De omslag van uw boekje toont een ijsberg in volle zee. Waarom hebt u voor dit beeld gekozen?
Het zichtbare gedeelte van de ijsberg toont het waarneembare gedrag van een groep. Dit is het gedrag dat de groepsleden bewust laten zien aan elkaar. Dit ‘groepsbewuste’ zit dus boven de waterspiegel. Het gedeelte van de ijsberg onder de waterlijn is het ‘groepsonbewuste’. Hier bevindt zich alle nog niet aangeboorde wijsheid van de groep en de diepere gevoelens en emoties van de groepsleden, gekoppeld aan hun meningen, waarden en overtuigingen. In het groepsonbewuste verdwijnen de onbesproken onderwerpen die de groep juist wél moet bespreken. We vinden daar ook de zaken die wel zijn uitgesproken, maar door de groep kennelijk niet zijn gehoord. Ze verdwijnen als een vis onder water.
Het doel van Deep Democracy is om de waterspiegel te laten dalen?
De bedoeling van Deep Democracy is zoveel mogelijk van het groepsonbewuste naar het groepsbewuste te laten gaan én om vissen te vangen. Als we daarin slagen, ontstaat er een potentiële zee van mogelijkheden omdat de groepsleden hun individuele kennis, vaardigheden en visies op de werkelijkheid met elkaar delen. De groep benut zo ieders wijsheid en wordt hechter. De onderlinge verbondenheid neemt ook toe, omdat de leden écht goede gesprekken gaan voeren en de diepere emoties die leven in de groep aan bod komen. Ze zoeken ook conflictpunten op in plaats van ze te mijden. Dat doen ze in verbinding met elkaar, in plaats van, zoals vaak bij conflicten gebeurt, van elkaar verwijderd te raken.
Het goede gesprek begint met een check-in en doorloopt drie stappen?
Bij een check-in krijgt iedere deelnemer bij aanvang van de bijeenkomst de gelegenheid om even te ‘landen’ en iets te zeggen over het verloop van de dag en zaken die hem of haar bezighouden. De facilitator trapt af, waarna de overige deelnemers volgen. Een check-in is nodig, want de eerste komt misschien van een bruiloft, de tweede van een begrafenis en de derde had misschien net thuis of op het werk een knallende ruzie. Het is goed dat ze hun blijdschap, verdriet en boosheid met anderen delen. Iedereen begrijpt zo beter dat de een met een vol hoofd het gesprek in gaat, terwijl een ander juist overloopt van energie. Na de check-in verzamelt de facilitator in de eerste stap alle invalshoeken en zoekt in de tweede stap het alternatief ofwel de minderheidsstemmen in de groep. Dit alternatief wordt in de derde stap verspreid, omdat we willen voorkomen dat minderheidsstemmen alleen komen te staan en er zo mogelijk zondebokken ontstaan. Het is ook een uitnodiging aan die minderheid om zich de volgende keer opnieuw te laten horen.
Wat gebeurt er gedurende ‘het betere conflict’ met een groep?
In het betere conflict spreken de groepsleden zich uit over een polariteit - in een gespreksvorm die maakt dat er nu dingen gezegd worden die eerst nog onder water bleven. Met de bedoeling om de relatie te verbeteren en te versterken. Ze zeggen eigenlijk alles wat er te zeggen valt en wat nog niet eerder is gezegd. Vandaar dat we het een ‘niet-gevoerd gesprek’ noemen, waarin de deelnemers vanuit een veilige bedding pijlen naar elkaar gooien. Ze doen dat als groep, in tweetallen of zelfs alleen. Na het pijlen gooien gaat ieder groepslid apart zitten, voelt wat hem of haar heeft geraakt en wat dat over haar of hem zegt. Die inzichten worden vervolgens gedeeld in een kringgesprek. Nadat de facilitator alle inzichten heeft samengevat, worden weer alle invalshoeken verzameld en met deze nieuwe wijsheid ontstaat er een nieuw gesprek. Zo laat je de waterspiegel dalen en komt wat onder het wateroppervlak zit naar boven, van het groepsonbewuste naar het groepsbewuste.
Hoe kom je als groep tot het ‘beste besluit’?
Laat ik eerst een voorbeeld van een heel slecht besluit geven. Dat is de Brexit, gebaseerd op een referendum waarin mensen slechts ‘ja’ of ‘nee’ konden stemmen. Ze werden op geen enkele wijze geïnformeerd over de gevolgen van hun keuze. Uiteindelijk koos 51 procent voor de Brexit en was 49 procent tegen; een nipte meerderheid tegenover een zeer grote minderheid, wat heeft geleid tot grote verdeeldheid in het Verenigd Koninkrijk. Het beste besluit bij Deep Democracy bevat alle wijsheid, van meerderheid én minderheid. Als er bij een stemming een meerderheid is voor één van de voorstellen wordt de ‘minderheidswijsheid’ toegevoegd aan het meerderheidsbesluit. De facilitator vraagt de minderheid wat ze nodig hebben om toch met dit besluit in te stemmen. Deze wijsheid wordt meegenomen in een verrijkt voorstel. Op die manier kom je tot een inclusief besluit waarin de hele groep zich kan vinden. Dat levert een beter besluit op dan een meerderheidsbesluit, want de wijsheid van de minderheid is er nu aan toegevoegd. Bovendien blijft zo iedereen betrokken, want iedereen voelt zich gehoord.
Je hebt een aantal ‘metaskills’ nodig om goed te kunnen faciliteren bij Deep Democracy?
Neutraliteit en compassie zijn de belangrijkste metaskills. Als facilitator dien je zonder te oordelen van een onpartijdige positie kunnen waarnemen en luisteren. Dat is hard werken, want we hebben allemaal onze meningen, opvattingen en oordelen. Een van mijn adviezen is om naar reality programma’s op televisie te kijken. Je zult merken dat je aanvankelijk neutrale houding al vrij snel verdwijnt. Door hierover al schrijvend na te denken, leer je jezelf en je eigen patronen goed kennen. Compassie is de kracht om jezelf met elke zienswijze en elke mening te verbinden in het besef dat niets in zichzelf goed of fout is.
Over Peter Spijker
Peter Spijker is freelance journalist. Hij schrijft regelmatig artikelen voor Managementboek.nl