peter-Paul Verbeek een ethiek nodig die aangeeft wat de kwaliteit van ons leven is met die niet weg te denken technologie.
In de studie Op de vleugels van Icarus; hoe techniek en moraal met elkaar meebewegen stelt Verbeek de vraag: hoe ziet het goede leven met techniek eruit? Het lukt niet vanuit een buitenstaandersperspectief waarden en normen op te leggen. Het gaat er juist om ethische vraagstellingen te doordenken terwijl de ethiek zelf een onderdeel is van de relatie mens en technologie. Er is dus een wending naar technologiebegeleiding noodzakelijk om nieuwe ervaringen en ethische dilemma’s te onderzoeken die ontstaan door de verwevenheid met technologie.
Verbeek laat zien dat techniek niet langer tegenover de mens staat maar een medium is dat onze waarnemingen, redeneerpatronen en handelingen bemiddelt. In die bemiddelde relatie is de grens tussen subject en object zoals die sinds de Verlichting is gedefinieerd zeer poreus. En daar ligt de kracht van dit boek: ook onze moraal komt tot stand in relatie tussen mens en technologie. Het menselijk bestaan wordt in zijn fundamenten bemiddeld door technologie. Technologie is een essentiële actor in onze samenleving waardoor ethiek meer is dan alleen mensenwerk. Verbeek geeft sprekende voorbeelden waaruit blijkt dat techniek ons (mede)verantwoordelijk maakt voor beslissingen bij ethische dilemma’s in situaties waarin dat eerder niet gold.
Terecht vraagt Verbeek zich af gezien de poreuze scheiding tussen mens en techniek of technologie dan medeverantwoordelijk is. Het antwoord luidt: techniek draagt expliciet bij aan de totstandkoming van menselijk handelen én de morele overwegingen die daaraan ten grondslag liggen. Met deze postmodernistische ethiek zijn we dus toe aan een verbreding van de morele gemeenschap; zij bestaat niet alleen uit mensen. Techniek geeft talige kaders aan maar ook een materiële infrastructuur voor moraliteit. Dus techniek is niet alleen een hulpmiddel voor mensen. Het is vooral een mediator die actief vorm geeft aan de werkelijkheid.
Interessant dat Verbeek hier verder voortbouwt op het werk van Latour. Volgens deze Franse wetenschapsantropoloog zijn ook niet-menselijke fenomenen actoren die ons handelen en gedrag bepalen. Ook hij stelt dat zij moraliteit bezitten. Natuurlijk niet op zichzelf maar altijd in relatie tot andere actoren, waaronder de mens. Technologieën helpen ons bij het formuleren van morele vragen en het vinden van antwoorden daarop. Daardoor geven zij mede richting aan onze besluitvorming en ons handelen. Zij doen dat in situaties waarin sprake is van ‘hybride’ vrijheid en ‘hybride’ intenties. Hybride want er is sprake van menselijke vrijheid om intenties te ontwikkelen in samenspraak met techniek.
Peter-Paul Verbeek neemt ons mee in onze huidige en toekomstige wereld die zeer sterk beïnvloed wordt door allerlei vormen van techniek. In ‘Op de vleugels van Icarus’ laat hij zien dat techniek en moraal zeer sterk met elkaar verweven zijn. De uitdaging ligt in het zoeken naar de juiste koers: niet te laag blijven vliegen in somberte maar ook niet te hoog zoals Icarus in overmoed. Daarmee sluiten we mooi aan bij de weg van het midden van Aristoteles. Mensen die geïnteresseerd zijn in de verwevenheid tussen moraal en techniek zullen genieten van dit boek.
Over Peter van den Boom
Peter van den Boom is consultant bij Boom Training and Consultancy en docent bij verschillende master- en MBA-opleidingen. Hij is tevens auteur van een groot aantal artikelen en boeken.