Het boek wordt ondersteund met een website waardoor verwijzingen naar ander materiaal elders frequent plaats vindt en veel onderwerpen worden aangeboden met de nodige diepgang.
De auteur, die zelf voor de klas staat en tevens lerarenopleider is, beschikt over veel kennis en praktijkervaring. Dat is door het gehele boek te merken: de structuur, de uitleg, de praktijkvoorbeelden: ze zijn alle goed verzorgd. Dat geldt ook voor de lay-out, overzichtelijk en voorzien van een steunkleur, met kaders en her en der wat speelse tekeningen.
Het boek is geschreven tegen de achtergrond van het VO maar het kan net zo gemakkelijk gelezen worden door een leerkracht van de basisschool. Het boek kent vijf hoofdonderwerpen: het gedrag van de klas, het gedrag van het docententeam, het gedrag van de individuele docent, het gedrag van de individuele leerling en het gedrag van ouders.
Een belangrijke opmerking die Teitler maakt in de inleiding is: ‘Op scholen waar docenten elk hun eigen aanpak hebben en afzonderlijk doen wat zij denken dat goed is, is nog heel wat te winnen’.
Het eerste hoofdstuk biedt direct een goede basis. Het maakt inzichtelijk dat lesgeven meer is dan kennis overdragen. Met name de pedagogische factor dreigt in scholen op de achtergrond te geraken. Daarom is het heel sterk dat de auteur in dit hoofdstuk een stappenplan biedt voor emotionele veiligheid. Een opmerkelijke stap daarbij is die van ‘tijdverdrijven’: het kunnen praten als docent met de leerling over ‘koetjes en kalfjes’. Een uitstekende tip, die echter bij bepaalde mensen (ook ouders) wel eens tot gefrons kunnen leiden. Moet immers niet alles nuttig zijn? Nee dus.
Elk hoofdstuk kent een uiteenzetting van informatie en theorieën. Als er meerdere opvattingen over een bepaald punt zijn dan bespreekt Teitler die gewoon zonder normatief te worden. Er worden tips gegeven, er zijn opdrachten en zoals vermeld verwijzingen naar de website voor extra opdrachten of andere zaken.
Je zou je de vraag kunnen stellen of je orde houden kunt leren uit een boek. Maar net zomin als een schriftelijke cursus zwemmen succesvol is, zal een boek met tips zonder toetsing aan de praktijk soelaas bieden. Maar de lezer krijgt wel mee dat orde houden in de klas wel begint bij structuur. Dat er een duidelijke planning, duidelijke procedures en dito consequenties moeten zijn. Dat is bepaald iets anders dan de leerkracht die iedereen te vriend wil houden.
Maar ook als docenten gestructureerd werken en consequent zijn dan is dat nog geen enkele garantie voor schoolsucces. Teitler merkt fijntjes op dat docenten wel consequent kunnen zijn maar soms niet op één lijn zitten. Als school ben je dan nog nergens. Het hoofdstuk over teams is daarom zowel interessant als nuttig. Teitler plaatst de bekende theorie van Tuckmann over teamontwikkeling tegen de specifieke achtergrond van het onderwijs. ‘Wanneer grijp je in als docent?’, krijgt dan een andere lading.
Een krachtig boek voor leraren met veel terugkerende onderwerpen waaruit zowel individuele docenten als ook teams voldoende inspiratie kunnen putten.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.