The Twin Transition: Digital & Sustainable Finance
Lustrumbundel voor de Vereniging voor Financieel Recht 2022
Gebonden Nederlands 2022 1e druk 9789013170344Samenvatting
De financiële sector staat voor grote en urgente uitdagingen op het gebied van digitalisering en duurzaamheid. Deze titel bespreekt die problematiek aan de hand van bijdragen van verschillende experts. Het resultaat is een goed overzicht van de verschillende invalshoeken rondom digitalisering en verduurzaming van de financiële sector.
Digitalisering en duurzaamheid zijn twee van de grootste uitdagingen van dit moment binnen de financiële sector. Het urgente karakter van die uitdagingen enerzijds en de ongekende en ongewisse ontwikkelingen daarbinnen anderzijds, plaatsen financiële ondernemingen voor een moeilijk vraagstuk. Hoe houden zij zich in deze roerige tijden staande? Hoe kunnen zij financieel gezond blijven? En hoe kunnen zij tegelijkertijd aan alle (vaak hooggespannen) maatschappelijke verwachtingen voldoen? Daarover gaat The Twin Transition: Digital and Sustainable Finance.
In deze bundel schijnen diverse experts – werkzaam bij financiële ondernemingen, toezichthouders, in de advocatuur of in de wetenschap – hun licht op digitalisering binnen en verduurzaming van de financiële sector. Het samenbrengen van die verschillende perspectieven maakt deze titel een veelomvattend, compleet en actueel werk, dat een mooi overzicht geeft van deze complexe materie.
Het resultaat: een grondige analyse va dit actuele en urgente vraagstuk voor de financiële (toezichtrechtelijke) praktijk. The Twin Transition: Digital and Sustainable Finance is daarmee een must read voor advocaten en bedrijfsjuristen die werken in de financiële sector.
Specificaties
Lezersrecensies
Inhoudsopgave
DEEL I – DIGITAL FINANCE 1
HOOFDSTUK 1 – DE MICA: EEN GEREGULEERD ECOSYSTEEM VOOR CRYPTOACTIVA 3
P.B. Hoefnagels
1. Introductie 3
2. Waarom is de MiCA nodig? 4
3. De basisprincipes van de MiCA 5
3.1 Cryptoactiva 6
3.2 Uitgevers van cryptoactiva 7
3.3 Cryptodienstverleners 8
4. De regels voor cryptodienstverleners zijn niet voldoende gedetailleerd en onvolledig 9
4.1 Algemeen 9
4.2 Vergelijking met MiFID II 10
4.3 Zijn de verschillen te rechtvaardigen? 16
5. Het gebrek aan mogelijkheden tot verdere uitwerking van de regels voor cryptodienstverleners 18
6. Het gebrek aan beheersing van macroprudentiële risico’s bij stablecoins 22
7. Cryptoactiva en duurzaamheid 23
8. Conclusie 25
HOOFDSTUK 2 – DORA: BEHEERSING VAN ICT-RISICO’S EN EUROPEES TOEZICHT OP BIGTECH-ONDERNEMINGEN 27
M.B.J. van Rijn
1. Inleiding 27
2. DORA: doelstelling en reikwijdte 28
2.1 Materiële reikwijdte DORA 29
2.2 Personele reikwijdte DORA 30
3. De vervlechting van de financiële sector en de technologiesector 32
3.1 Direct aanbieden financiële diensten door BigTechondernemingen 32
3.2 Samenwerkingsverbanden tussen financiële ondernemingen en BigTech-ondernemingen 33
3.2.1 Vereisten aan samenwerkingsverbanden onder DORA 34
3.2.2 Voorafgaande beoordeling van de ICTgerelateerde risico’s 35
3.2.3 Verplichting aan de overeenkomst tussen financiële entiteiten en ICT-dienstverleners 36
4. Europees toezicht op cruciale derde aanbieder van ICT-diensten 38
