Alsof hij het erom had gedaan: daags voor de presentatie van het boek dat Jeroen Smit schreef over de ondergang van ABN Amro, De prooi, liet voormalig topman Rijkman Groenink in een interview weten dat hij best bereid was zitting te nemen in de nieuwe raad van commissarissen. Een treffender illustratie van hoe iemand het contact met de werkelijkheid kan verliezen, was niet denkbaar. Maar Smit was hem dankbaar dat hij, in een tijd dat wij al lang weer bezig zijn met het volgende hoofdstuk van de financiële crisis, het drama dat zich vorig jaar afspeelde weer even in herinnering bracht.
De presentatie van De prooi vond plaats op een toepasselijke plek: in de voormalige vergaderzaal van de raad van bestuur van ABN Amro in De Bazel, tot 1995 het hoofdkwartier van de bank die in 1991 uit een fusie was ontstaan. Staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken kende de zaal nog uit de tijd dat hij werkzaam was voor ABN Amro: in zijn tijd kwam het debatingclubje voor jonge bankiers er ook samen. De symboliek van de locatie was echter niet alleen van sentimentele aard. Tot zijn spijt moest staatssecretaris Heemskerk vaststellen dat de bank als gevolg van de overname, opsplitsing en kredietcrisis in feite terug was bij af, bij de situatie zoals die in 1991 bestond. En dat hadden weinigen kunnen denken. ‘De raad van bestuur en de raad van commissarissen kunnen daar niet tevreden mee zijn, temeer daar de toekomst en de continuïteit van het bedrijf nog onduidelijk zijn.’
Heemskerk, die twee dagen na de eerste brief van TCI aantrad als staatssecretaris, was trots het eerste exemplaar van het boek over de ondergang van ABN Amro in ontvangst te mogen nemen. Van de uitgever had hij een drukproef meegekregen op een reis naar Sjanghai, die hij op de terugreis in één ruk had uitgelezen (438 dichtbedrukte pagina’s). Hij trok parallellen met Smits eerdere boek, Het drama Ahold, in 2005 uitgeroepen tot Managementboek van het Jaar. ‘In beide boeken zie je wat er gebeurt als de topmanager onfeilbaar lijkt. Ook Ahold is in één weekeinde gered, destijds door drie Nederlandse banken; de Amerikanen waren afgehaakt. De banken lieten zich toen leiden door de historie en de lange relatie met het bedrijf. Kennelijk leefde er toen wel nog een Oranjegevoel.’
Dat gevoel had ontbroken tijdens de ondergang van ABN Amro en dat had Heemskerk, als oud-werknemer, duidelijk niet onberoerd gelaten. Weliswaar had Rijkman Groenink een andere managementstructuur geïntroduceerd, met meer nadruk op duidelijke taakafbakeningen en meer Angelsaksische accenten, toch vergeet je je eerste werkgever niet, stelde Heemskerk, zoals je ook je eerste vriendinnetje niet vergeet. De nieuwe cultuur had echter wel voor meer afstand gezorgd. Het was hem in zijn eerste dagen op het ministerie van EZ wel opgevallen dat er veel over ABN Amro werd gesproken, maar dat slechts weinig mensen zich geroepen voelden stelling te nemen. Vaak werd gezegd dat ook de banken ‘de tucht van de markt’ moesten ondergaan, zoals zakenbankiers ook zo vaak over hun eigen prooien hadden gezegd. Er was ook nauwelijks contact meer tussen politici, topambtenaren en bankiers: gezamenlijke lunches van politici en bankiers, ooit een traditie, werden slecht bezocht.
Heemskerk benadrukte het ook als staatssecretaris jammer te vinden dat de bank niet meer bestaat. Voor de werkgelegenheid is het slecht. Ook vervulde ABN Amro een belangrijke rol als opleidingsinstituut. Die positie is nu definitief verloren gegaan: de bank is terug bij af, terug in 1991, het jaar dat de fusie tussen ABN en Amro Bank beklonken werd. Erger is nog dat er miljarden nodig zijn om de restanten overeind te houden, betoogde Heemskerk. ‘De vele miljarden die in de reddingsoperaties van Fortis en ABN Amro zijn gestoken beheersen de kranten, Bos, Balkenende en Wellink krijgen complimenten voor hun daadkrachtige optreden. Maar het blijft ongelooflijk dat duurbetaalde bankiers met belastinggeld gered moeten worden. Ik begrijp dat voor deze oplossing is gekozen, in het belang van de spaartegoeden en het financiële systeem, maar ik snap ook dat de bakker op de hoek hier pissig op reageert. Want wat gebeurt er als zijn bedrijf op omvallen staat? Helemaal niets.’ Het verwondert Heemskerk daarom dat het zo stil blijft onder de bankiers. ‘Er lijkt weinig zelfkritiek te bestaan bij de bankiers’, zei hij, een opmerking die hem een voorzichtig applaus opleverde.
Heemskerks conclusies: lees dit boek, leer voor de toekomst. Laten we proberen de werelden van de burgers, de bankiers en de politici beter met elkaar te verbinden. ‘De redding van Fortis en ABN Amro Nederland heeft ons 16 miljard euro gekost. Dat is 1000 euro per inwoner. En dat legt een enorme verantwoordelijk bij de bankiers.’ Bovendien hoopt Heemskerk dat de overname door de staat zal leiden tot meer zelfkritiek en blijvende bescheidenheid bij bankiers. Want dat, zo blijkt uit dit boek, is hard nodig.
Over Hans van der Klis
Hans van der Klis is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.