Automatisering is een proces dat al generaties lang bezig is. Waarom is er nu ineens sprake van een tweede machinetijdperk?
Technologische vooruitgang wordt sinds halverwege de jaren zestig bepaald door de zogeheten wet van Moore die voorschrijft dat de rekenkracht van computers ruwweg elke twee jaar verdubbelt. De gevolgen van deze exponentiële groei zijn jarenlang onder de radar gebleven, maar zijn sinds kort in een stroomversnelling terechtgekomen. Dankzij de smartphone lopen ineens miljarden mensen met een supercomputer op zak. Uitvinders en ondernemers beschikken daarmee over meer mogelijkheden om te innoveren dan ooit. Al die ontwikkelingen leveren gigantische hoeveelheden data op, waardoor we in razend tempo een beter begrip van de wereld krijgen. Dat heeft vérstrekkende gevolgen voor de werkgelegenheid. Waar de Industriële Revolutie de individuele limieten van onze spierkracht te lijf ging, richt Het tweede machinetijdperk zich op de beperkingen van onze geest.
Welke sectoren zullen het hardst getroffen worden?
Dat is moeilijk te zeggen. Je ziet nu al dat een programma als TurboTax een hele generatie aan boekhouders aan het wegvagen is. En supercomputer Watson van IBM ontwikkelt zich in hoog tempo tot een hooggekwalificeerde diagnosticus. In de toekomst zullen overmijdelijk meer witte-boordenbanen verdwijnen. Maar de mate waarin computers ons zullen aftroeven, hangt heel erg af van de innovaties die nog zullen komen. Wat ik wel met zekerheid kan zeggen, is dat niet alles door robots zal worden overgenomen. De economie zal in de toekomst nog steeds mensen nodig hebben. Het schoonmaken van bijvoorbeeld tafels in een restaurant is naar menselijke maatstaven laaggeschoold werk, maar er is nog geen computer die dat kan.
Wat betekent dat voor de arbeidsmarkt? We kunnen toch moeilijk allemaal de horeca in.
Dat is het slechte nieuws. Het verlies aan banen zal het sterkst voelbaar zijn voor werknemers in de middenklasse. Die zullen op de maatschappelijke ladder vervolgens een stapje terug moeten doen. Omdat de concurrentie voor ongeschoold werk zal toenemen, zullen de lonen daardoor alleen maar dalen.
Minder banen, lagere lonen, en een groeiende kloof tussen arm en rijk. Wat is het goede nieuws?
Dat we een tijdperk van materiële overvloed tegemoet gaan. Het kapitalisme heeft altijd gezocht naar manieren om meer welvaart met minder inspanning te creëren. Dankzij de innovaties van het tweede machinetijdperk komt dat doel een stuk dichterbij. Het is aan ons om die groeiende taart zo eerlijk mogelijk te verdelen. Het is een vergissing om te veronderstellen dat technologie over ons lot beslist. Niet de machine, maar ons waardensysteem bepaalt hoe onze samenleving er uit zal komen te zien. Overheden kunnen een cruciale rol vervullen, bijvoorbeeld door de superrijken extra te belasten of door iedereen een basisinkomen te verstrekken. Het zal wat voeten in aarde hebben, maar ik ben voorzichtig optimistisch.
Hebben managers niet juist een prikkel om zo veel mogelijk banen te automatiseren? Machines zijn goedkoper en spreken je niet tegen.
Dat zal uiteindelijk bepaald worden door de markt. Persoonlijk denk ik dat de toekomst in het teken zal staan van samenwerkingsverbanden. Software kan een grootmeester verslaan, maar tegen een combinatie van mens en machine blijkt zelfs de beste schaakcomputer niet opgewassen. In het bedrijfsleven zie je al intrigerende voorbeelden waarbij geest en machine hun krachten bundelen. Zo bestaan er al venture capital firma’s die de beslissing in welke startup ze investeren voor een deel laten afhangen van een algoritme. Of neem ondernemerschap. Het ontwikkelen van een nieuw idee is nog steeds voorbehouden aan mensen, maar bij het testen daarvan kan technologie een belangrijke rol spelen.
In het eerste machinetijdperk had het bedrijfsleven decennia om aan de nieuwe ontwikkelingen te wennen. Dit keer lijken de veranderingen veel sneller te gaan. Hebben managers wel tijd om zich aan te passen?
De meeste bedrijven hoeven niet bang te zijn dat ze binnen twaalf maanden zullen worden weggevaagd door een startup uit Silicon Valley. Maar managers moeten wel beseffen dat de oude manier van zakendoen voorgoed voorbij is. Een van de grootste vergissingen die zakenlieden honderd jaar geleden konden maken, was de gedachte dat elektriciteit een tijdelijke rage was, of dat ze hun stoommachines alleen maar hoefden te vervangen door een elektromotor. Net zoals industrialisten destijds de fabriek opnieuw moesten uitvinden, moeten huidige managers de meest basale elementen van hun bedrijf heroverwegen. Zaken als het uitstippelen van de strategie, het testen van je ondernemingsmodel, de omgang met je klanten, of het optimaliseren van je waardeketen zullen door machines fundamenteel van karakter veranderen.
Is het niet gewoon een kwestie van tijd voordat we een betere versie van onszelf bouwen en de mens daarmee overbodig maken?
Op sommige gebieden gaan de ontwikkelingen inderdaad razendsnel. Zo zijn er al computergestuurde camera's die beter in staat zijn om emoties op een gezicht te lezen dan de gemiddelde mens. Maar als ik om me heen kijk, denk ik dat we nog heel ver verwijderd zijn van een vorm van articifiële intelligentie die superieur is aan de onze. Ik zie het in ieder geval niet als iets waar ik me tijdens mijn leven zorgen over hoef te maken.
Hoe kunt u daar zo zeker van zijn? U was er vijf jaar geleden nog van overtuigd dat de zelfsturende auto toekomstmuziek was. Totdat een ritje in de automatische auto van Google uw ongelijk bewees.
Klopt, en ik had een paar jaar geleden ook niet verwacht dat computers binnenkort in staat zullen zijn om betere medische diagnoses te maken dan dokters. Maar het zorgen voor andere mensen of het motiveren van werknemers is iets dat heel moeilijk te automatiseren is. Ik zie een machine nog niet zo snel het werk overnemen van een verpleegkundige of een manager. En ook beoefenaars van creatieve beroepen zijn voorlopig veilig.
Over Jeroen Ansink
Jeroen Ansink is journalist in New York. Hij schrijft en schreef onder meer voor HP/De Tijd, Elsevier Weekly Magazine en Fortune.com. Voor Managementboek schrijft hij interviews. Ansink voltooide een vrij doctoraal in de Letteren aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en behaalde het certificaat Business Journalism aan de Wharton Business School aan de Universiteit van Pennsylvania.