4.1 Aanwijzing van kritieke ICT-dienstverleners 39
4.2 Verdochteringsvereiste voor kritieke ICT-dienstverlener gevestigd buiten de EU 40
4.3 Taken van de leidende toezichthouder 40
4.4 Bevoegdheden van de leidende toezichthouder 42
4.5 Handhavingsregime ten aanzien van kritieke ICT-dienstverleners 43
4.6 Follow-up door bevoegde autoriteiten 44
5. Bespiegeling op de impact van DORA 45
HOOFDSTUK 3 – CYBERRISICO’S EN VERZEKERINGEN: ONTWIKKELINGEN RONDOM SILENT CYBER 49
N.M. Brouwer
1. Inleiding 49
2. Wat is silent cyber en waarom is het belangrijk? 51
2.1 Kenmerken van cyberrisico’s en uitdagingen voor verzekeraars 51
2.2 Silent cyber 52
2.3 Risico’s van silent cyber 53
3. Omgaan met silent cyber tot nu toe 54
3.1 Ontwikkelingen in het Verenigd Koninkrijk 55
3.2 Bevindingen EIOPA 56
3.3 Reactie van de markt 58
4. De Nederlandse markt 61
4.1 Transport en Marine 61
4.2 Engineering 62
4.3 Varia: AVB 63
4.4 Beschouwing 64
5. Ter afsluiting 65
HOOFDSTUK 4 – ENKELE OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK VAN KUNSTMATIGE INTELLIGENTIE IN DE FINANCIËLE SECTOR 67
A.A. Pasaribu
1. Inleiding 67
2. Een definitie van kunstmatige intelligentie? 68
3. Enkele opmerkingen over de werking van kunstmatige intelligentie 70
3.1 Machine learning 70
3.2 Neurale netwerken 72
4. Zorgen met betrekking tot het gebruik van kunstmatige intelligentie 73
4.1 Zorgen met betrekking tot de gebruikte data 73
4.2 Ethiek 74
5. De Wet op de kunstmatige intelligentie 75
5.1 Kunstmatige intelligentie in de zin van de AIA 75
5.2 Risicogebaseerde aanpak 77
5.2.1 AI-systemen met een onaanvaardbaar risico 77
5.2.2 AI-systemen met een hoog risico 79
5.2.2.1 Voorschriften voor de systemen zelf 79
5.2.2.2 Voorschriften voor aanbieders, gebruikers en bepaalde andere partijen 81
5.2.3 AI-systemen zonder hoog risico, maar met een manipulatierisico 82
5.2.4 AI-systemen zonder hoog risico en zonder manipulatierisico 82
5.3 Registratie 83
5.4 Toezicht 83
5.5 Handhaving 84
5.6 De speciale status van kredietinstellingen 85
6. Enkele andere aandachtspunten 85
6.1 Toestemming voor het verwerken van persoonsgegevens 85
6.2 Persoonsgegevens en niet-persoonsgebonden gegevens 86
6.3 Een algoritmeregister? 87
7. Conclusie 88
HOOFDSTUK 5 – ENKELE KANTTEKENINGEN BIJ DNB VISIE OP BETALEN 2022-2025 93
B. Bierens
1. Inleiding 93
2. Betalen in een veranderende samenleving 94
2.1 Digitalisering als verzamelbegrip 94
2.2 Banken en andere (nieuwe) marktpartijen 94
2.3 Toezichthouders en beleidsmakers 95
3. Prioriteiten en uiteenlopende beleidsdoelen 96
4. Speerpunt 1: verankeren van een robuust en veilig betalingsverkeer 97
4.1 Continuïteit en veiligheid 97
4.2 Resolutie en recente praktijkervaringen 98
5. Speerpunt 2: verzekeren van toegang tot betalingsverkeer 99
5.1 Toegang met poortwachters 99
5.2 Een onbedoeld maar verklaarbaar neveneffect: ‘de-risking’ 101
6. Speerpunt 3: versterken van betalingsverkeer in europa en daarbuiten 102
6.1 Verbetering door innovatie en concurrentie 102
6.2 Betaaldiensten en monetaire soevereiniteit 102
7. Een meer fundamenteel aspect: de effectiviteit van wetgeving 103
8. Een evenwichtsoefening: wetgeving voor de digitale euro 106
8.1 Digitale euro: wat en waarom 106
8.2 De digitale euro-verordening: helderheid is essentieel 107
