Na een aantal jaren in het veld werkzaam te zijn geweest als Navy Seals, ontwikkelden Jocko Willink en Leif Babin een SEAL-leiderschapstraining om de lessen die ze in de strijd hadden geleerd, door te geven aan volgende generaties SEAL-leiders. Nadat ze de SEAL-teams hadden verlaten, begonnen ze een adviesbureau, Echelon Front, om leiders in organisaties in het bedrijfsleven dezelfde leiderschapsprincipes te leren. Extreem eigenaarschap wil zeggen dat je als leider de volledige verantwoordelijkheid neemt voor alles wat er in de eigen organisatie gebeurt, ongeacht de omstandigheden. Bij elk team, in elke organisatie, ligt alle verantwoordelijkheid voor succes en mislukking bij de leider. Niemand anders valt iets te verwijten. Het is eigenlijk de mentaliteit van elke leider in dit boek. En waarom het ‘extreem' heet is mij niet duidelijk geworden.
Gripping, firsthand accounts of heroism
In 2006 moesten de Seals de Iraakse stad Ramadi in 2006 veiligstellen. Volgens de auteurs was de overwinning grotendeels te danken aan een teamcultuur van eigenaarschap en discipline. Leiderschap op ieder niveau was volgens hen de doorslaggevende factor voor het succes van het team. De flaptekst van de Amerikaanse editie zegt het volgende over het boek: 'In gripping, firsthand accounts of heroism, tragic loss, and hard-won victories, they learned that leadership - at every level - is the most important factor in whether a team succeeds or fails.'
12 hoofdstukken en 12 eigenaars principes
Het boek is onderverdeeld in 12 hoofdstukken, die elk één principe van leiderschap belichten. Elk hoofdstuk is vervolgens opgesplitst in 3 delen. Het eerste deel is een verhaal over US Navy SEALs in een militaire actie. De auteurs gebruiken in deze verhalen heel wat militair jargon, dat soms in de voetnoten wordt uitgelegd. Het tweede deel licht het principe toe dat achter de handelingen ligt, dat in het eerste deel van het hoofdstuk werd besproken. Het derde deel beschrijft een voorbeeld van de toepassing van het principe in het bedrijfsleven.
50 pagina's principes en 150 pagina's illustraties uit de Irak oorlog
Als je het eerste hoofdstuk Extreem Eigenaarschap van het boek gelezen hebt, dan heb je de boodschap wel te pakken, denk ik. De lezer die op zoek is naar de toelichting op de twaalf leiderschapsprincipes, heeft eigenlijk genoeg aan zo'n 50 pagina's. Voor dit type lezer zijn de relatief uitgebreide betogen over de strijd in Ramadi, die in het eerste deel van elk hoofdstuk staan, te veel van het goede. Mensen die op zoek zijn naar praktische illustraties van leiderschapsprincipes komen er redelijk aan hun trekken, net als de lezers van oorlogsverhalen. Dat gezegd hebbende, de twaalf principes van extreem eigenaarschap worden redelijk helder uitgelegd. Het is aan de lezer om te beoordelen hoe nieuw ze zijn en hoe relevant ze zijn als je niet in een winnen-verliezen situatie werkzaam bent.
Zoals gezegd, het boek beschrijft twaalf principes voor succes gedestilleerd uit het werk van militairen. Hier en daar staan handige en bruikbare checklists zoals bijvoorbeeld de opsomming wat een leider moet doen om te prioriteren en te zorgen dat het uitgevoerd wordt. Een andere checklist gaat over het opzetten van een gestandaardiseerde planning, met aandacht voor het analyseren van de missie, bepalen wie nodig zijn, het beperken van risico's en een postoperationele debriefing.
De auteurs zijn voorstanders om zo veel mogelijk zaken te routiniseren en te protocolleren.
Anekdotische bewijsvoering van de twaalf principes
In de inleiding staat dat dit boek niet is bedoeld als een oorlogsverhaal, maar in dat voornemen zijn de auteurs niet echt geslaagd. Zo'n 75% van het boek bestaat uit oorlogsverhalen. Voor de één leerzaam en voor de ander te veel tekst voor een introductie van een principe.
