Het Erfgoed van Meijers

Het Erfgoed van Meijers bundelt actuele reflecties op de nalatenschap van Eduard Maurits Meijers, deels gebaseerd op de bijdragen van een symposium dat in juni 2024 in Leiden plaatsvond en deels bestaand uit aanvullende bijdragen. De breedte van Meijers’ interesses en expertises is daarbij het uitgangspunt voor de redactie geweest.

Hoewel vooral bekend om zijn werk op het terrein van het burgerlijk recht, strekt Het Erfgoed van Meijers zich tot meerdere disciplines uit, waaronder de rechtsgeschiedenis, de rechtstheorie, het arbeidsrecht, het procesrecht en de rechtsvergelijking.

Naast de inhoudelijke bijdragen bevat Het Erfgoed van Meijers een academische stamboom. Meijers heeft een groot aantal vooraanstaande promoti voortgebracht, onder wie de vooraanstaande latere Leidse hoogleraren Rudolph Cleveringa en Gerard Langemeijer. Via deze en andere leerlingen ontvouwt zich een indrukwekkende academische stamboom, wijd vertakt niet alleen in de Nederlandse studie van het privaatrecht, maar met ook een behoorlijk netwerk van uitlopers in onder meer de rechtsfilosofie.

Voor eenieder die geïnteresseerd is in de privaatrechtelijke rechtsontwikkeling in Nederland, als ook in België, is deze bundel een onmisbaar werk dat in de juridische boekenkast niet mag ontbreken.

In Het Erfgoed van Meijers reflecteren vooraanstaande experts uit verschillende juridische disciplines op de huidige betekenis van Meijers’ nalatenschap. De opmerkelijke weidsheid van Meijers’ oeuvre staat daarbij centraal. De rechtstheorie, de rechtsgeschiedenis, privaatrechtelijke leerstukken, het procesrecht en het notariaat komen aan bod. Net als Meijers’ invloed over de grens: op het herzieningsproces van het Belgisch Burgerlijk Wetboek.

Daarnaast bevat de bundel bijdragen die zicht bieden op de persoon achter het werk: zijn sociale betrokkenheid, vorming, karakter en de beproevingen die hij doorstond in de Tweede Wereldoorlog. De persoon Meijers wordt ook zichtbaar in de academische stamboom die onderdeel is van deze bundel. Als hoogleraar was Meijers de leermeester van een aanzienlijk aantal promoti. Via Meijers’ promoti als de latere Leidse hoogleraren Rudolph Cleveringa en Gerard Langemeijer komt een indrukwekkende academische stamboom in beeld, stevig vertakt tot diep in de huidige privaatrechtwetenschap, maar met ook behoorlijk wat loten in de rechtsfilosofie.

Het Erfgoed van Meijers is van waarde voor juristen werkzaam in de Nederlandse rechtspraktijk en wetenschap met interesse in de privaatrechtelijke rechtsontwikkeling, met dwarsverbanden naar andere disciplines zoals de rechtsgeschiedenis, de rechtstheorie, het arbeidsrecht, het procesrecht en de rechtsvergelijking. Ook voor studenten in de latere jaren van de studie rechtsgeleerdheid biedt het boek nuttig studiemateriaal, aansluitend bij een specialisatie in het privaatrecht.

Eduard Maurits Meijers (1880-1954) neemt binnen juridisch Nederland een uitzonderlijke positie in. Onlosmakelijk verbonden als zijn denken is met de herziening van het Burgerlijk Wetboek, zijn Meijers’ privaatrechtelijke publicaties nog steeds invloedrijk. Meijers’ nalatenschap telt echter ook belangrijke bijdragen aan onder meer de rechtsgeschiedenis, de rechtstheorie, de rechtsvergelijking en het procesrecht. Meijers experimenteerde bovendien met de empirische bestudering van het recht en streed onvermoeibaar voor het notariaat en de notariële opleiding in Nederland. In juni 2024 werd ter gelegenheid van Meijers’ 70e sterfdag met een symposium in Leiden stilgestaan bij zijn leven en omvangrijke werk. Dit boek zet dat gesprek voort.