9. Tot besluit: het behoud van vertrouwen 107
HOOFDSTUK 6 – DIGITALISERING EN BELEGGERSBESCHERMING 109
F.M.A. ‘t Hart
1. Essentie 109
2. Inleiding 109
2.1 Functioneel toezicht 109
2.2 Distributieconsistentie en cross-sectorconsistentie 110
2.3 Preadvies 2013 111
3. Veranderende omstandigheden 111
3.1 Tweedeling beheer versus execution-only 112
3.2 Tweedeling face to face versus digitale dienstverlening 113
3.3 Toename digitale dienstverlening 114
3.4 Nudging 114
3.5 Kwetsbaarheid en financiële geletterdheid 119
4. Het perspectief van de wetgever en toezichthouder 121
4.1 Nationale wetgeving 121
4.2 Europese toezichthouder ESMA 122
5. Impact op zorgplicht 124
5.1 Information overload 124
5.2 Nudging in wetgeving 130
5.3 Doelstelling gerelateerde zorgplicht 131
6. Slotbeschouwing 133
HOOFDSTUK 7 – TOKENISATION OF FINANCIAL ASSETS AND DECENTRALISED FINANCE 135
L.D. van Setten
1. Web3 and blockchain protocols 1.0, 2.0, and 3.0 135
2. Protocol tokens and application tokens 137
3. Tokens as personal property 139
4. Asset tokenisation and blockchain powered asset settlement systems 142
5. Tokens and decentralised finance (DeFi) 146
HOOFDSTUK 8 – CBDC VERSUS CRYPTO, EEN ONGELIJKE STRIJD? 153
C.A.R. Oudhuis
1. Inleiding 153
2. Juridische kwalificatie van CBDC 155
2.1 Door de ECB uitgegeven CBDC 156
3. Juridische kwalificatie cryptocurrencies 157
4. Verschil tussen cryptocurrencies en CBDC 160
4.1 Toezichtrechtelijk raamwerk voor cryptocurrencies 161
5. Invloed van digitale euro op rol kredietinstellingen in het financiële systeem 162
6. Rol van de private sector bij de uitgifte van een digitale euro 164
6.1 Meroni doctrine 164
6.2 Delegatie door de ECB 166
6.2.1 Modaliteiten die de ongewenste effecten van een digitale euro dienen te mitigeren 166
6.2.1 Systeem dat betalingen in digitale euro faciliteert 166
6.2.2 Andere private diensten voor de digitale euro 168
7. Conclusie 169
HOOFDSTUK 9 – DIGITALISERING VAN FINANCIEEL TOEZICHT 171
S.M.C. Nuijten
1. Digitalisering van het financieel toezicht 171
1.1 Digitalisering en datagedreven werken bij de overheid 173
1.2 AFM 175
1.3 DNB 177
1.4 AnaCredit 179
2. Doel en wijze van digitalisering 180
2.1 Omvang beschikbare data 180
2.2 Communicatie 182
2.3 Voorspellen 182
2.4 Statistische verbanden 184
2.5 Informatie delen 185
2.6 Algoritmes 186
2.7 Profilering 188
3. Wettelijk kader voor verkrijgen en gebruiken van data 189
3.1 Het verkrijgen van data 190
3.1.1 Rapportageverplichtingen 190
3.1.2 Inlichtingenvordering 191
3.1.3 Statistische doeleinden en onderzoek 193
3.1.4 Vrijwillig 195
3.2 Delen en gebruiken 196
3.2.1 Informatie delen, SyRI en WGS 196
3.2.2 Bewaren en vernietigen 200
3.2.3 AVG en persoonsgegevens 201
3.2.4 Toezicht op algoritmes 203
4. Toekomst 204
HOOFDSTUK 10 – DE ONZEKERE ZEKERHEID VAN CRYPTO-ACTIVA 207
D.T. van Loggerenberg
1. Introductie 207
2. Blockchaintechnologie en bitcoin 207
2.1 De blockchain (open permissionless) 207
2.2 Wat is Bitcoin en wat zijn bitcoins? 209
2.3 Bitcoin-transacties in de praktijk 210
3. De goederenrechtelijke kwalificatie 212
3.1 Achtergrond 212
3.2 Strafrechtelijk 212
3.3 Fiscaalrechtelijk 213
3.4 Civielrechtelijk 214
3.5 Mogelijke kwalificatie volgens de literatuur 215
