Parkeren in Hilversum
Een jaar of vijftien geleden debuteerde Detlev van Heest met De verzopen katten en de Hollander. Van Heest is zijn vrouw gevolgd naar Japan: zij gaat daar in zaken, hij probeert schrijvend zijn tijd door te komen. Als dat betaald steeds minder goed lukt, neemt hij zijn buren en zijn buurt tot onderwerp. Na een aantal jaar verhuizen ze naar Nieuw-Zeeland, waar het huwelijk op de klippen loopt door toedoen van de naaste buurman Pleun: stof voor zijn tweede roman.
En nu is er dan Parkeren in Hilversum, dat de eerste jaren terug in Nederland beschrijft. Berooid, werkloos, gefrustreerd over alles, maar met zijn nagereisde dierbare kat Kootje en de hechte vriendschap van de schrijver Han Voskuil en zijn vrouw Lousje Voskuil-Haspers. Zij werpen hem een reddingsboei toe die hij gretig grijpt. Maar Voskuil is oud en niet gezond. Het boek eindigt dan ook met zijn dood.
Intussen zorgt een baantje als parkeerwachter in Hilversum voor brood op de plank. Met humor en steeds bewonderenswaardige kalmte beschrijft hij de contacten met zijn, hem immer akelige en slepende ziektes toewensende, medeburgers: ‘Vandaag weer 62 bekeuringen uitgeschreven.’ Ook tussen de collega’s blijft hij de humorvolle maar soms ook pestende eenling. Want als hij iets kan…
Binnen in de aarde is een berg
In Binnen in de aarde is een berg staat het Chinese orakelboek I Tjing centraal. Dat wil zeggen: vooral de namen van de 64 hexagrammen die daarin voorkomen. Elk van die namen vormt Knibbes inspiratie voor een gedicht van zes strofen van twee regels: het scheppende, het ontvangende, de geestdrift of het omhoogdringen. In alle gedichten staat de zoekende, zwervende mens centraal.
En dat levert pareltjes op als De zwerver:
Iemand zegt ik weet het niet en het grote
zwijgen begint. Een steen rolt van een berg
belandt in het dal. Een deur gaat open, iemand
kijkt er verbaasd naar schopt er nog net niet tegen
sluit de deur knipt binnen het licht aan zet muziek op
neuriet mee. De steen bestaat niet: niemand
heeft het erover ook niet de fietser die hem ontwijkt
hij heeft een ander doel voor ogen. Alleen
een kind roept kijk wat daar ligt maar de vader
trekt het mee: het is maar een steen daar
praat je niet over. Op de berg huilt de wind, niet
om verlies: ach die steen lag er even, verdween.
Kinderlijke verbazing, een roze olifant, weemoed – alles kun je erin lezen.
De Joodsche Raad / De politiek van het kleinste kwaad
Onlangs startte bij de NPO een televisieserie over de geschiedenis van de Joodse Raad: de instantie die in de Tweede Wereldoorlog het contact onderhield tussen de Duitse bezetter en het Joodse volksdeel in ons land. En die, volgens de mening van sommigen, medeverantwoordelijk gehouden moet worden voor het wegvoeren van en de moord op meer dan 100.000 Nederlandse Joden. Volgens anderen ligt dat veel genuanceerder en heeft de Joodse Raad, door samenwerking met de Duitsers, juist alles in het werk gesteld om “erger te voorkomen”, onwetend van de ware bedoelingen van de bezetter. Voor de historicus een duivels dilemma, dat in de televisieserie schrijnend en indrukwekkend zichtbaar wordt gemaakt.
Hoe zat het nou echt? In 1983 schreef publicist Hans Knoop De Joodsche Raad – Het drama van Abraham Asscher en David Cohen, een fraaie studie die in 2024 opnieuw is uitgegeven en waarin de sturende rol van de beide voorzitters van de Raad centraal staat. Historicus Bart van der Boom publiceerde in 2022 De politiek van het kleinste kwaad – Een geschiedenis van de Joodse Raad voor Amsterdam 1941-1943. Dit prachtige onderzoek draait om de vraag hoe bepalend het perspectief van de jaren 40 was voor de handelwijze van de Joodse Raad – met alle gevolgen van dien. Oordelen met de wijsheid van nu lijkt immers wel erg gemakkelijk.
Aanraders, deze boeken. Allebei. Juist nu…
Over Marjan Maandag
Marjan Maandag is redacteur bij Managementboek.