Op werkdagen voor 23:00 besteld, morgen in huis Gratis verzending vanaf €20

Recensie

Samen veranderen in vijf praktische lessen

‘Geen enkele organisatie kan de grote private en publieke vraagstukken van deze tijd alleen oplossen,’ schrijven Edwin Kaats en Wilfred Opheij in hun boek Leren samenwerken tussen organisaties (‘Samen bouwen aan allianties, netwerken, ketens en partnerships’). ‘Of het nu gaat om innovatie, goede zorg, economische ontwikkeling, duurzaamheid, openbare orde en veiligheid, het te boven komen van een recessie; samenwerken is altijd nodig.’

Bert Peene | 26 november 2015 | 3-5 minuten leestijd

Het boek werd een jaar na verschijning gekozen tot Managementboek van het jaar 2013 en dat had ongetwijfeld veel – maar zeker niet alles – te maken met het feit dat er over interorganisationeel samenwerken in de Nederlandse literatuur nog maar weinig te vinden was. Terwijl er al wel volop over organisatiegrenzen heen wordt samengewerkt. Het boek van Kaats en Opheij voorzag onmiskenbaar in een behoefte.

Vreemd genoeg heeft hun initiatief sindsdien weinig navolging gekregen. Het aantal titels over samenwerking tussen organisaties is nog steeds op de vingers van één hand te tellen. Dat feit alleen al maakt de publicatie van het boek Magic makers (‘De kracht van samen veranderen’) van Daniël Wolfs tot een opmerkelijke gebeurtenis. Wolfs’ boek begint in verwondering. Hij vertelt hoe hij in 2012 samen met vierduizend collega’s in amper een maand tijd een kleine twee ton inzamelde voor Serious Request. ‘Wat heeft ervoor gezorgd dat in die vier weken alles klopte,’ vraagt hij zich af. ‘Wat heeft geleid tot het inzamelen van € 175.000 in een tijd toen de economie verre van florissant was?’ Het was een onvergetelijk avontuur dat hem vijf dingen over samenwerking leerde: zet samenwerking centraal, denk groot en doe klein, verander samen, een succesvol verhaal over samenwerken schrijft zichzelf en jij maakt het verschil. Vijf lessen die tot even zo veel hoofdstukken in zijn boek hebben geleid, alle vijf op dezelfde manier opgebouwd: een korte inleiding, de twee belangrijkste valkuilen per ‘les’ en vervolgens voor iedere valkuil een oplossing.

Wie Kaats en Opheij gelezen heeft, zal in Wolfs’ boek weinig nieuws vinden, althans, feitelijk gezien. Want in Leren samenwerken tussen organisaties komen werkelijk alle aspecten van interorganisationeel organiseren die je maar bedenken kunt aan bod, meer of minder uitgebreid en voorzien van een uitgebreide literatuuropgave. Dat is de kracht maar ook de zwakte van dat boek. Want door de enorme hoeveelheid informatie dreigt het te ver van de werkelijkheid af te komen staan. En daar vond Daniël Wolfs de mogelijkheid om waarde toe te voegen aan het vooralsnog bescheiden corpus van publicaties over deze orde veranderen.

Hij wilde zijn boek nadrukkelijk vanuit een praktisch perspectief schrijven. Daarom heeft hij ervoor gekozen ieder hoofdstuk te beginnen met alles wat fout kan gaan (of daadwerkelijk regelmatig fout gaat) als je samenwerking tussen organisaties wilt bewerkstelligen. Wolfs beschrijft negen veelvoorkomende valkuilen, zoals ‘samenwerking wordt onderschat’, ‘wederzijdse verwachtingen blijven impliciet’, ‘we kiezen voor onszelf’, ‘we schrijven onze verandering tot stilstand’, ‘we organiseren onze eigen weerstand en verwarring’, en ‘het ligt nooit aan jou (toch wel)’.

Open deuren misschien op het eerste gezicht, maar Wolfs laat aan de hand van talloze voorbeelden zien hoe gemakkelijk samenwerkingsinitiatieven op niets uitlopen, althans, in eerste instantie. Want uit iedere valkuil blijkt een weg omhoog te zijn. Ga op zoek naar wat alle partijen bindt, wees duidelijk over wat je wilt behouden, creëer oplossingen in gezamenlijkheid, wacht met het schrijven van vuistdikke rapporten (als dat al nodig is), houd rekening met verschillende belevingen: het is zo maar een handvol oplossingen die Wolfs aanreikt aan organisaties die de genoemde valkuilen willen mijden of ontvluchten.

Ook daar zitten overigens weinig echte eyeopeners bij, of het moet de aandacht voor storytelling zijn. ‘Nog meer dan strategie, cultuur of verandering geven verhalen betekenis aan samenwerking,’ schrijft hij. ‘Verhalen over de samenwerking, wat die samenwerking oplevert en hoe jij dat ervaart.’ Dat is een andere vorm van storytelling dan wat daar normaal gesproken onder wordt verstaan; het is ‘storytelling, maar dan door iedereen.’ Wolfs doelt hiermee feitelijk op wat in de systeemtheorie ‘polyvocaliteit’ heet. Van polyvocaliteit is sprake als er bij een verandering meerdere, soms heel verschillende geluiden kunnen klinken. Bij interorganisationeel organiseren bijvoorbeeld (maar eigenlijk bij iedere verandering). Wie daarmee onvoldoende rekening houdt, ontdekt vroeg of laat dat wat een unaniem ‘ja’ leek te zijn, in feite een niet uitgesproken ‘nee’ was.

Magic makers zal waarschijnlijk niet op de shortlist voor de verkiezing van Managementboek van het jaar 2015 komen, daarvoor is het te bescheiden van opzet. Maar voor de meer praktisch ingestelde professionals zou die bescheidenheid wel eens eerder een kracht dan een zwakte kunnen zijn. Herkenbaarheid en praktijkgerichtheid zijn de belangrijkste kwaliteiten van het boek, terwijl het ook nog eens lekker weg leest. Juist dat maakt Magic Makers tot een waardevolle bijdrage aan het vakgebied.

Over Bert Peene

Bert Peene werkte jarenlang als kerndocent bij IMAGO Groep, Via Vinci Academy en C-Lion, opleiders voor het onderwijs. Daarnaast voerde hij als zelfstandige opdrachten op het gebied van organisatieontwikkeling uit in profit en non-proft. Tegenwoordig werkt hij als free lance docent en schrijft hij voor diverse bladen over managementliteratuur.

Deel dit artikel

Wat vond u van dit artikel?

0
0

Populaire producten

    Personen

      Trefwoorden