Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

De humanisten - ‘Leest heerlijk weg’

Humanisme laat zich niet eenvoudig definiëren. De grote overeenkomst in humanistisch denken is dat ze zich richten op de menselijke dimensie van het leven. Sarah Blakewell neemt ons mee in sprankelende verhalen over humanisten in de afgelopen zevenhonderd jaar. 

Freija van Duijne | 27 februari 2024 | 5-8 minuten leestijd

Het eerste hoofdstuk van De humanisten was voor mij meteen een hoogtepunt. De veertiende-eeuwse dichter Petrarka kennen we als uitvinder van het sonnet en van de liefde voor zijn grote muze Laura. Blakewell geeft echter veel meer kleur aan zijn verhaal. Deze Italiaanse humanist is geboren in ballingschap, vanwege de strijd tussen facties in zijn familieplaats Florence. Zijn vader was notaris en wilde dat zijn zoon ook een degelijk juridisch beroep zou hebben. Maar Petrarka had een hekel aan zijn rechtenstudie. Hij stak al zijn energie in het verzamelen van boeken. Dit was een dure hobby, aangezien de boekdrukkunst nog niet was uitgevonden. Toen zijn vader ontdekte dat hij slechte cijfers haalde, werd hij zo boos dat hij al zijn boeken in de haard gooide. Op het laatst kreeg de vader spijt en redde een boek van Cicero, dat handig kon zijn bij zijn rechtenstudie, en poëzie van Vergilius ter ontspanning.

Petrarka hield zich gedeisd tot zijn vader overleed en besteedde sindsdien al zijn tijd aan lezen en schrijven. Hij werkte voor beschermheren, en mocht in hun huizen verblijven. Petrarka was een echte boekenfanaat. Alleen of met vrienden ging hij op boekenjacht bij diverse kloosters. Als hij een bijzondere vondst had gedaan, dan moest het gezelschap even wachten tot Petrarka het boek met de hand had overgeschreven.

It’s all Greek toe me

Zijn penvriend en bewonderaar Boccaccio deelde zijn boekenliefde. Hun grote passie was de oudheid, de morele waarden en levenslessen uit die tijd. Ze zochten dan ook specifiek naar boeken uit de oudheid, die vaak niet Christelijk waren. Een monnik had tegen Boccaccio gezegd dat hij daarom zou branden in de hel. Hij twijfelde of hij zijn boeken moest wegdoen. Boekengek Petrarka zei meteen, ‘ik stuur wel een lijstje van wat ik van je wil kopen.’ Zo ver is het niet gekomen. Boccaccio is blijven lezen.

In de veertiende eeuw in Italië, de Renaissance, ging alles in het Latijn en sprak niemand Grieks. Vandaar ook de uitdrukking ‘it’s all Greek to me’. Boccacio en Petrarka droomden ervan om Homerus en de Ilias te kunnen lezen. Na veel aandringen lukte het ze om een Griek in te varen, die de teksten voor hen zou vertalen. Maar deze Leonidas bleek een bijzonder prikkelbaar persoon te zijn die niet opschoot met zijn vertalingen en het liefst terug wilde naar Griekenland. Eenmaal terug miste hij Italië, maar Petrarka was helemaal klaar met deze Griek. Zelfs een koffer met boeken als geschenk kon hem niet zo ver krijgen dat hij Leonidas weer terug haalde. Uit eigen beweging is hij met een schip gekomen. Helaas kwam het vlak voor de kust in een storm terecht. Leonidas klampte zich aan de mast die vlak daarop door de bliksem werd getroffen. Hij was de enige die de reis niet overleefde. Petrarka vroeg nog wel of de kist met boeken bewaard is gebleven.

De geweldloosheid van Erasmus

De honger naar kennis over de oudheid heeft in de zestiende eeuw grote proporties gekregen. Een gretige leerling van humanistische kennis was Erasmus. Net als Petrarka had hij een groot netwerk van penvrienden met wie hij allerlei inzichten deelde. Zijn ouders, die niet konden trouwen omdat zijn vader priester was, stuurden hem naar de beste scholen. Maar Erasmus had een hekel aan scholen vanwege de sfeer van geweld bij de leraren en het grensoverschrijdende gedrag richting leerlingen. Zijn leven lang bleef hij een afkeer houden van wreedheid en intimidatie. Hij vond dat mensen niet gemaakt zijn om oorlog te voeren, omdat we een zachte huid hebben, armen die omhelzen en vriendelijke ogen die de ziel onthullen. Erasmus had allerlei ideeën over educatie en hij reisde veel. Het is daarom zeer passend dat het Europese uitwisselingsprogramma voor studenten naar hem is genoemd.

