Wat is een ‘flitsbrein’ precies?
Als er zich een probleem voordoet, heeft ons brein het vermogen om opgeslagen informatie razendsnel te bundelen en een oplossing aan te reiken. Dit proces gaat zo snel, dat ons bewustzijn het niet kan bijbenen. Nog voordat er een bewuste redenering kan plaatsvinden, heeft ons brein al een conclusie getrokken. Dat vinden we zo wonderlijk dat we eeuwenlang gedacht hebben dat het om een ‘stem’ van God of om iets uit de kosmos ging. Tegenwoordig spreken we in dit soort gevallen vaak van ‘intuïtie’. Met name de snelheid waarmee we ingevingen krijgen, is kenmerkend. Vandaar de term ‘flitsbrein’. Hoewel zoiets nooit helemaal uit te sluiten valt, is het zeer aannemelijk dat ons brein dit helemaal op eigen kracht doet. Als er geen emotionele belemmeringen zijn en je bent deskundig op een bepaald gebied, is je intuïtie soms verrassend treffend.
Maar je kunt er ook naast zitten.
Dat klopt. Wij hebben bijvoorbeeld nog heel wat impulsen gemeen met ‘het gedierte des velds’. Onze zogenaamde vecht- en vluchtreacties bijvoorbeeld zijn ingevingen waaraan geen bewustzijn te pas komt. Ons brein is dus in meerdere opzichten een ‘flitsbrein’.
Waarom moest er een boek over het belang van beslissen op basis van intuïtie geschreven worden?
Besluitvorming verloopt vaak traag en stroperig, zeker in onze poldercultuur. Je kunt het ook zorgvuldig noemen. Maar vaak ontbreekt de tijd voor heel veel zorgvuldigheid; dan moeten er snel belangrijke besluiten worden genomen. In mijn boek laat ik zien hoe dat kan. Daarbij maak ik bewust ruimte voor ingevingen omdat de data die we voorhanden hebben, niet altijd betrouwbaar zijn. Met andere woorden: het gezonde verstand kan ons soms verrassend snel verder helpen, zeker als we te maken hebben met ervaren, deskundige mensen.
In hoeverre is dat boek ook een beetje een pamflet tegen de overdreven (?) aandacht voor ‘big data’?
Aandacht voor ‘big data’ kun je moeilijk overdreven noemen. Volgens sommige deskundigen leveren ze immers een performanceverbetering van wel 25% op! Helaas hebben we niet altijd de juiste data en realiseren we ons dat onvoldoende. Niets is natuurlijk onhandiger dan blind vertrouwen op data die in de verkeerde richting wijzen. Als data niet betrouwbaar zijn, moet je je gezonde flitsverstand gebruiken.
Het lijkt wel alsof de auteurs die de zegeningen van de moderne technologie prediken, de inzichten uit de neurowetenschappen compleet negeren.
Ach ja, jaren geleden deden ze dat in de wereld van de opleidingskunde, change en psychologie. U wilt niet weten hoe veel deuren er in 2006 gesloten bleven toen ik over het brein in management begon. Dick Swaab had toen zijn beroemde boek Wij zijn ons brein nog niet geschreven en alleen rondom Margriet Sitskoorn zag je wat publicaties over de werking van ons brein. We moeten deze mensen dan ook bijzonder dankbaar zijn, want zij hebben de wereld wakker geschud. Ik heb me destijds wel eens eenzaam gevoeld in mijn behoefte om het brein bij management development te betrekken. De predikers van de moderne technologie zijn ervan overtuigd dat technologie in de toekomst een belangrijker rol gaat spelen dan nu het geval is. Volgens hen krijgen we steeds minder te maken met de menselijke component, die gereduceerd gaat worden met behulp van computers en robots. Vandaar dat de interesse in de menselijke geest niet zo groot is en het brein als een hobby van softe onderzoekers wordt gezien. Daar komt nog bij dat het breinonderzoek de laatste jaren heel wat geld heeft opgeslokt en de aandacht weggetrokken bij de technologie. Maar hoe die zich ook ontwikkelt, we zullen ook in de toekomst alles moeten doen om het welzijn van de mensen en de geest gezond te houden. Doen we dat niet, dan kan je voorspellen wat de gevolgen voor de samenleving zijn.
U schrijft dat denken voor de meeste mensen niet de leukste bezigheid is. Hoe zou dat toch komen?
Daniel Kahneman (Ons feilbare denken – red.) wijst erop dat we luie denkers zijn. Ik zie dat ook volop om me heen. Je hoort vaak mensen roepen: ‘Hou het simpel!’ en daarmee bedoelen ze: laten we niet te veel nadenken. ‘Niet te moeilijk’ is het credo. Denken is niet populair in onze ontdek-je-plekje wereld omdat het vervelend is als je iets leuks hebt bedacht en je moet het dan ook nog toetsen. Terwijl dat natuurlijk wel handig is. Het past bij een hedonistische samenleving om geen ingewikkelde dingen te doen. We gaan liever hossend door de straten met het verstand op oneindig dan ons te verdiepen in de manier waarop een cel functioneert of in de achtergronden van Napoleons behoeften, om maar eens wat te noemen. Nadenken hoeft gevoel of intuïtie niet uit te sluiten; je moet ze alleen wel toetsen, omdat mensen nu eenmaal gemakkelijk verkeerde beoordelingen maken. Het maakt daarbij niet uit of je hoog opgeleid bent of niet. Ik pleit ervoor intuïtie te gebruiken als generator van oplossingen en ideeën. Vervolgens moet je je verstand en aanwezige data gebruiken om haar aan te scherpen. Maar je moet dan wel goed weten hoe intuïtie werkt.
Als onze geest ons zo gemakkelijk bedriegt, hoe realistisch is het dan te verwachten dat mensen in staat zijn, al dan niet met uw DIMO-checklist, hun intuïties en denkbeelden kritisch onder de loep te nemen?
Daar zijn ze zeker toe in staat. Of ze het ook doen, hangt sterk af van hun Sitz im Leben. Ik leerde in mijn trainersopleiding dat je vooral niet moet denken dat jij bepaalt wat mensen leren; dat doen ze uiteindelijk zelf. Dat geldt ook hiervoor. Ik verbeeld me niet dat iedereen de DIMO-checklist zal inzetten. Maar het is natuurlijk slim om het wel te doen. De checklist is immers bedoeld om mensen te helpen de kwaliteit van hun intuïtieve besluiten te verbeteren. Als ze daarbij mensen in hun omgeving vinden die het leuk vinden hen daarbij te helpen, is de kans groot dat ze betere keuzes maken. Je leven wordt echt beter als je slim kiest. Intuïtie en data kunnen daarbij helpen en dat lijkt me prettig om te weten.
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.