Het boek is leesbaar geschreven, en is goed ‘bladerbaar'; je hoeft niet elk hoofdstuk van begin tot eind te lezen. De bewijsvoering dat de principes werken, is anekdotisch. Er ontbreekt dan ook een literatuurlijst, want het boek is immers gebaseerd op de eigen ervaringen van de auteurs als militairen en als adviseurs en trainers. Krachtig in hun visie op leiderschap is dat (consistent) voorbeeldgedrag van de leider ertoe doet. Maar er zijn ook wel wat kanttekeningen te plaatsen. Zo wordt in het boek geen woord besteed aan politieke spelletjes of aan lamlendige en besluiteloze bazen. In het boek lijkt het erop dat hoog en laag betrokken is bij de missie van de organisatie, wat toch betwijfeld kan worden. Ook enige reflectie op de bepalende rol van de context op het gedrag van mensen ontbreekt. Hetzelfde geldt voor het wel of niet hebben van inhoudelijke expertise. De aard van het werk van militairen is dat het kan gaan om mijn leven versus het leven van een ander. Over het beëindigen van het leven van de ander wordt opvallend lichtvoetig heengestapt. Het woord ethiek heb ik dan ook niet in de tekst kunnen vinden. Hebben boeken van Nederlandse auteurs het vaak over het manager-loze tijdperk: deze relativering van leiderschap komt in dit boek nergens ter sprake. Sterker nog: leiders zijn de succesfactor van de organisatie!
Wel erg veel militaire termen
Elk hoofdstuk wordt afgesloten met een voorbeeld van de toepassing van het principe in het bedrijfsleven. Ook daarin wordt het militaire jargon niet geschuwd. De praktijkverhalen hebben een wat heroïsche toon, waarbij een wanhopige situatie beter wordt door een ingreep van het adviesbureau van de twee mannen. Van de veelvuldig gebruikte oorlogsmetaforen, ook bij de voorbeelden uit het bedrijfsleven, moet je als lezer houden. In een boek dat bedoeld is voor leidinggevenden, brandweercommandanten, pedagogen en ook predikanten, is het verwarrend dat ze de drie delen militaire termen hebben gegeven: De oorlog in jezelf winnen, Wetten van de strijd en Het consolideren van de overwinning.
De lezer krijgt wat beloofd wordt
De belofte van de auteurs: ‘Dit boek geeft de lezer onze succesformule: de mentaliteit en de uitganspunten waardoor SEAL-leiders en gevechtseenheden uitzonderlijke resultaten kunnen behalen. Het laat zien hoe je die direct in zaken en het gewone leven kunt toepassen om daar ook te zegevieren.' Ik geloof niet zo in ‘succesformules', daarvoor is te veel in het leven contextafhankelijk en komen geluk en toeval soms wel en soms niet om de hoek (hun weerwoord zou vermoedelijk zijn dat je op toeval voorbereid kunt zijn). Ze laten met de twaalf principes zien wat hun succesformule is. En deze zijn met wat goede wil toepasbaar in het ‘gewone' leven. Zo zou iedereen het normaal moeten vinden om verantwoordelijkheid te nemen voor het eigen doen en laten, prioriteren is toch met een beetje goede wil goed toe te passen in het dagelijks leven, discipline is deels de mens gegeven maar met wat oefening lijkt het me wel aan te leren en het ontwikkelen van routines -vraagt wel weer wat discipline- maar is toch niet meer dan een keer ervoor gaan zitten en de belangrijke zaken om je heen ordenen. Ergo: ik denk dat ze met Extreem eigenaarschap - hoe Navy Seals leiden en winnen hun belofte waarmaken.
Over Rudy Kor
Rudy Kor is zelfstandig organisatieadviseur en auteur van diverse managementboeken. Tot voor kort werkte hij (als senior partner) bij Twynstra Gudde. Hij startte zijn werkzame leven bij Philips in Eindhoven. Als adviseur helpt hij (project)managers bij het effectiever inrichten van hun projecten. Als veellezer wordt hij gedreven door nieuwsgierigheid en schrijft regelmatig boekrecensies.