3.5.1 Object van kwalificatie als zaak, vorderingsrecht of andersoortig vermogensrecht 215
3.5.2 Bitcoin is geen zaak 216
3.5.3 Bitcoin als vermogensrecht 216
3.5.3.1 Toelichting 216
3.5.3.2 Bitcoin is geen vorderingsrecht 218
3.5.3.3 Bitcoin is geen relatief andersoortig vermogensrecht 219
3.5.3.4 Bitcoin is mogelijk een andersoortig absoluut vermogensrecht 220
4. Verpanding en uitwinning naar huidig recht 223
4.1 Nadere indicatie dat verpanding mogelijk is 223
4.2 Uitwinning 224
4.2.1 Problemen in de praktijk voor beslaglegger pandhouder en derde-verkrijger 224
4.2.2 Machtsverschaffing bij derde-verkrijger 226
4.2.3 Machtsverschaffing bij pandrecht 226
4.2.4 Machtsverschaffing bij executoriaal beslag 226
4.2.5 Machtsverschaffing bij conservatoir beslag 228
5. Conclusie 229
DEEL II – SUSTAINABLE FINANCE 231
HOOFDSTUK 11 – DUURZAAMHEID EN BANKEN 233
F.W.J. van der Eerden
1. Introductie 233
2. Transparantieverplichtingen van banken 235
2.1 SFDR en Taxonomie 235
2.2 De huidige transparantie – NFRD 236
2.3 Transparantie in de toekomst: CSRD 238
3. Europees toezicht op de beheersing van klimaatrisico’s 239
3.1 ECB rapport uit 2020 239
3.2 ECB update in 2021 241
3.3 ECB stresstest 2022 242
3.4 Bazel 243
4. Nationaal toezicht van de DNB 243
4.1 Veilig achter de dijken? 243
4.2 Good practices riskmanagement 244
4.3 Op weg naar een duurzame balans 246
5. Kapitaaleisen 247
5.1 De benadering van Bazel – pilaar 2 248
5.2 EBA – ook kapitaaleisen binnen pilaar 1 248
6. Afronding 250
HOOFDSTUK 12 – DUURZAAMHEIDSRAPPORTAGEVERPLICHTINGEN VOOR VERZEKERAARS, IN HET BIJZONDER MET BETREKKING TOT GOVERNANCE. HEEL VEEL VAN HET GOEDE? 251
A.J.A.D. van den Hurk
1. Inleiding 251
2. Informatieverschaffing over duurzaamheid door ondernemingen en de CSRD 253
3. Doelstellingen van de rapportageverplichtingen en materialiteit 256
3.1 Duurzaamheidsverslaggeving 256
3.2 Prudentiële verslaggeving 257
4. Met welke inhoudelijke duurzaamheidsvereisten hebben (en krijgen) verzekeraars te maken? 258
4.1 Gedelegeerde Verordening Solvabiliteit II 258
5. In hoeverre sluiten verplichtingen op elkaar aan? 259
5.1 Reikwijdte van de CSRD en verzekeraars 259
5.2 Solvency II publicatieverplichtingen 260
5.3 CSRD publicatievereisten ten aanzien van het governance-systeem 260
5.3.1 Mandaat van de CSRD ten aanzien van governance-standaarden 260
5.3.2 Enkele aandachtspunten bij de ontwerp-rapportagestandaarden ten aanzien van governance-aspecten 263
5.3.3 Begrip AMSB 263
5.3.4 Samenstelling van en eisen aan de AMSB 264
5.3.5 Interne controle en risicobeheersysteem 265
5.3.6 Remuneratiebeleid 266
5.4 Publicatieverplichtingen op entiteitsniveau op grond van de SFDR 266
6. Conclusies 267
HOOFDSTUK 13 – VERMOGENSBEHEERDERS & DUURZAAMHEIDSTRANSPARANTIE 269
R.E. Labeur
1. Introductie en afbakening 269
2. Wettelijk kader en opvallende aspecten toepassingsbereik 271
2.1 SFDR en Level 2 regelgeving 271
2.2 Reikwijdte 272
2.2.1 Toepasselijkheid op vrijgestelde beheerders 272
2.2.2 Toepasselijkheid op niet-EU beheerders 273
2.2.3 Toepasselijkheid op closed end fondsen 274
2.3 Relatie tot Taxonomieverordening 275
3. Duurzaamheidsrisico’s 277
3.1 Wat zijn duurzaamheidsrisico’s 277
