Het is daarmee vooral verademend dat Lange geen schreeuwerig boek heeft geschreven waarin één element doorslaggevend is voor (gegarandeerd) succes. Vele goeroes houden ervan om één universeel ‘iets’ te benoemen waar men zich naar uit moet strekken ter meerdere eer en glorie van de organisatie (en van de goeroe). Denk aan Big Hairy Audicious Goals of de constante nadruk op het belang van visie of het ‘sturen op waarden’. Allemaal prachtig, maar Lange doet recht aan de politieke en subtiele dimensies van besturen: stuurmanskunst, laveren, overstag gaan. Voor Lange is de ideale bestuurder een leergierige ervaren man (want dat laatste lijkt stiekem wel een beetje zo te zijn) die op zoek is naar een deugdzaam en haast Aristoteliaans midden. Het is iemand die kan schakelen tussen verschillende rollen, en zichzelf ook nieuwe rollen aan wil leren. Iemand die niet (alleen) op zijn eigen ego leunt, maar vooral op het team om hem heen (of onder hem) en op een goede Raad van Toezicht. Een bestuurder die betrokken is bij het dagelijks werk, en toch voldoende afstand heeft. Zijn books goed kent, en bekend is met verleden en die ideeën heeft voor de toekomst. Nu kan men dit boek op twee manieren interpreteren. Enerzijds is er de genuanceerde en positieve lezing zoals hierboven geschetst. Anderzijds zou men ook kunnen denken dat Lange het vooral heeft over een type bestuurder dat we ‘old-boy’ zijn gaan noemen. Bestuurders die houden van grote logge organisaties met veel laagjes, die vooral doen aan wat Herbert Simon satisfycing heeft genoemd: alleen dat doen wat minimaal noodzakelijk is om de omgeving tevreden te stellen, maar geen gekke dingen doen. Ze halen hun legitimatie uit het kopiëren van gedrag van de buur-bestuurder. Het gevolg: conformisme en een middelmatig bestuur, of zelfs volledig middelmatige sectoren; iets dat Van Dalen in Zorgvernieuwing lijkt te suggereren over de zorgsector. Nu ben ik geneigd voor optie één te gaan: het is een behulpzaam en genuanceerd boek die iedere (aspirant-)bestuurder eens ter hand zou moeten nemen, of dat prima kan dienen als ondersteunend lesmateriaal voor opleidingen voor bestuurders en toezichthouders (want ook voor de toezichthouder is dit een zeer leerzaam boek: hoe kijkt de bestuurder naar de wereld en naar mij?). ‘Uit het goede hout gesneden’ komt niet in aanmerking voor de maand van het spannende boek, en misschien is dat wel de kracht. Of, om met Trommel te spreken, goed bestuur is bescheiden bestuur.
Over Henk den Uijl
Henk den Uijl is beleidsmedewerker bij de Nederlandse Vereniging voor Toezichthouders in Zorginstellingen.