Deïsme als nieuw godsbeeld

De achttiende eeuw was een gevaarlijke tijd voor humanisten. De kerk had de monopolie op kennis. Andersdenkenden konden op de doodstraf rekenen. De aardbeving van Lissabon in 1755 had een grote schok teweeg gebracht. Had God de mensen willen straffen voor het feit dat ze naar toneelstukken keken of boeken lazen? Geleidelijk kwam er onder wetenschappers en filosofen een nieuw godsbeeld op, het deïsme. Dit gaat uit van een God die het universum heeft geschapen, maar die zich verder niet bezighoudt met het wel en wee van ons kleine lieden. Sommigen hadden zelfs een nog atheïstischer perspectief, waar God amper een rol had bij het leven op aarde. Het was heel gevaarlijk om hierover te schrijven. Schrijvers moesten hun manuscripten in koffers met een dubbele bodem het land uit smokkelen. Ze konden gevangen worden gezet of zelfs onthoofd worden. In latere tijden zijn manuscripten ontdekt die toen niet konden worden gepubliceerd.

Streven naar verbetering

Door de eeuwen heen zijn humanisten vaak redders van oude teksten geweest. Ze willen mensen helpen om beter te redeneren, effectieve wetenschap te beoefenen, meer heilzame politiek systemen op te zetten en hun medemensen helpen om de schoonheid van de natuur te ontdekken. Dit alles is om een moediger en gelukkiger leven te bevorderen. Ze geloven dat mensen vatbaar zijn voor verbetering. De wereld is noch de beste, noch de slechtste van alle mogelijke werelden, maar door menselijke inspanning kan het worden verbeterd. Mensen zijn daarbij geen perfecte wezens. Het beroemde citaat van de Romeinse toneelschrijver Terentius past de humanisten als een jas: ‘Ik ben een mens, en niets menselijks is mij vreemd.’ We zijn verantwoordelijk voor het leven. We moeten zo goed mogelijk daarmee omgaan. Geniet van je leven, in plaats van te leven in angst voor wat er in het hiernamaals zou kunnen gebeuren. Humanisme is een combinatie van vrijdenken, vragen stellen en hoop houden. Dat geldt net zo goed voor Petrarka, die leefde in een tijd van pestepidemieën als voor ons in het huidige tijdperk van door de mens veroorzaakte klimaatverandering en digitale transformatie.

Humanisme in een wereld van ongelijkheid

Blakewells boek De humanisten staat vol met interessante verhalen over intellectuelen van de afgelopen eeuwen en hun passie voor menselijke waarden en vooruitgang. Toch lijken deze filosofen en schrijvers wel wat losgezongen van de samenleving. De zeventiende-eeuwse schrijver Montaigne had eens een kort gesprek met vertegenwoordigers van een Braziliaanse stam, de Tupinambá. Hij vroeg ze wat ze van Frankrijk vonden. De Tupinambá antwoorden dat ze geschokt waren van de ongelijkheid tussen arm en rijk. Dat zou in hun wereld nooit voorkomen. Ook individuele vrijheid was veel groter bij inheemse volken dan in Frankrijk en andere Europese landen waar de kerk het voor het zeggen had. De denkbeelden van humanisten staan daarmee ver af van de werkelijkheid. Dat geldt ook voor hun voorliefde voor geweldloosheid. Maar humanisme gaat ook over hoop hebben en je inzetten voor een rechtvaardigere wereld. Blakewell heeft overtuigend aangetoond hoe de humanistische waarden door de eeuwen heen denkers en schrijvers hebben beïnvloed. Het boek is ruim vierhonderd bladzijden, maar dankzij de soepele vertaling leest het heerlijk weg.

Over Freija van Duijne

Freija van Duijne was van 2013 tot 2018 voorzitter van de Dutch Future Society. Zij heeft meer dan tien jaar werkervaring als toekomstverkenner en strateeg in diverse overheidsorganisaties. Freija werkt vanuit haar bedrijf Future Motions en geeft trainingen en lezingen op gebied van toekomstverkennen.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden