De straf na de straf
De gevolgen van een strafrechtelijke veroordeling afgezet tegen de verander(en)de strafdoelen
Paperback Nederlands 2018 1e druk 9789088632266Samenvatting
Elk jaar keren ongeveer 40.000 personen uit de Nederlandse gevangenissen terug in de maatschappij. Velen van hen lijken er niet in te slagen om hun leven na de tenuitvoerlegging van de straf op orde te krijgen: ongeveer de helft wordt binnen twee jaar opnieuw veroordeeld en een derde belandt binnen twee jaar weer achter de tralies. Dit is mogelijk deels een gevolg van het toenemende aantal de jure consequenties waarmee ex-gedetineerden worden geconfronteerd.
Daarbij kan worden gedacht aan zware betrouwbaarheidstoetsingen (zo is voor steeds meer beroepen een Verklaring Omtrent Gedrag vereist) en aan de beëindiging van het verblijfsrecht van vreemdelingen, die zo mogelijk worden ‘verbannen’ uit de samenleving. Naast deze bestuursrechtelijke gevolgen kan ook de strafrechter gedragsbeïnvloedende maatregelen opleggen die een vrije terugkeer in de samenleving beperken.
Dat misdadigers na boetedoening door de maatschappij als gelijkwaardige worden aanvaard, lijkt niet langer het huidige ideaal te zijn. Hoewel de nadelige gevolgen van een strafrechtelijke veroordeling technisch niet de verantwoordelijkheid van de strafrechter zijn, kan de strafrechter daarmee wel rekening houden vanwege diens grote straftoemetingsvrijheid. In de praktijk wordt daarop steeds vaker een beroep gedaan; er worden in toenemende mate verweren gevoerd aangaande de straf na de straf – met wisselend succes.
In dit boek onderzoekt mr. drs. Anne Meijer in hoeverre de strafrechter rekening dient te houden met de gevolgen van een strafrechtelijke veroordeling (en dus in hoeverre verweren dienaangaande dienen te worden gehonoreerd). De auteur beschrijft hiertoe de ontwikkeling van de strafdoelen en de principes van strafoplegging in de loop der jaren. Daarnaast worden enkele gevolgen van een strafrechtelijke veroordeling besproken evenals de wijze waarop deze zich verhouden tot de strafdoelen en de principes van strafoplegging. Tot slot behandelt zij – aan de hand van diepte-interviews – de ideeën die thans onder strafrechters leven over de gevolgen van een strafrechtelijke veroordeling.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
1 Inleiding 1
1.1 Aanleiding tot het onderzoek 1
1.2 Onderzoeksvragen 4
1.3 Afbakening 5
1.4 Leeswijzer en verantwoording onderzoeksopzet 6
2 Veranderende strafdoelen en principes van strafoplegging 7
2.1 Inleiding 7
2.2 Retributivistische rechtvaardigingstheorieën 8
2.2.1 Het algemeen rechtvaardigend doel 8
2.2.2 Het mensbeeld 11
2.2.3 De hoogte van de straf 12
2.3 Consequentialistische rechtvaardigingstheorieën 12
2.3.1 Het algemeen rechtvaardigend doel 13
2.3.2 Het mensbeeld 15
2.3.3 De hoogte van de straf 16
2.4 Verenigingstheorieën 17
2.4.1 Het algemeen rechtvaardigend doel 18
2.4.2 Het mensbeeld 20
2.4.3 De hoogte van de sanctie 21
2.5 De huidige strafpraktijk 22
2.5.1 Van Pompe’s herenigingsideaal naar preventionisme en maatschappijbeveiliging 22
2.5.2 Punitief populisme 25
2.6 Conclusie 27
3 De jure consequenties van een strafrechtelijke veroordeling 31
3.1 Inleiding 31
3.2 De weigering van een VOG-aanvraag 32
3.2.1 Het doel van de VOG 33
3.2.2 Het beoordelingskader 34
3.3 Vreemdelingrechtelijke gevolgen 36
3.3.1 Het juridisch kader 36
3.3.2 Het beleid van de IND 39
3.4 Vrijheidsbeperkende gevolgen 40
3.4.1 Voorwaardelijke veroordeling (al dan niet in combinatie met dadelijke uitvoerbaarheid) 41
3.4.2 De vrijheidsbeperkende maatregel in het kader van toezicht 44
3.5 Conclusie 46
4 De jure consequenties: een ‘straf’ na de straf? 49
4.1 Inleiding 49
4.2 Kwalificatie als straf 49
4.3 De weigering van een VOG-aanvraag 50
4.3.1 Kwalificatie 50
4.3.2 Verhouding tot de strafdoelen 51
4.3.3 Verhouding tot het proportionaliteitsbeginsel 54
4.4 Vreemdelingrechtelijke gevolgen 56
4.4.1 Kwalificatie 56
4.4.2 Verhouding tot de strafdoelen 56
4.4.3 Verhouding tot het proportionaliteitsbeginsel 58
4.5 Strafrechtelijke vrijheidsbeperkende gevolgen 60
4.5.1 Kwalificatie 60
4.5.2 Verhouding tot de strafdoelen 61
4.5.3 Verhouding tot het proportionaliteitsbeginsel 62
4.6 De jure consequenties en de rechterlijke straftoemetingsvrijheid 63
4.7 Conclusie 67
5 Ideeën van strafrechters over bestraffing en ‘straf’ na de straf 71
5.1 Inleiding 71
5.2 De opzet en het verloop van de interviews 72
5.3 Herkenning van de beschreven tendensen 73
5.4 Straftoemeting 75
5.5 Opvattingen aangaande de gevolgen en (beperking van) de straftoemeting 78
5.5.1 Gevolgen van een strafrechtelijke veroordeling 78
5.5.2 De rol van de strafrechter 80
5.5.3 De strafrechter als adviesorgaan 81
5.5.4 De ontwikkeling van beleid 82
5.6 Conclusie 83
6 Slotbeschouwing 87
6.1 Bevindingen 89
6.1.1 Verander(en)de denkbeelden 89
6.1.2 Strafrechter versus uitvoerende instanties 93
6.1.3 Beantwoording onderzoeksvraag 96
6.2 Kanttekeningen en aanbevelingen 98
6.3 Tot besluit 99
Geraadpleegde literatuur 101
Geraadpleegde jurisprudentie 111
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan