Ik was altijd iemand van de zekerheden, van de stellige overtuigingen. Deels omdat ik gewoon een Kamsteeg ben en deels omdat ik opgroeide in een kerkgenootschap dat op de meest ingewikkelde theologische vraagstukken pasklare antwoorden had. Die tijd van zekerheden ligt nu een aantal jaar achter mij. Meer en meer omarm ik het niet weten, het onderzoeken en blijven bevragen. Maar deze verandering ging (en gaat) niet zonder moeite. Zekerheden zijn immers veilig – helemaal wanneer je altijd geleerd hebt dat je daarmee je eeuwige redding veiligstelt. De stap van antwoorden naar vragen, was er daarom een die gepaard ging met existentiële angst. Wat nu wanneer ik het mis heb met mijn onzekerheden?
Bij het lezen van Tricky tijden van Jitske Kramer moet ik aan mijn geestelijke zoektocht denken. Kramer schrijft over ‘liminaliteit’: de overgangstijd van toen naar nu ‘een ambigue tussenruimte, een emotionele transitieperiode waarin aan onze fundamenten wordt getrokken en we worden gedwongen om zekerheden en controle tijdelijk los te laten.’ De liminale ruimte is de overgang van wie je bent naar wie je aan het worden bent. Met de nodige groeipijn inbegrepen.
Eng, boeiend en noodzakelijk
Mijn eigen tijd in liminaliteit ervoer ik tegelijk als doodeng, boeiend én noodzakelijk. Ook als samenleving gaan we door een tussenfase heen. Een waarvan de een hem eng, de ander boeiend en weer een derde vooral noodzakelijk vindt.
Kramer constateert terecht dat de afgelopen decennia de welvaart weliswaar enorm is gegroeid, maar wel ‘tegen de hoge prijs van uitbuiting en vervuiling’. In mijn werk als storyteller voor de stichting International Justice Mission (IJM) ben ik hier dagelijks getuige van. Kinderen, vrouwen en mannen worden uitgebuit, misbruikt en vernederd voor snelle winst en directe, perverse bevrediging. ‘Er is een verandering in onze cultuur nodig’ betoogt Kramer. Maar, zoals al geconcludeerd: verandering doet pijn. Hebben we de moed om de periode van het hier en nu naar het later in te stappen? Kramer: ‘Om nieuwe wegen te vinden, moeten we niet bang zijn om onbekend terrein te onderzoeken. Dat betekent dat we toelaten dat we het even niet meer weten.’ En, zoals de antropoloog stelt, hoe pijnlijk het ook is toe te geven dat hoe wij leven niet houdbaar is, ‘als je eenmaal bekend bent met de feiten, kun je je niet meer achter onwetendheid verschuilen.’
Dienend leiderschap
Wat we nodig hebben – en nu zeg ik het nu in mijn eigen woorden – is een switch van zelfdienend naar dienend leiderschap. Van het ik, naar het wij (Ubuntu). Van het nu, naar ook meer aandacht voor later. Maar dit is lastig, want, zo constateert Kramer, ‘we zitten allemaal gevangen in een systeem van voortdurende groei in winstmaximalisatie.’ En: ‘Als het economisch groeien of sterven is, blijken morele keuzes over kwaliteit, duurzaamheid en menselijkheid op de tweede plek te staan.’
Waar we daarom behoefte aan hebben? ‘Dappere leiders die het belang van de samenleving als geheel boven hun eigen ego, positie en de druk van aandeelhouders durven te stellen.’ We zullen een periode van bezinning in moeten. Van hier naar daar. Liminaliteit dus. Een periode waarin we elkaar nieuwe vragen durven stellen. Nieuwe keuzes durven maken. Andere stappen durven zetten. Zoals gezegd: eng, boeiend én noodzakelijk. Lees de kranten er maar op na.
Trickster
In een tijd van liminaliteit komen volgens Kramer zogenoemde tricksters in actie. De trickster is een mytholologische figuur die mensen bevrijdt van oude ideeën, de boel opschudt en ruimte creëert om dingen anders te gaan doen. Een archetype dat ‘uitstekend gedijt in de verwarring van liminaliteit’. De trickster is de god, held en schurk van de liminale ruimte, aldus Kramer. Hun doel: heilige huisjes omver schoppen.
Kramer stapt niet in de verleiding namen te koppelen aan de trickster. Het archetype kan namelijk in ieder van ons zitten en is in staat mensen behoorlijk voor de gek te houden. Bijvoorbeeld door vrijelijk met de feiten te spelen. Vooral wanneer wij in een liminale fase zitten zijn wij bijzonder vatbaar voor deze (on)waarheden. Kijk bijvoorbeeld alleen al naar wat er tijdens de corona-epidemie gebeurde. Terwijl wij wereldwijd in een tussenfase zaten, nam het aantal complotdenkers met de minuut toe. Feit en fictie werd angstaanjagend door elkaar gehusseld.
Nieuw narratief
We hebben een nieuw narratief nodig waarmee wij betekenis geven aan de wereld. Net zoals ik dat in mijn eigen geloofszoektocht ook had. Maar nogmaals: ‘oude verhalen loslaten en nieuwe verhalen vormen is niet makkelijk’. Helemaal niet wanneer de een ons wil vasthouden in het oude verhaal of de ander (de trickster) ons met bizarre alternatieven wil verleiden.
Wat we volgens Kramer daarom nodig hebben, zijn liminaal leiders: zij die een veilige ruimte scheppen om in alle hardheid van meningen en conflicten de zachtheid voor het ongezegde en het buitengewone toe te laten. Of in andere woorden: leiders die helpen een betere wereld te verbeelden en ons helpen te geloven in iets dat nog niet bestaat. Zoals bijvoorbeeld een wereld zonder uitbuiting en misbruik van kinderen. ‘Leiderschap tijdens liminaliteit gaat over het begeleiden van een buitengewone tijd, waarin creativiteit en verbeeldingskracht belangrijk zijn om tot een nieuwe realiteit te komen.’
Wat mij betreft, toont Kramer leiderschap door haar zoektocht naar meer betekenis in een veranderende wereld op een eerlijke en kwetsbare manier in haar boek Tricky tijden met ons te delen. Een boek waarmee zij mij in ieder geval bij de hand neemt, flink aan het denken zet en gelukkig ook geruststelt. Mijn zoektocht mag er zijn. En nee, ik hoef niet overal een antwoord op te hebben. Wat een bevrijding!
Over Henk Jan Kamsteeg
Henk Jan Kamsteeg is eigenaar van het trainingsbureau Proistamenos. Hij geeft trainingen en keynotes op het gebied van o.a. dienend leiderschap, inclusief leiderschap en storytelling. Daarnaast is hij auteur van diverse boeken zoals Dienend leiderschap, De kracht van het compliment en Spreken met passie; de kracht van storytelling, Inclusief leiderschap en Op weg naar een vitale organisatie