De aanleiding tot het schrijven van het boek is verre van nieuw. Over het VUCA-karakter van de snel veranderende businessomgeving en de opkomst van een nieuwe generatie technologieën is de laatste jaren immers al het nodige geschreven. Vaak worden daarbij de gevolgen voor de werkende mens in een positieve toonzetting geplaatst: je kunt eigenaar worden van je loopbaan, van je eigen ontwikkeling. Hoera! Veel minder aandacht is er voor de andere kant van deze medaille. De beslissingen die professionals moeten nemen, hebben onmiskenbaar gevolgen voor hun business performance en -impact en dat maakt ze onzeker. Daarom lopen steeds meer vooral jonge kenniswerkers tegen een burn-out aan. Dat stimuleerde de auteurs tot een zoektocht naar een antwoord op de vraag hoe desondanks professioneel potentieel op een effectieve manier ontsloten kan worden. Want dat mensen in onze snel veranderende wereld moeten blijven leren en zich ontwikkelen – en dus buiten hun comfortzone moeten treden – daarover bestaat geen enkele twijfel.
Het antwoord is op zich niet zo ingewikkeld: zorg voor voldoende emotionele fitheid. Onderzoek toont aan dat potentieel op een aantal manieren ontsloten kan worden. Een daarvan is het opbouwen van Authentiek zelfvertrouwen. Het fundament dat daarvoor gelegd moet worden, is tweeledig: je moet duidelijkheid hebben over je morele kompas – je purpose en je waarden – en je moet voldoende emotionele flexibiliteit hebben om de stressmomenten in het (professionele) leven de baas te zijn.
Aan de slag dus en dat kan met de ‘zes praktijken en aanvullende vaardigheden’ in het tweede deel van het boek. Eerst maar die ‘praktijken’: zingeving en waarden, mindfulness, acceptatie, defusie, zelf als context en toegewijd handelen. De auteurs ontlenen ze aan de ‘Acceptance and Commitment Therapy’ (ACT), een wetenschappelijk onderbouwde vorm van gedragstherapie die vanaf het eind van de jaren negentig is ontwikkeld door Steven Hayes en zijn collega’s aan de University of Nevada. Dankzij de contextuele focus is ACT ook geschikt in andere settings. In hun boek vertalen de auteurs een op ACT gebaseerde benadering naar de werkcontext van hoogopgeleide professionals. Dat levert onder meer een aantal theoretisch stevige hoofdstukken op over vragen als: wat is authentiek zelfvertrouwen, waaruit komt een gebrek aan authentiek zelfvertrouwen voort, waarom is het belangrijk en hoe verhoudt authentiek zelfvertrouwen zich tot emotionele flexibiliteit? Het eerste deel, waarin het fundament voor de vaardigheidstraining wordt gelegd, wordt afgesloten met een assessment – voor de verandering eens een keer gratis – waarmee de lezer zijn vaardigheden voor emotionele flexibiliteit kan beoordelen. Dan volgt het uitgebreide deel ll Actie ondernemen.
Authentiek zelfvertrouwen is dus niet iets wat je hebt of niet; je kunt het leren. Je moet daartoe wel bereid zijn je onzekerheden en angsten te accepteren. Dat onderscheidt authentiek zelfvertrouwen van wat de auteurs ‘blind zelfvertrouwen’ noemen: je stopt je onzekerheden niet weg, maar bent in staat om er met het nodige zelfvertrouwen mee om te gaan. ‘Authentiek zelfvertrouwen impliceert kennis van zowel je competenties als je zwakke punten,’ schrijven ze.
De auteurs waarschuwen ervoor dat de oefeningen die zij in hun boek beschrijven, soms wat vreemd kunnen overkomen en dat kan ik eerlijk gezegd wel beamen. De speciale stemtechnieken om te defuseren bijvoorbeeld – defuseren wil zeggen dat je je gedachten scheidt van je persoon – moet je zeker niet op kantoor doen en ook de mindfulness oefeningen lenen zich niet voor een groot publiek. Maar de effecten ervan – meer emotionele flexibiliteit en een vergroot zelfvertrouwen – zijn door middel van recent wetenschappelijk onderzoek bewezen.
Daarmee komen we als vanzelf bij een van de belangrijkste kwaliteiten van het boek: het brengt wetenschappelijke inzichten vanuit de cognitieve psychologie en de affectieve neurowetenschappen op een praktische manier samen voor een publiek uit het bedrijfsleven. Dat daarbij de afstemming tussen wetenschap en praktijk – een nadrukkelijk streven van de auteurs – niet overal optimaal is, zij hun wat mij betreft vergeven. Met name de paragrafen waarin zij de oorsprong van twijfel uitleggen, vragen van de doorsnee lezer best wat doorzettingsvermogen, maar ‘onleesbaar’ wordt het betoog nooit.
Hoewel het beoogde lezerspubliek nergens met zoveel woorden genoemd wordt, lijkt het boek toch allereerst bedoeld te zijn als zelfhulpboek. De lezer wordt in het voorwerk immers meerdere keren nadrukkelijk aangemoedigd om zelf met de vaardigheden in het tweede deel aan de slag te gaan. Maar en passant wordt ook een lijntje uitgegooid naar al die opleidingen die tot doel hebben de ontwikkeling van leiderschap en andere, breed toepasbare beroepsvaardigheden te versterken. Deze vaardigheden, schrijven de auteurs, zouden moeten worden geïntegreerd als essentieel en verplicht onderdeel van alle curricula voor Leren & Ontwikkelen. Want door hoogwaardige emotionele vaardigheden te ontwikkelen die het opbouwen van zelfvertrouwen ondersteunen, kunnen mensen de uitdagingen van de tijd waarin zij leven, beter aan.
Over Bert Peene
Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.