3.2 Kort overzicht transparantieverplichtingen 278
3.3 Observaties vanuit de praktijk 278
3.3.1 SFDR gaat voor vrijgestelde beheerders wel erg ver 278
3.3.2 Duurzaamheidsrisico’s zijn moeilijk 280
3.3.3 Waarom de koppeling van duurzaamheidsrisico’s aan het beloningsbeleid? 282
4. Duurzaamheidsambities 282
4.1 Geen verplichting 282
4.2 Soorten duurzaamheidsambities en bijbehorende transparantieverplichtingen 283
4.2.1 Principal adverse impact statement (PAIS) 283
4.2.2 Promoten duurzame kenmerken (artikel 8 SFDR) 284
4.2.3 Duurzame beleggingsdoelstelling (artikel 9 SFDR) 286
4.3 Observaties vanuit de praktijk 286
4.3.1 Good governance vaststellen 286
4.3.2 Grey washing 288
5. Afsluiting 289
HOOFDSTUK 14 – DUURZAAMHEIDSVOORKEUREN: EEN HERNIEUWDE KENNISMAKING 291
R.P. Raas
1. Inleiding 291
2. Vermogensbeheerders en beleggingsadviseurs 292
2.1 Duurzaamheidsvoorkeuren 292
2.2 Integratie van duurzaamheidsvoorkeuren in de geschiktheidstoets 297
2.2.1 Verantwoordelijkheid van beleggingsonderneming en cliënt 297
2.3 Complicaties bij naleving van de duurzaamheidsvoorkeuren 300
2.3.1 Wanneer moeten de duurzaamheidsvoorkeuren worden opgevraagd? 302
2.4 Productgovernance 302
3. Beheerders van beleggingsinstellingen 305
4. Verzekeraars en verzekeringstussenpersonen 306
4.1 Duurzaamheidsrisico’s voor verzekeraars 306
4.2 Prudent person 307
4.3 Geschiktheidstoets en productgovernance 307
4.4 Verzekeringstussenpersonen 308
5. Tot slot 309
HOOFDSTUK 15 – PENSIOENFONDSEN EN DUURZAAMHEID. EEN KORTE VERHANDELING OVER DE UITDAGINGEN VOOR PENSIOENFONDSEN MET EN ZONDER DUURZAAMHEIDSAMBITIES 311
M.R. Hoekstra
1. Inleiding 311
2. Wettelijke duurzaamheidsverplichtingen (hard law) 312
2.1 Transparantie – SFDR 312
2.2 Engagement – SRD 313
2.3 Verantwoordelijkheid – Prudent person 314
2.4 Varia – Van vrijblijvend naar verplichting 315
3. Gedragscodes en industriestandaarden (soft law) 319
3.1 Pensioenfederatie 319
3.2 Klimaatakkoord 319
3.3 IMVO 320
3.4 OESO-standaarden 320
3.5 UN PRI 320
3.6 Asset owner standaarden 321
4. Aandachtspunten en uitdagingen 321
4.1 Transparantie 321
4.2 Engagement 324
4.3 Verantwoordelijkheid 325
5. Afronding 326
HOOFDSTUK 16 – EEN WONDERMIDDEL IN DE ZOEKTOCHT NAAR ESG-DATA? 329
M. Heldring & M.F. Horck
1. Inleiding 329
2. De kenmerken van ESAP 330
2.1 De informatie die beschikbaar komt 330
2.2 De doelgroep: financiële marktpartijen 332
2.3 Duurzaamheidsgegevens hebben de hoogste prioriteit 332
3. Doel ESAP: een efficiëntere kapitaalmarkt 333
4. De consequenties voor bedrijven 333
4.1 Toenemende openheid over duurzaamheid 334
4.2 CSRD: ESG-data van 50.000 Europese bedrijven 335
4.3 Hoe ESG-informatie in ESAP terechtkomt 336
4.4 Betere toegang tot de kapitaalmarkt 337
5. Wat ESAP kan betekenen voor institutionele beleggers 339
5.1 Beleggers maken traditioneel veel gebruik van dataleveranciers 339
5.2 Toenemend belang van ESG-informatie voor beleggers 340
5.3 Voordelen ESAP ten opzichte van commerciële databases 340
5.4 Of profiteren commerciële leveranciers juist het meest? 341
5.5 Nauwelijks informatie van niet-Europese bedrijven 343
6. Commerciële partijen blijven een rol spelen 344
7. Voorwaarden voor succes op lange termijn 345
HOOFDSTUK 17 – EU GREEN BOND STANDARD 347
W.F. Mulder
