Het antwoord op de vraag of een gemeente goed presteert, is niet gemakkelijk te geven. Van belang hierbij is wie de vraagsteller is. Zo kan intern de gemeente worden beoordeeld op haar bedrijfsvoering, maar zullen voor de burger uitsluitend de zichtbare resultaten tellen en zijn democratische criteria van belang. Zicht krijgen op de prestaties van een gemeente wordt voorts bemoeilijkt doordat het takenpakket heel breed is. Een gemeente moet volgens de auteur op vijf taakgebieden (rollen) presteren: politieke organisatie, dienstverlener, regeltoepasser/handhaver, ontwikkelaar en beheerder. Elke rol vraagt om een andere prestatie, een andere houding en andere competenties. Naast de vijf rollen voor de gemeente, onderkent de auteur vijf rollen van de burger: als afnemer van diensten is de burger een klant, als de burger samen met de overheid maatschappelijke vraagstukken aanpakt, is hij een partner en als de gemeente regels handhaaft, is de inwoner een onderdaan. Daarnaast is de burger een kiezer en ook nog eens gebruiker van de openbare ruimte. Kortom: vele factoren spelen een rol en daarmee lijkt beter presteren van gemeenten een complexe materie te zijn. Wat moet er dan gebeuren om een gemeente beter te laten presteren? Als allereerste regel geldt, dat het van groot belang is om niet slechts te focussen op een van de genoemde rollen, maar alle vijf rollen te betrekken in de verbeterplannen. De grootste valkuil bestaat erin dat de gemeente onvoldoende schakelt tussen de verschillende rollen en de daarbij behorende houding ten opzichte van externe partners. Bovendien is de auteur van mening dat het interessanter is om te onderzoeken op welke terreinen de prestaties verbeterd kunnen worden, dan om zicht te krijgen in de prestaties zelf. Hij draagt daarbij aan dat voor het lokaal bestuur vooral de uitdagingen liggen in de prestaties in haar rol van politieke organisatie, ontwikkelaar, regeltoepasser en handhaver. Met betrekking tot de interne organisatie geeft de auteur aan dat vier componenten in de structuur in belangrijke mate bepalen of een organisatie faalt of succes heeft. Deze vier componenten zijn: - het toewijzen van beslissingsbevoegdheden; - de individuele beloningssystemen; - de structuur van de systemen welke de individuele en de gezamenlijke performance evalueert; - politiek en ambtelijk leiderschap. De eerste drie componenten zijn in hoge mate onderling van elkaar afhankelijk. De vierde component (politiek en ambtelijk leiderschap) wordt door de auteur zelf toegevoegd en is bepalend voor een gemeente met een hoog prestatieniveau is. Om goed te presteren, zowel ambtelijk als bestuurlijk, is het noodzakelijk dat niet alleen de prestaties helder zijn gedefinieerd (prestatiesturing), maar dat daar ook mensen verantwoordelijk voor zijn (toedelen van beslisbevoegdheden) en dat zij worden aangesproken en gecoacht (HRM). Vaak zijn doelen vaag, gegevens nauwelijks beschikbaar en betekent beter presteren dat de organisatie veranderd moet worden. Reorganiseren blijkt dan veelal neer te komen op dezelfde dingen anders doen. Men kiest voor het gewin op de korte termijn, terwijl veranderen een zaak is van evolutie, van de lange termijn. Hiemstra staat nadrukkelijk stil bij de externe aspecten; het presteren voor de burgers. Zo worden gemeenten vooral geacht hun taken democratisch, rechtmatig, effectief en efficiënt uit te voeren. Niet in alle rollen die de gemeente vervult, weegt het belang van de vier waarden even zwaar. Zo is de rechtmatigheid van het handelen van de gemeente in haar rol van regeltoepasser en handhaver van grotere betekenis, dan in haar rol van beheerder. De gemeente moet ervoor waken om te focussen op bepaalde normen en waarden, maar moet streven naar het juiste evenwicht dat afhankelijk is van de rol die zij vervult. Hiemstra is een warm pleitbezorger voor het betrekken van de burger bij de plannen van de gemeente. 'Presterende gemeenten' is in een prettig leesbare stijl geschreven. In 'presterende gemeenten' komen de interne factoren aan de orde, die een rol spelen bij het verbeteren van de prestaties. Bovendien en vooral wordt er stilgestaan bij de externe factoren. Hierdoor ontstaat een volledig beeld van het veld waarin een gemeente actief is en de krachten waar ze mee te maken heeft. Aspecten waarmee de toekomstige veranderaar binnen een gemeente naar mijn mening zeker rekening dient te houden. Is het boek bruikbaar voor degenen die op zoek zijn naar verbetering van de prestaties binnen gemeenten? Mijn inziens wel. Het boek is niet dik, waardoor niet uitputtend op de diverse aspecten van het veranderproces wordt ingegaan, maar de meest belangrijke onderwerpen passeren wel de revue. Zo draagt de schrijver een zestal principes aan voor effectief veranderen. Weliswaar sluit het boek op onderdelen aan bij andere literatuur over verandering, maar het verdient aanbeveling om ook andere boeken over dit onderwerp eens te raadplegen, zoals 'Leren Veranderen' van De Caluwé en Vermaak. 'Presterende gemeenten' biedt zeker voldoende basis voor een eerste veranderkundige verkenning. Aan de slag dus. Maar de veranderkundige in gemeenteland dient zich wel te bedenken, dat iedere stad zijn eigen kracht heeft en dat niet in iedere stad prestaties op hetzelfde niveau gewaardeerd worden. Bovendien bestaat er geen recept om een gemeente in een zeer kort tijdsbestek van een middelmatige prestatie naar een niveau van excellentie te brengen.
Over John Daamen
John Daamen MBA is directeur en senior consultant bij Daamen Consultancy B.V. Dit bureau vervult interim-managementopdrachten op financieel en algemeen management terrein. Uitgangspunten hierbij zijn: de ontwikkeling en inzet van de kwaliteiten die reeds in de organisatie aanwezig zijn en de zelfredzaamheid van de organisatie. John Daamen is Alumnus van Business School Nederland, de Action Learning MBA, en voert momenteel een promotieonderzoek uit naar samenwerking binnen de overheid.