strong>In het vervolg op haar boek ‘Mentaal Kaptitaal’ gaat Elke Geraerts verder waar zij gebleven is. Doemdenken is groot, zowel binnen als buiten organisaties. Willen we als individu geluk en als organisatie succes nastreven dan zullen we ons mentaal kapitaal moeten inzetten. In dit boek worden veel praktische adviezen gegeven hoe dat te realiseren.
In de inleiding komt Geraerts met een term die ik niet kende, te weten presenteïsme, dat staat voor wel aanwezig zijn op het werk maar onderpresteren. Een term die goed weergeeft wat er misschien mis is in organisaties. Terwijl het gros van de organisaties stuurt op ziekteverzuim, dus absenteïsme, zijn er andere zaken die belangrijker zijn maar aan onze aandacht ontsnappen. De auteur maakt de lezer duidelijk dat niet ‘tijd is geld’ het juiste motto is, maar ‘aandacht is geld’. We zijn in de illusie van time management getrapt, zonder aandacht is tijd waardeloos, aldus Geraerts. We vinden dat elke minuut van de dag efficiënt besteed moet worden. We spannen ons in, maar we ontspannen niet. We denken nog steeds dat we acht uur per dag productief kunnen zijn, maar Geraerts stelt dat dat een illusie is. Dat we nog steeds te veel achter ons scherm zitten is inmiddels geen geheim meer, maar wat we er aan kunnen doen om het tegen te gaan, is een ander verhaal. Geraerts merkt op dat we af en toe de apparaten uit moeten zetten. Niet een advies dat organisaties graag zullen omarmen. Maar ze zullen moeten nadenken hoe ze hun medewerkers tegen zichzelf moeten beschermen en wat ze kunnen doen om hun motivatie en hun productiviteit te kunnen verhogen. Dat lijkt nu te weinig gebeuren en vooral te veel vanuit hetzelfde maakbare perspectief.
De oplossingen die in ‘Het nieuwe mentaal’ gesuggereerd worden, vragen om een andere kijk, een nieuw paradigma, van organisaties. Geraerts stelt dat we op een andere manier moeten gaan nadenken over werk en privé. We zijn te krampachtig bezig om balans te zoeken tussen die twee, maar we moeten de vraag stellen hoe werk en privé met elkaar kunnen integreren. Op dit vlak snijdt ze een ander -bijna onbespreekbaar onderwerp- aan, namelijk het niet overwerken in de avonduren. In landen als Frankrijk en Duitsland zijn daar nu wettelijke regelingen voor, maar daar is de auteur geen voorstander van.
Ik herinner me dat ruim vijftien jaar geleden de Duitse communicatiedeskundige Judith Mair volle zalen trok met haar boodschap dat het kantoor geen pretpark is en dat de organisatie dicht gaat om 17.30 en de lichten uit. Mair stelde: willen we frisse en productieve mensen dan moeten die op thuis naar huis. Haar boek ‘Het is mooi geweest’ sloeg even aan, maar de boodschap ebde langzaam weg. Maar daar waar Mair alleen de boodschap predikte, laat Geraerts zien van welke mechanismen een organisatie afscheid dient te nemen en waar zij op dient te focussen. Om naar een goede integratie te komen van werk en privé worden drie stappen voorgesteld.
Stap 1: De waarom-vraag stellen. Laat medewerkers nadenken over de vraag, waarom ze hier werken. Een bedrijf zonder missie heeft impact in negatieve zin op de bevlogenheid van medewerkers. Medewerkers kennen vaak de missie niet van het bedrijf. Stap 2: Positief problemen zoeken. Hoe medewerkers te leren dat ze niet alleen maar ‘slachtoffer’ zijn van alle ellende die hen overkomt? Ze zijn ook een actor die -zoals Sartre het verwoordde- ‘zelf verantwoordelijk’ zijn. Stap 3: Een groeimindset aankweken. Het is de bekende psychologe Dweck die aantoonde dat je zelfbeeld een fundamenteel verschil kan maken in je leven. Daarnaast kan de groeimindset een belangrijke rol spelen bij het terugdringen van het fatalisme op de werkvloer.
Dit boek is niet alleen bedoeld om aan te zetten tot denken maar vooral om te handelen. Dat is de paradox want daar is doorgaans weinig tijd voor in organisaties. Daarom is naast inzicht van deze materie ook veel lef vereist om erin te geloven, ernaar te handelen en het vol te houden.
Over Peter de Roode
Drs. Peter de Roode is zelfstandig adviseur en trainer. Hij ondersteunt organisaties bij het invoeren van grootschalige veranderingen waarbij gedragsverandering centraal staat.