1. Inleiding 347
2. Achtergronden EU GBS-voorstel 347
3. Definitie en omschrijving EU GBS, richtlijnvoorstel Europese Commissie 349
4. Samenhang tussen EU GBS en taxonomy 350
5. Invalshoek uitgevende instellingen 353
6. Invalshoek beleggers 355
7. Invalshoek(en) Nederlandse overheid 356
7.1 Beoordeling als wet- en regelgever 357
7.2 Beoordeling als mogelijke emittent 358
8. Invalshoek EU als emittent 360
9. Invalshoek toezichthouder 361
10. Stand van zaken “Brusselse” onderhandelingen 362
11. Mogelijke verdere toekomstige ontwikkelingen 364
HOOFDSTUK 18 – CORPORATE VERANTWOORDELIJKHEDEN EN EEN AANTAL DAARMEE VERBAND HOUDENDE DILEMMA’S VAN BESTUURDERS EN COMMISSARISSEN IN DE TRANSITIE NAAR EEN DUURZAME ECONOMIE 367
M.J. van Loopik
1. Uitdagingen voor bestuurders en commissarissen 367
2. Trend om verantwoordelijkheden van bestuurders en commissarissen expliciet in het regelgevend kader te verankeren 369
3. Omgaan met onzekerheid – scenario-analyse en stresstests 376
3.1 Onzekerheid over hoe de transitie naar een duurzame economie zal verlopen en onzekerheid over de uiteindelijke opwarming van de aarde 376
3.2 Gebruik van scenario-analyse en stresstests 378
3.3 Inzicht in de keuze en het gebruik van klimaatscenarioanalyses is een uitdaging 379
4. Integratie van klimaatrisico-overwegingen in de bedrijfsvoering – verkennend onderzoek naar de gevolgen voor instellingen en stakeholders 382
5. Verkennend onderzoek naar de wijze waarop een verkeerde inschatting instellingen en hun bestuurders en commissarissen zou kunnen blootstellen aan risico’s 384
6. De weg vooruit en conclusie – meer dialoog tussen de financiële sector en beleidsmakers over de dilemma’s 387
HOOFDSTUK 19 – AANSPRAKELIJKHEID EN DUURZAAMHEID IN DE FINANCIËLE SECTOR 389
D. Horeman
1. Inleiding 389
1.1 Ontwikkelingen in inhoudelijke regulering en procedureel instrumentarium beïnvloeden het aansprakelijkheidsrisico 389
1.2 Plaatsbepaling van het aansprakelijkheidsrecht en plan van behandeling 391
2. Aansprakelijkheid jegens contractuele wederpartijen 392
2.1 Het hier besproken gevalstype: greenwashing, het belang van duurzaamheidsinformatie bij de aanschafbeslissing en algemene normen waarop eventueel een beroep kan worden gedaan 392
2.2 De voorgestelde aanscherping van de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken 394
2.3 De sancties 397
3. Aansprakelijkheid van de instelling jegens derden vanwege schade die wordt toegebracht door andere partijen in de waardeketen van de instelling 401
3.1 Het hier besproken gevalstype en algemene normen 401
3.2 De verplichting tot passende zorgvuldigheid voor financiële instellingen onder de CSDD 403
3.3 De schadevergoeding: causaal verband en begroting 406
4. Afronding 408
Rubrieken
- advisering
- algemeen management
- coaching en trainen
- communicatie en media
- economie
- financieel management
- inkoop en logistiek
- internet en social media
- it-management / ict
- juridisch
- leiderschap
- marketing
- mens en maatschappij
- non-profit
- ondernemen
- organisatiekunde
- personal finance
- personeelsmanagement
- persoonlijke effectiviteit
- projectmanagement
- psychologie
- reclame en verkoop
- strategisch management
- verandermanagement
- werk en loopbaan